SPQR Latijn Tekst 1 Flashcards
(31 cards)
1
Q
flumen, flumina
A
rivier
2
Q
rex, reges
A
koning
3
Q
servus
A
slaaf
3
Q
vocare
A
roepen noemen
4
Q
audire
A
horen
5
Q
venire
A
komen
6
Q
vidēre
A
zien
7
Q
necare
A
doden
7
Q
iubēre
A
bevelen
8
Q
iacēre
A
liggen
8
Q
puer, pueri
A
jongen jongens
8
Q
ideo
A
daarom
8
Q
mandatum
A
opdracht
8
Q
clamare
A
schreeuwen
8
Q
lacrimare
A
huilen
8
Q
et
A
en ook
8
Q
timēre
A
vrezen bang zijn voor
9
Q
non
A
niet
10
Q
recusare
A
weigeren
11
Q
tamen
A
toch
12
Q
ad
A
naar tot bij
13
Q
tollere
A
optillen
14
Q
portare
A
dragen
15
Q
in
A
in naar
16
ponere
plaatsen
17
ubi
waar
18
aqua
water
19
locus
plaats
20
inter
tussen tijdens
21
arbor, arbores
boom bomen
22
ibi
daar