syllabus - verkenning van het vakveld van de pedagogiek Flashcards

(26 cards)

1
Q

Wat is het doel van opvoeding als transactioneel proces?

A

Het doel is om de dynamiek tussen opvoeder en kind te begrijpen en te verbeteren.

Dit omvat interacties en wederzijdse beïnvloeding in opvoedingssituaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat betekent ‘agogie’?

A

Agogie verwijst naar het begeleiden of vergezellen van mensen met een duidelijke richting.

Het komt van het Oud-Grieks.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het verschil tussen agogie en agogiek?

A

Agogie is de praktijk van begeleiden; agogiek is de wetenschappelijke studie van deze praktijk.

Agogie richt zich op het doen, terwijl agogiek op theorie en methoden focust.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat betekent ‘normatief’ in de context van agogie?

A

Normatief betekent dat waardeoordelen en vragen over wenselijkheid centraal staan in het begeleidingsproces.

Voorbeelden zijn: ‘Wat is een wenselijk doel?’ en ‘Wat betekent kwaliteit van leven?’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de betekenis van ‘pedagogiek’?

A

Pedagogiek is de leer of wetenschappelijke studie van het begeleiden en opvoeden van de ontwikkeling van kinderen en jongeren.

Het omvat zowel brede theorieën als dagelijkse opvoedingsproblemen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is orthopedagogie?

A

Orthopedagogie is een specialisme binnen pedagogiek dat zich richt op problematische opvoedingssituaties en ontwikkelingsproblemen.

Het gaat om situaties waar het opvoedingsproces vastloopt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent ‘orthopedagogiek’ letterlijk?

A

‘Ortho’ betekent ‘recht maken’ of ‘juist zetten’.

Dit verwijst naar het herstellen van pedagogische functies.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de kenmerken van een Problematische Opvoedingssituatie (POS)?

A

Een POS is een toestand waarin de ontwikkeling of veiligheid van minderjarigen in gevaar komt door bijzondere gebeurtenissen of omstandigheden.

Dit werd vastgelegd in het Decreet Bijzondere Jeugdbijstand van 1990.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat zijn de doelgroepen binnen het Decreet Bijzondere Jeugdbijstand?

A
  • Minderjarigen in een POS
  • Minderjarigen die een als Misdrijf Omschreven Feit (MOF) hebben gepleegd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is de wijziging in terminologie van POS naar VOS?

A

VOS staat voor Verontrustende Opvoedingssituatie, wat de focus legt op bedreigingen van ontwikkelingskansen en integriteit van minderjarigen.

Dit werd geïntroduceerd in het Decreet Integrale Jeugdhulp (2014).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is de relatie tussen VOS en jeugddelicten?

A

Veel ernstige jeugddelicten hebben hun wortels in een VOS, zoals verwaarlozing of mishandeling.

Dit laat zien dat delinquent gedrag vaak voortkomt uit onderliggende problematiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat wordt bedoeld met ‘historisch en cultureel perspectief’ in opvoeden?

A

Het verwijst naar de invloed van cultuur en geschiedenis op opvoedingsstijlen, zoals collectivisme versus individualisme.

Dit speelt een rol in pedagogische benaderingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de twee belangrijke benaderingen in agogiek?

A
  • Empirisch: gebaseerd op feiten en objectieve vaststellingen
  • Normatief: betreft wat wenselijk of gebruikelijk is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is de rol van orthopedagogisch grondplan?

A

Het biedt een overzicht van de problemen en aanknopingspunten voor oplossingen in orthopedagogische contexten.

Dit is cruciaal voor het begrijpen van complexe opvoedingssituaties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is het belang van humor in agogiek?

A

Humor kan bijdragen aan het doorbreken van weerstand bij begeleiding.

Dit is een voorbeeld van hoe agogie praktijkkennis toepast.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Vul in: Agogie richt zich op _______.

A

[de praktijk van begeleiden en ondersteunen]

17
Q

Vul in: Pedagogiek houdt zich bezig met _______.

A

[de ontwikkeling van kinderen en jongeren]

18
Q

Wat is de invloed van collectivistische culturen op opvoeding?

A

In collectivistische culturen ligt de nadruk op familie-eer, gehoorzaamheid en harmonie binnen de groep. Kinderen worden opgevoed met het idee dat ze deel uitmaken van een groter geheel.

Voorbeelden van collectivistische culturen zijn veel Aziatische, Afrikaanse en Latijns-Amerikaanse landen.

19
Q

Wat zijn de kenmerken van individualistische culturen in opvoeding?

A

In individualistische culturen ligt de nadruk op autonomie, zelfexpressie en persoonlijke verantwoordelijkheid. Ouders moedigen kinderen aan om onafhankelijk te denken en eigen keuzes te maken.

Voorbeelden van individualistische culturen zijn Noord-Amerika en Noordwest-Europa.

20
Q

Noem de vier opvoedingsstijlen die gekoppeld zijn aan historische ontwikkelingen.

A
  • Autoritair
  • Democratisch-autoritatief
  • Toegeeflijk (permissief)
  • Verwaarlozend

Deze stijlen zijn beïnvloed door maatschappelijke en economische omstandigheden, technologische vooruitgang en culturele waarden.

21
Q

Wat zijn de kenmerken van de autoritaire opvoedingsstijl?

A

Deze stijl is gericht op discipline en gehoorzaamheid. Kinderen worden gezien als arbeidskracht en er zijn strenge normen en regels.

Deze stijl domineerde in traditionele en premoderne samenlevingen, vooral in agrarische en industriële contexten.

22
Q

Wat houdt de democratisch-autoritatieve opvoedingsstijl in?

A

Deze stijl biedt een balans tussen regels en autonomie, met nadruk op wederzijds begrip, emotionele ondersteuning en communicatie.

Deze stijl kreeg meer bekendheid na de Tweede Wereldoorlog met de opkomst van democratische idealen en kinderrechten.

23
Q

Wat zijn de kenmerken van de toegeeflijke (permissieve) opvoedingsstijl?

A

Deze stijl kenmerkt zich door vrijheid en weinig grenzen, met veel emotionele ondersteuning en weinig structuur of discipline.

Deze stijl werd prominenter in de jaren ‘60 en ‘70 tijdens culturele revoluties.

24
Q

Wat is de verwaarlozende opvoedingsstijl?

A

Deze stijl wordt gekenmerkt door een gebrek aan betrokkenheid, vaak als gevolg van economische, sociale of persoonlijke stressfactoren.

Kinderen worden vaak aan hun lot overgelaten in tijden van crisis, zoals oorlogen of economische depressies.

25
Wat zijn de gevolgen van verwaarlozing in opvoeding?
Bij verwaarlozing ontbreken emotionele ondersteuning, respect voor autonomie en stimulering van ontwikkeling. ## Footnote Deze stijl gaat vaak samen met een gebrek aan structuur en communicatie.
26
Wat moet er worden gedaan bij het analyseren van historische pedagogische visies?
Gebruik Antropia (T2 H3) en presenteer volgens de structuur: situeren in tijd en ruimte, culturele achtergrond, belangrijke pedagogische standpunten, en linken aan het heden.