Taak Flashcards
(98 cards)
1
Q
Une tâche
A
Taak
2
Q
Ménager/ménagère
A
Huishoudelijke
3
Q
Nettoyer
A
Huishoudelijk
4
Q
Ranger
A
Opruimen
5
Q
Attendre
A
Wachten
6
Q
Descendre
A
Naar beneden gaan
7
Q
Entendre
A
Horen
8
Q
Perdre
A
Verliezen
9
Q
Prendre
A
Nemen
10
Q
Repasser
A
Strijken
11
Q
Se coiffer
A
Zich kamen
12
Q
Se doucher
A
Douchen
13
Q
Se laver
A
Zich wassen
14
Q
Se lever
A
Opstaan
15
Q
Se maquiller
A
Zich opmaken
16
Q
Se raser
A
Zich scheren
17
Q
Se réveiller
A
Wakker worden
18
Q
S’habiller
A
Zich aankleden
19
Q
S’occuper de
A
Zich bezighouden met
20
Q
Tondre
A
Maaien
21
Q
Se browser les dents
A
Tanden poetsen
22
Q
Se laveren les mains
A
Handen wassen
23
Q
Se peigner les cheveux
A
Zijn haren kammen
24
Q
Chaque semaine
A
Elke week
25
. Fois par.
Keer per
26
Un aspirateur
Een stofzuiger
27
Les courses
De boodschappen
28
Les déchets
De afval
29
Une ferme de ménage
Een poetsvrouw
30
Une haie
Een haag
31
Un jardinier
Een tuinman
32
Un laveur de vitres
Een ruitewasser
33
Un lave-linge
Een wasmachine
34
Un lave-vaisselle
Een afwasmachine
35
La lessive
De was
36
Le linge
Het wasgoed
37
Le ménage
Het huishouden
38
Une pelouse
Een gazon
39
La répartition
De verdeling
40
Le repassage
Het strijken
41
La vaisselle
De afwas
42
Quotidien
Dagelijks
43
Arroser
Sproeien
44
Balayer
Vegen
45
Charger
Inladen
46
Contacteren à
Wijden aan
47
Débarraser
Afruimen
48
Devoir
Moeten
49
Essuyer
Afvegen
50
Nourrir
Voeden
51
Peler
Schillen
52
Plier
Opvouwen
53
Promener
Uitlaten
54
Ramasser
Opruimen
55
Suspendre
Ophangen
56
Tailler
Snoeien
57
Trier
Sorteren
58
Vider
Leegmaken
59
Enlever la poussière
Afstoffen
60
Faire le lit
Het bed opmaken
61
Mettre la table
De tafel dekken
62
Passer l'aspirateur
Stofzuigen
63
Une armoire
Een kast
64
Une baignoire
Een badkuip
65
Une bibliothèqeu
Een boekenkast
66
Une buanderie
Een berghok
67
Un bureau
Een bureau
68
Une cave
Een kelder
69
Une chaise
Een stoel
70
Une Chambre (à coucher)
Een (slaap)kamer
71
Un couloir
Een gang
72
Une cuisine
Een keuken
73
Une douche
Een douche
74
Une entrée
Een hal
75
Un escalier
Een trap
76
Une étagère
Een schap
77
Un fauteuil
Een zetel
78
Un garage
En garage
79
Un grenier
Een zolder
80
Un jardin
Een tuin
81
Un lampadaire
Een staanlamp
82
Une lampe
Een lamp
83
Un lavabo
Een wastafel
84
Un lit
Een bed
85
Un living
Een woonkamer
86
Un miroir
Een spiegel
87
Une pièce
Een ruimte
88
Un placard
Een inbouwkast
89
Un portemanteau
Een kapstok
90
Un robinet
Een kraan
91
Une sales à manger
Een eetkamer
92
Une salle de bains
Een badkamer
93
Une salle de séjour
Een woonkamer
94
Un salon
Een salon
95
Une table
Een tafel
96
Une table basse
Een salontafel
97
Un tapis
Een tapijt
98
Les toilettes
Een toilet