stage Flashcards
(41 cards)
haldol
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1.bij een psychose, manie, onrust enz
2.remt wanen, hallucinaties of tics
3.seksuele stoornissen afvlakking emotionele gesteldheid, bewegingsstoornissen (parkinson)
4. tabletten, druppels injectie
hydrochloorthiazide
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1.hartfalen, oedeem, hypertensie
2. diuretica die de bloeddruk verlaagd en de pompkracht van het hart verbetert
3.tekort aan kalium en natrium, duizeligheid.
4.tablet
hydrocortison
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
- bijnierschors ziekten, COPD, ziekte van Cushing
- bijnierschorshormoon corticosteroïd, onstekingsremmend en remt overgevoeligheidsreactie
- maagdarmklachten, meer kans op infectie, hoofdpijn
- tabletten, capsules of injecties of IV
ipramol (of ipratropium met salbutamol inhalatie)
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1COPD
2 luchtwegverwijders (kortwerkend)
3 droge geirriteerde mond, trillende handen, hartkloppingen
4 inhaleren
inspra (of eplerenon)
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 bij hartfalen en om hartfalen te voorkomen en na een hartinfarct
2 diuretica, verbeterd de pompkracht van het hart verminderd kalium tekort
3 te hoog kalium, slapeloosheid duizeligheid, verminderde nierwerking
4 tablet
isosorbidemononitraat
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 bij Angina pectoris (hartkramp)
2 vaatverwijder
3 migraine aanval uitlokken, duizeligheid, maagdarmklachten
4 tabletten met een gewone afgifte of een vertraagde afgifte en capsules met een vertraagde afgifte
macrogol (of moviprep)
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 bij verstopping, voorbereiding van een colonscopie
2 houdt water in de darmen vast
3 opgeblazen gevoel, buikpijn
4 poedervorm
metformine
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 bij DM
2 verlaagt het bloedglucose
3 maagdarm klachten, verminderde eetlust
4 tablet
metoclopramide
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 bij misselijkheid
2 stimuleert de beweging van maag en darmen
3 slaperigheid vermoeidheid of zwakheid
4 tablet zetpil drank of IV
eliquis (of apixaban)
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 hartritmestoornissen
2 zorgt dat het bloed minder samen klontert
3 sneller blauwe plekken, bloedingen.
4 oraal
enalapril
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 hypertensie of na een hartinfarct
2 verlaagd de bloeddruk en verbeterd de pompkracht van het hart
3 duizeligheid
4 oraal
esomeprazol
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 bij zuurbranden en maagklachten
2 verminderd de aanmaak van maagzuur in de maag
3 misselijk duizelig slaperig hoofdpijn buikpijn
4 tabletten capsules granulaat of IV
fenprocoumon
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 bij trombose bij hartritmestoornissen of als je een cva hebt gehad
2 zorgt ervoor dat het bloed minder klontert
3 blauwe plekken, inwendige bloedingen
4 tablet
fenytoïne (of diphantoine )
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 bij epilepsie of hartritmestoornissen
2 brengt overprikkelend zenuwen in de hersenen tot rust
3 maagdarmklachten vermoeidheid, slaperigheid, verwardheid
4 tablet drank of IV
floxapen ( of flucloxacilline)
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 bijvoorbeeld wondroos
2 antibioticum
3 misselijkheid huiduitslag jeuk
4 tablet of IV
fragmin (of dalreparine )
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 bijv trombose of bedlegerige patiënten
(profylaxe behandeling)
2 zorgt ervoor dat het bloed minder snel samenklontert
3 bloedingen, bloeduitstortingen, blauwe plekken
4 injectie
furosemide
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 bij hartfalen oedeem en nierfalen
2plasmiddel (diuretica)
3 hoofdpijn droge mond dorst slechter zicht
4 tablet
fytomenadion (vit K)
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 tekort aan vit. K en cystische fibrose
2 bevorderd de stolling van het bloed
3 pijn op de injectie plek, overgevoeligheid voor een bestandsdeel
4 injectie of een druppel
gabapentine
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 bij zenuw en spierkrampen
2 brengt overprikkelde zenuwen in de hersenen tot rust
3 slaperigheid bewegingsstoornissen duizeligheid
4 oraal
glibenclamide
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
- DM
2 verlaagt bloedsuiker
3 bij het niet juist innemen een hypo, gewicht toename
4 tablet
Gliclazide
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 bij DM
2 verlaagt de bloedsuiker
3 bij het niet juist innemen een hypo, gewicht toename
4 tablet
glimiperide
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 bij DM
2 verlaagt de bloedsuiker
3 bij het niet juist innemen een hypo, gewicht toename
4 tablet
glucose 40%
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 bij DM
2 verhoogt de bloedsuikers bij een hypo
3 te hoge bloedsuiker
4 IV
acenocoumarol (sterkte wordt bepaald door trombose dienst)
1.wanneer
2.werking
3.bijwerking
4.toedieningsvorm
1 trombose
2 bloedstolling remmen, bloed verdunnen
3 bloeduitstortingen moeilijker stelpen bloedingen
4 oraal