Study Box Blz 84/85/86 Flashcards
(44 cards)
1
Q
Baking (parchment) paper
A
Bakpapier
2
Q
Baking tan/baking pan
A
Bakvorm
3
Q
To beat
A
Kloppen
4
Q
Broth; stock
A
Bouillon
5
Q
Bun
A
Bolletje
6
Q
To burn
A
Aanbranden; verbranden
7
Q
To chop
A
Hakken
8
Q
To deep-fry
A
Frituren
9
Q
Delight
A
Genot
10
Q
To drain
A
Afgieten
11
Q
To grate
A
Raspen
12
Q
Instead of
A
Inplaats van
13
Q
Leek
A
Prei
14
Q
Loaf
A
(Een heel) brood
15
Q
Measuring cup
A
Maatbeker
16
Q
Method
A
Bereiding
17
Q
Microwave
A
Magnetron
18
Q
To peel
A
Schillen
19
Q
Quality
A
Kwaliteits-
20
Q
To season
A
Op smaak brengen
21
Q
Bakken ( in een koekenpan )
A
To fry
22
Q
Bloem
A
Flour
23
Q
Bord
A
Plate
24
Q
Fornuis
A
Stove (top)
25
Gieten; inschenken
To pour
26
Koekenpan
(Frying) pan
27
Kom
Bowl
28
(Kook) pan
Pot; saucepan
29
(Laten) smelten
To melt
30
Lepel
Spoon
31
Mengen
To mix
32
Mes
Knife
33
Oven
Oven
34
Recept
Recipe
35
Roeren
To stir
36
Snijden
To cut
37
Snijden ( in repen)
To slice
38
Toevoegen
To add
39
Admission
Toegang
40
Amusing
Vermakelijk
41
To attend
Bijwonen
42
Leisure
Vrije tijd
43
Line-up
Muziekprogamma
44
Memorable
Gedenkwaardig
