student job Flashcards

(112 cards)

1
Q

-de troef
-het pluspunt

A

la qualité

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

-goed in de omgaan
-het goed contact met de mensen

A

bon dans le contacte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

-zorgen voor
-oppasen

A

s’occuper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de ervaring

A

l’expérience

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

-stipt
-op tijd

A

ponctuel.le

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

tweetalig

A

bilingue

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

paas vakantie

A

vacances de paque

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

beschilebaar

A

disponible

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

betrouwbaar

A

digne de confiance

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

behulpzaam

A

serviable

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

-begelaider
-animator

A

animateur

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de vereiste

A

l’exigence

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

vlot zijn in de omgaan met XXX

A

avoir le contacte facile avec XXX

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

op een kind passen

A

faire du babysitting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

-het loon
-het salaris

A

le salaire

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Engelstalig

A

anglophone

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

in verband

A

par rapport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

afspraken

A

prendre rendez-vous

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

de afspraak

A

le rendez-vous

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

la qualité

A

-de troef
-het pluspunt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

bon dans le contacte

A

-goed in de omgann
-het goed contact met de mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

l’expérience

A

de ervaring

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

ponctuel

A

-op tijd
-stipt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

bilingue

A

tweetalig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
vacances de paque
de paas vakantie
26
disponible
beschilebaar
27
digne de confiance
betrouwbaar
28
serviable
behulpzaam
29
un animateur
de begelaider de animator
30
l'exigence
de vereiste
31
avoir le contacte facile avec XXX
vlot zijn in de omgaan met XXX
32
s'occuper
-zorgenvoor -oppasen
33
faire du babysitting
op een kind passen
34
le salaire
-het loon -het salaris
35
anglophone
Engelstallig
36
par rapport
in verband
37
prendre rendez-vous
afspraken
38
le rendez-vous
de afspraak
39
's morgens
la journée
40
's nachts
la nuit
41
langskomen
-venir -voir -passer -rendre visite
42
-een ogenblik -een moment
un instant
43
ik verbiend u door met
je vous met en contacte avec
44
doorverbinden
mettre en contacte
45
blijf aan de lijn
rester en ligne
46
herhalen
répéter
47
verstaan
comprendre (bruit)
48
het storen
le dérangement
49
personalia
infos personnel
50
sedert
depuis
51
werkervaring
expérience proffessionel
52
opleidingen
-études -formation
53
nevenactiviten
activité extra-scolaire
54
studie
études
55
deelnemen aan
participer à
56
lid van XXX zijn
être membre de XXX
57
het ploog
l'équipe
58
het ploogest
l'esprit d'équipe
59
vaardrigheden
compétences
60
klantvrindelijk
à l'aise avec le client
61
la journé
's morgens
62
la nuit
's nachts
63
-voir -venir -passer -rendre visite
langskomen
64
un instant
-een moment -een ogenblik
65
je vous met en contacte avec
ik verbind u door met
66
mettre en contacte
door verbinden
67
rester en ligne
blijf aan de lijn
68
répéter
herhalen
69
comprendre
verstaan
70
le dérangement
het storen
71
infos personnel
personalia
72
depuis
sedert
73
expérience professionnel
werkervaring
74
etudes et formations
opleidingen
75
activités extra-scolaire
nevenactiviten
76
études
studie
77
participer à
deelnemen aan
78
être membre de XXX
lidvan XXX zijn
79
l'équipe
het ploog
80
l'esprit d'équipe
het ploogest
81
compétences
vaardigheden
82
à l'aise avec le client
klantvrindelijk
83
uitgebreid
vaste large
84
een bejaarde
une personne âgé.e
85
zoeken naar
chercher
86
die
qui
87
dat
qui
88
vaste large
uitgebreid
89
une personne âgé.e
een bejaarde
90
chercher
zoeken naar
91
qui
die
92
qui
dat
93
de vrijwilliger
le bénévol
94
le bénévol
de vijwilliger
95
de avondles
le cour du soir
96
le cour du soir
de avondles
97
l'horaire
de rooster
98
de rooster
l'horaire
99
regelmatig
régulièrement
100
régulièrement
regelmatig
101
uitgebreid
large vaste
102
large vaste
uitgebreid
103
de vaardighed de kwaliteit skills
la compétence
104
la compétence
de vaardighed de kwaliteit skills
105
Schilderen
Peindre
106
Peindre
Schilderen
107
Opdienen in een restaurant
Servir dans un restaurant
108
Servir dans un restaurant
Opdienen in een restaurant
109
Klusjes doen
Faire des petites tâches
110
Faire des petites tâches
Klusjes doen
111
Être util
Handig zijn
112
Handig zijn
Être utile