Statistiek theorievragen Flashcards
(156 cards)
Om het even welke meeteenheid men gebruikt om een bepaald kenmerk te meten de waarde van de variantie zal altijd dezelfde blijven
;Fout
De keuze voor de meeteenheid die wordt gebruikt zal ook effect hebben op de waarde van de variantie
;Juist
Het aantal vrijheidsgraden is het aantal van elkaar onafhankelijke elementen in een berekening
;Juist
Een gestandariseerde variable is steeds normaal verdeeld
;fout
Een gestandariseerde variabele is niet altijd normaal verdeeld
;juist
Wanneer we de relatieve frequentie kennen van alle waarden van een bepaalde variabele dan volstaat dit om ook de absolute frequenties te berekenen
;Fout
Als de mediaan en het gemiddelde dezelfde waarde hebben we met grote waarschijnlijkheid te maken met een standaardnormaalverdeling
;Fout
Wanneer de mediaan en het gemiddelde dezelfde waarde hebben is dit een indicatie van een symmetrische verdeling
;juist
Wanneer de mediaan en het gemiddelde dezelfde waarde hebben is dit een indicatie van een rechts-assymmetrische verdeling
;fout
Wanneer de mediaan en het gemiddelde dezelfde waarde hebben is dit een indicatie van een Links-assymetrische verdeling
;fout
Hoewel chi² wel een idee kan geven over het teken van een relatie kan het niets vertellen over de grote van de relatie
;Fout
Chi² is altijd positief en zegt iets over het teken of de richting van een relatie
;fout
Chi² kan positief of negatief zijn maar zegt niets over het teken of de richting van een relatie
;Fout
Chi² kwadraat is altijd positief en zegt niets over het teken of de richting van een relatie
;juist
Chi² is een maat voor de samenhang tussen nominale variabelen een symmetrische associatiemaat
;Juist
De verklaarde variantie is de variantie van de veriabele X
;fout
De verklaarde variantie van Y is het deel van de variantie van Y die verklaard wordt door X
;juist
Hetgeen die niet verklaard wordt door X is de residuele variantie van Y
;Juist
De verklaarde variantie van X is het deel van de variantie van X dat verklaard wordt door Y
;fout
Wanneer we alle waarden van een variabele X vermeerderen met 4 zal de correlatie tussen de variabele X met een variabele Y niet wijzigen maar het intercept a wel wijzigen
;Juist
Wanneer we alle waarden van een variabele X vermeerderen met 4 zal de correlatie tussen de variabele X met een variabele Y wijzigen en ook het intercept a
;Fout
Wanneer we alle waarde van een variabele X vermeerderen met 4 zal de correlatie tussen de variabele X met een variabele Y niet wijzigen en zal het intercept a ook niet wijzigen
;Fout
Een correlatiecoëfficiënt is een asymmetrische associatiemaat
;fout
De correlatiecoëfficiënt is een symmetrische associatiemaat
;juist