sporozoa Flashcards
(25 cards)
synoniem
apicomplexa
algemeen sporozoa
- bewegelijkheid tot minimum
- soms flagellen/psuedopodia
- overbrengen via weerstandige sporen / heteroxenen soorten door naakte sporozoieten
voorkomen toxoplasma gondii
- wereldwijd
- 1/2+ bezit antisoffen -> zeldzaam
ontwikkelingscyclus toxoplasma gondii in gastheer
1) in enterocyt in dunne darm aseksuele & seksuele vermenigvuldiging (shizonogie -> gameten & copulatie)
2) zygote omgeven met cyste wand
3) oocysten in faeces (3-5 fdagen -> rijp & infectieus)
4) 2 sporocysten met elk 4 sporozoieten
ontwikkelingscyclus in tussengastheer toxoplasma gondii
0) acute fase
1) voedsel met oocysten
2) sporozoieten in darm -> penetreren darmwand & prolifereren intracellulair
2) aseksuele vermenigvuldiging = inwendige replicatie = endoyogenie
3) snel vermenigvuldigende trofozoieten = tachyzoieten
4) psuedocyste die openbarst & andere cellen besmet
5) immuniteit ontwikkeld & infectie chronisch, groei vertraagd
6) bradyzoieten, weefselcysten (zonder weefselreactie) levenslang in spier & zenuw weefsel (oderhouden immuniteit)
0) congenitaal
1) trachizoieten van maternale bloedcirculatie naar foetus
2) spontane abortus of doodgeboorte
–> congenitale toxoplasmose
tachyzoiet toxoplasmose gondii
- ovaal / halve maan
- lange diameter
- 1 uiteinde stomper
- prominente kern
- zwak beweeglijk
bradyzoieten
- kleiner
symptomen toxoplasmose gondii
- weinig specifiek
- koorts moe hoofdpijn
- bij verminderde immuniteit hersen aantasting (aids)
- congenitale -> hydrocefalie, hepatosplenomegalie, exantheem, icterus, trombocytopenie, anemie, chorioretinitis
diagnose toxoplasmose gondii
- serologisch
-> aantonen specifieke antistoffen weinig waarde
-> stijging 2 stalen -> infectie
-> immunofluorescentie
-> IgM -> primaire inf
-> afweerstatus patient
-> minder afweer, trager antilichamen, serologie minder betrouwbaar - moleculaire technieken
voorkomen pneumocystis
- pneumocystis jiroveci
- analyse ribosomaal RNA
geen protozoon, fungus - commensaal in bovenste luchtwegen
klinisch belang pneumocystis
- zeldzame oorzaak pneumonie premature zuigelingen
- aantasting cellulaire immuniteit voorbeschikkende factor
- prikkelhoest, koorts, kortademig
- thorax radiografie -> difusie interstitiele (bilaterale) afwijkingen
ontwikkelingscyclus pneumocystis
- obligaat parasiet
- longen
- (a)seksuele cyclus
- cyste (dikwandig = infectieus) & trofozoiet
- aerogene transmissie
1) cyste waarn 8 sporozoieten ingenomen
2) in longalveolen sporozoieten vrij
3) trofozoieten vermenigvuldigen snel (ook in alveolaire macrofagen)
4) afronden tot cyste (kernverdeling)
5) weer 8 sporozoieten
diagnose pneumocystis
- micro onderzoek
-> pneumocysten in sputum, BAL of longbiopten
-> giesma voor trofozoieten
-> methamine-zilvernitraatoplossing gomori voor cysten - monoklonale antilichamen meer sensitief
- moleculaire technieken
voorkomen cryptosporidium
- warm/koud bloedigen
- mens = cryptosporidium parvum
- kinderen in tropen -> diaree
klinisch belang cryptosporidium
- 2 vormen: immuuncompetent & immuundeficient
c) banale wterige diaree
c) 2-10 dagen incuberen
c) kinderen dehydrateren
d) overvloedige diaree lang
d) fataal door vermagering & malabsorptie
ontwikkelingscyclus cryptosporidium
- faeco-oraal
1) inname oocysten
2) in dunne darm 4 sporozoieten
3) vast aan opp enterocyten
4) trofozoieten aseksuele deling tot merozoieten
5) sommige merozoieten -> microgametocyten
6) gametocyten samen = seksuele deling -> dikwandige oocysten in faeces - weerstaan chlorine & onmiddelijk besmettelijk
- bij immuundeficientie endogene auto-inf
diagnose cryptosporidium
- micro onderzoek
-> oocysten in faeces na concentratie
-> verwarring gisten - immunofluorescentie (safranine-methylblauw/ gewijzigde ziehl-neelsen kleuring
- antigeen test
- moleculaire technieken
meest voorkomende plasmodiums
- falciparum
- vivax
- ovale
- malariae
voorkomen plasmodium falciparum
- meest verspreid
- pathogeenontwkkeling enkel in tropen (maanden boven 20°C)
voorkomen plasmodium malariae & vivax
- subtropen
voorkomen plasmodium ovale
zeldzaam & weinig pathogeen
stappen ontwikkelingscyclus plasmodium
0) mens
1) steek -> sporozoiet in bloed
2) dringen leverparenchym n-binnen
3) pre-erytrocytaire schizogonie
4) kerndeling tot schizont & cytoplasmadeling tot merozoieten
5) lyse parenchym -> merozoieten vrij in bloed
6) merozoieten penetreren RBC
7) trofozoieten met perifeer cytoplasma randkern & centrale vacuole
8) erytrocytaire schizogenie
9) vacuole verdwijnt -> rijpe trofozoiet neemt groot deel RBC in
10) voed met hemoglobine
11) ijzerhoudende heem slaat zwart neer in cytoplasma
12) kerndeling -> schizont
13) cytoplasmadeling met lysis RBC
14) merozoieten in andere RBC
15) merozoieten -> vrouw & man gametocyten
0) mug
1) gametocyten opgezogen
2) samen macrogameet
3) 6-8 flagellen die losrukken & microgameten vormen
4) bevruchten macrogameet -> beweeglijke zygote (ookinete)
5) door maagepitheel tot buitenste maagtunica
6) oocyst -> herhaalde deling tot sporozoieten in speekselklieren
algemeen ontwikkeling plasmodium
- aseksuele deling in mens
- seksuele deling in vrouwlijke anopheles mug (sporogenie)
- lever fase = niet pathogeen & resistent tegen malaria middelen
- vivax & ovale sluimerend in leverparenchym (hypnozoiet)
- pre-erytrocytaire fase = recidieve weken-maanden na primaire aanval
symptomen plasmodium falciparum
- aggregaten RBC in kleine bloedvaten (hersenen)
-> verandering celmembraan RBC -> adhesie vaatwand - 12 dagen incuberen
- vermoeid, hoofdpijn, gewricht pijn, rugpijn, koorts
- hemolytische anemie
- spenomegalie