Brainscape's Knowledge GenomeTM


Top Flashcards (Certified)
All Flashcards

zFamily flashcards > suffixes > Flashcards

suffixes Flashcards

(64 cards)

Start Studying
1
Q

-aal, -alis

A

betreffende, m.b.t., behoren tot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

-aenemia, -emie

A

bloed, m.b.t. bloed

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

-air, -aris

A

m.b.t.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

-alg(es)ie, -algia

A

pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

-arche

A

met betrekking tot het begin

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

-baar

A

met betrekking tot druk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

-blast

A

kiemcel, moedercel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

-cele, -kèle

A

hernia, breuk, zakking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

-centese

A

punctie, doorprikken van de wand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

-cide, -cied

A

doden, dodende werking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

-cyt

A

met betrekking tot de cel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

-dese, -desis

A

hechting, fixatie, binding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

-(o)dynie

A

pijn, met betrekking tot pijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

-ectasie

A

verwijding, uitzetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

-ectomie

A

uitsnijding, verwijdering

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

-emesis

A

met betrekking tot braken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

-faag, -fagie

A

met betrekking tot eten, opeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

-fasie

A

met betrekking tot spraak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

-fiel

A

affiniteit tot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

-flexie

A

met betrekking tot buiging

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

-fobie, -phobia, -food

A

ziekelijke angst voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

-geen, -genese, -genesis

A

voortbrengen, veroorzaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

-grafie, -graphia, -graaf

A

schrijven, beschrijven, afbeelden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

-gram

A

afbeelding

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
-itis
ontsteking
26
-logie
met betrekking tot wetenschap, leer
27
-loog
iemand die kennis heeft van, arts gespecialiseerd in
28
-lyse, -lysis
oplossen
29
-lyticum, -lytica
het doen verdwijnen, met betrekking tot oplossen
30
-malacia, -malacie
met betrekking tot weekheid, verweking
31
-manie
ziekelijke aandrift
32
-maan
persoon met ziekelijke aandrift (manie)
33
-metrie
met betrekking tot het meten
34
-morf
met betrekking tot vorm
35
-myces, -mycose
met betrekking tot een schimmel
36
-oftalmie, -oftalmus
met betrekking tot het oog
37
-oïd, -oïdes
vorm, gedaante, lijkt op
38
-oma, -oom
gezwel
39
-opsie
met betrekking tot het zien
40
-ose, -osis
aandoening, ziektetoestand
41
-para
het baren, bevallen
42
-pathie
ziekte, aandoening
43
-penie
armoede, tekort, gebrek aan
44
-pexie, -pexis
vasthechting, ophanging, bevestiging
45
-plasie
vormen, de vorming, het ontstaan
46
-plastiek
vormkunst, operatief herstel van een orgaan of lichaamsdeel
47
-plegie
met betrekking tot verlamming
48
-poiese, -poiesis, poëse
ontwikkeling, opbouw, vorming
49
-ptose, -ptosis
val, instorting
50
-rafie
met betrekking tot een heelkundige hechting
51
-rhexis
met betrekking tot verscheuring
52
-ragie, -rhagia
bloeding, openbarsten
53
-rroe, -rrhoea
vloed, uitvloed
54
-scopie
bekijken
55
-stase, -stasis
met betrekking tot stilstand
56
-stoma
de mond die gemaakt word tussen x en y
57
-stomie
het maken van de mond tussen x en y
58
-therapie
behandeling, genezing
59
-tomie
snijden, insnijding, snede
60
-tonie
met betrekking tot spanning
61
-trofie, -troof
met betrekking tot voeding (toenemen/afnemen omvang)
62
-troop, -tropie
zich rightend op, invloed op, aantrekking, affiniteit
63
-ula, -ulus, -ulum
verkleinwoordjes
64
-urie, -uro
urineren, met betrekking tot urine

zFamily flashcards (32 decks)

Brainscape helps you reach your goals faster, through stronger study habits.
© 2025 Bold Learning Solutions. Terms and Conditions