Standaardzinnen 11 Flashcards
(10 cards)
1
Q
fatsoenlijk
A
anständig
2
Q
helaas
A
leider
3
Q
tot mijn spijt/verbazing
A
zu meinem Bedauern/Erstaunen
4
Q
Het verbaast me dat …
A
Es wundert mich, dass…
5
Q
volgens (mij)
A
nach (mir)
6
Q
Dat interesseert mij
A
Das interessiert mich
7
Q
Ik feliciteer je/u met …
A
Ich gratuliere dir/Ihnen zu…
8
Q
Toen ik (eergisteren)
A
Als ich (vorgestern)
9
Q
vernemen, (te horen krijgen)
A
erfahren (- erfuhr - erfahren)
10
Q
Ik moet toegeven, dat …
A
Ich muss gestehen, dass…