T.1 Flashcards
(64 cards)
1
Q
روشن
A
aan
2
Q
خاموش
A
uit
3
Q
حاصر
A
aanwezig
4
Q
غایب
A
afwezig
5
Q
مهربان
A
aardig
6
Q
نامهربان
A
onaardig
7
Q
بعد از
A
achter
8
Q
قبل از
A
voor
9
Q
اسم فامیل
A
achternaam
10
Q
اسم کوچک
A
voornaam
11
Q
فعال
A
actief
12
Q
عیرفعال
A
passief
13
Q
همه چیز
A
alles
14
Q
هیچ چیز
A
niets
15
Q
همیشه
A
altijd
16
Q
هیچوقت، هرگز
A
nooit
17
Q
متفاوت
A
andere
18
Q
مثل هم
A
dezelfde
19
Q
فقیر
A
arm
20
Q
پولدار
A
rijk
21
Q
ترسیده
A
bang
22
Q
شجاع
A
dapper
23
Q
شروع
A
begin
24
Q
پایان
A
einde
25
آشنا
bekend
26
غریبه
onbekend
27
باادب
beleefd
28
بی ادب
onbeleefd
29
بهتر
beter
30
بدتر
slechter
31
واضح
bewust
32
ناواضح
onbewust
33
تقریبا
bijna
34
کاملا
helemaal
35
استثنا
bijzonder
36
معمولی
gewoon
37
داخل
binnen
38
خارج
buiten
39
داخل کشور
binnenland
40
خارج کشور
buitenland
41
شاد
blij
42
غمگین
bedroefd
43
برآمدگی
bol
44
گودرفتگی
hol
45
کند
bot
46
تیز
Scherp
47
بالا
boven
48
پایین
beneden
49
بالا، رو
boven
50
زیر
onder
51
پهن
breed
52
باریک
smal
53
برادر
broer
54
خواهر
zus
55
سپس/بعد از آن
daarna
56
قبل از آن
daarvoor
57
روز
dag
58
شب
nacht
59
بانوان
dames
60
آقایان
heren
61
شجاع
dapper
62
ترسو
laf
63
بسته
dicht
64
باز
open