Stofwisseling 7 En 8 Flashcards

1
Q

Enzymen zijn:

A

Stoffen die de chemische reacties van stofwisselingsprocessen katalyseren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wordt een enzym bij de reactie zelf verbruikt

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

De stof die een enzym omzet heet ….. Een stof die bij de reactie ontstaat heet…

A

Substraat

Product van een reactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

De naam van een enzym is vaak afgeleid van het substraat met het achtervoegsel ….

A

Ase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bij een lage tempratuur is de beweging van moleculen lager, een reactie komt dan minder snel tot stand. Hoe komt dit

A

Een chemische reactie berust op de beweging van moleculen en de botsing van deze tegen elkaar. Als de temperatuur lager is bewegen de moleculen minder waardoor de reactie dus minder snel tot stand komt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Enzymen zijn …… En worden in de ……. Gemaakt op basis van erfelijke informatie

A

Eiwitten

Ribosomen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

De snelheid waarmee een enzym een reactie uitvoert wordt …… Genoemd

A

Enzymactiviteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

De enzymactiviteit wordt door twee dingen beinvloed: welke twee

A

Temperatuur en de ph

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Boven de maximumtemperatuur hebben alle enzymmoleculen hun specifieke ruimtelijke vorm verloren; hoe komt dit

A

Doordat de moleculen steeds meer gaan botsen door de stijging veranderd de vorm: zie t als een autobotsing, na de impact is niets meer t zelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Ook de ph kan de …… Veranderen

A

Ruimtelijke vorm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

De basale stofwisseling is

A

De minimale stofwisseling die nodig is om processen als de hartslag op gang te houden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De intensiteit van de basale stofwisseling is afhankelijk van 4 dingen

A

Geslacht
Leeftijd
Lichaamsgewicht
Tijdstip en jaargetijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Warmbloedige hebben een ….. Koudbloedige een ….. Tempratuur

A

Constante tempratuur

Wisselde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De intensiteit van de fotosynthese is afhankelijk van 4 dingen

A

Sterkte en kleur van licht
Beschikbare hoeveelheid koolstofdioxide en water
Temperatuur
Hoeveelheid bladgroen (chlorofyl)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly