Stijlfiguren Flashcards
(14 cards)
Metafoor
Alleen het beeld is nog overgebleven. Het verbeelde is weggelaten. BV. Wat een wildernis is het hier.
Personificatie
Dingen, dieren of planten krijgen menselijke trekjes. BV. De bomen fluisteren je toe.
Metonymia
Niet gebaseerd op een overeenkomst, maar op een ander verband. BV. Zij heeft haar tong verloren
Tautologie
Er wordt 2 keer hetzelfde gezegd met andere woorden van dezelfde woordgroep. BV. Enkel en alleen
Eufimisme
Er wordt iets op een verzachtende manier gezegd. BV. Hij is dood: hij is heengegaan.
Litotes
Een sterke bevestiging door middel van ontkenning van het tegenovergestelde.
Understatement
Er wordt iets opzettelijk afgezwakt
BV. Dat kon er wel mee door hè?
Woordspeling
Taal gebruikt om een grap te maken. Te roker is vaak de sigaar.
Ironie
Zachte vorm van spot
BV. Er valt een glas kapot ‘ dat heb je goed gedaan!’
Sarcasme
Scherpe vorm van spot
Cynisme
Een houding die voortkomt uit wantrouwen voor de goede bedoelingen van de medemens.
Vergelijking
Gebaseerd op een overeenkomst
- met als
- zonder als
- vergelijking met van
- vergelijking met verbindingswoord
Contaminatie
Verhaspeling van verschillende woorden
BV. Aan de rem trekken
Archaïsme
Verouderd woordgebruik