Taak 4 Geheugen Flashcards
(39 cards)
Welke twee typen geheugen zijn er?
korte- en lange termijn geheugen
Kenmerken korte termijngeheugen
- Kan beperkte hoeveelheid informatie opslaan (tussen de 5 en 9 stuks) →beperkte capaciteit
- Korte termijn geheugen vereist repetitie, wanneer je een letterreeks leest en iets leidt je af, dan neemt je kans om de letters te herhalen snel af.
- Als je iets uit het korte termijn geheugen eenmaal vergeten bent, gaat het verloren
Lange termijn geheugen
- Kan een enorme hoeveelheid informatie opslaan
- Je kunt lange termijn herinneringen reconstrueren waar je jaren niet aan hebt gedacht, hoewel de herinnering misschien niet 100% nauwkeurig is.
- Met lange termijn geheugen kan een hint je helpen iets te reconstrueren waarvan je dacht dat je het vergeten was.
Consolidatie (versterken)
Verder stelde hij voor dat het opslaan van iets in het korte termijngeheugen gedurende een voldoende lange periode het voor de hersenen mogelijk maakt het te consolideren (versterken) in het lange termijngeheugen. Vermoedelijk gebeurt dit door het bouwen van nieuwe synapsen of andere structurele veranderingen. Als iets de repetitie van het korte termijngeheugen onderbrak voordat de consolidatie compleet was, ging de informatie gewoon verloren.
flitslichtherinneringen of ‘Flashbulb memories’
Emotioneel belangrijke herinneringen worden snel
gevormd. Als een gebeurtenis buitengewoon opwindend is (eerste kus, of tragedie) herinnert u zich niet alleen de gebeurtenis zelf, maar ook de gebeurtenissen net ervoor en erna
- De fysiologische verklaring is dat zeer emotionele ervaringen de locus coeruleus opwekken, waardoor de afgifte van norepinefrine door de cortex en de afgifte van dopamine in de hippocampus toeneemt. Emotionele ervaringen verhogen ook de afscheiding van epinefrine en cortisol die de amygdala en hippocampus activeren (sneller informatie opslaan door hoge activiteit).
- Het punt is dat consolidatie afhangt van meer dan de tijd die nodig is om nieuwe eiwitten te synthetiseren.
synaptic tag-en-capture-proces
Het synaptic tag-en-capture-proces is wanneer je brein snel een nieuwe herinnering labelt en onthoudt als belangrijk en relevant, zoals wanneer je een nieuwe route naar huis onthoudt nadat je hem een keer hebt genomen.
Het synaptic tag-en-capture-proces is wanneer je brein snel een nieuwe herinnering labelt om later vast te houden als er een vergelijkbare en belangrijke gebeurtenis plaatsvindt.
Waaruit bestaat het lange termijngeheugen?
Declaratief geheugen (expliciet) → bewust informatie kunnen oproepen:
- Semantisch geheugen;
- Episodisch geheugen;
Niet-declaratief geheugen:
- Impliciet geheugen;
o Procedureel geheugen
o Gewoontes (habit-learning);
o Vaardigheden;
o Priming;
o Simpele vormen van conditionering.
declaratieve kennis
- Declaratieve kennis is kennis die beschikbaar is als bewuste herinnering, en het kan in gedachten worden gebracht als herinnerd verbaal of non-verbaal materiaal, zoals een idee, geluid, beeld, gevoel, geur of woord.
wat is het semantisch en episodisch geheugen?
Declaratief geheugen biedt een manier om de externe wereld weer te geven. Declaratief geheugen heeft 2 hoofdcomponenten:
- Semantisch geheugen (feiten over de wereld); weten wat de hoofdstad is van frankrijk. mensen herkennen. weten wat geleerd is op school
- Episodisch geheugen (specifieke details van gebeurtenissen uit het verleden kunnen herinneren). herinnering aan de eerste schooldag. ookwel autobiografische kennis.
Werkgeheugen
Korte termijngeheugen. Nodig om info op te slaan en daar iets mee te doen.
Niet-declaratief geheugen
Impliciet geheugen (niet-declaratief geheugen)
▪ Vormen van gewoontes
▪ Vaardigheden ontwikkelen
Priming
het verbeterde vermogen om een item te detecteren, produceren of classificeren op basis van een recente ontmoeting met hetzelfde of een gerelateerd item.
Non-associatief leren
Het geheugen bestaat uit verschillende dimensies: Habituatie/habit learning: dit is
non-associatief leren, waarbij er gewenning optreed bij een stimulus. Klassiek conditioneren: dit is
associatief leren, waarbij nieuwe verbanden worden gelegd tussen een stimulus en respons.
trial en error leren
Trial and error leren is een manier van leren waarbij men door herhaaldelijk proberen en fouten maken uiteindelijk de juiste oplossing vindt. Het geleidelijke trial-en-error leren dat leidt tot gewoontes wordt gesteund door het striatum. Habit-learning is gekenmerkt door herhalend gedrag en het is niet gevoelig voor veranderingen in de waarde van de beloning (declaratief gedrag is dat wel!).
De relatie tussen geheugensystemen:
Twee manieren van leren: klassieke conditionering en operante conditionering
Klassieke conditionering(niet decleratief): Het combineren van 2 stimuli, verandert de respons op een van de stimuli.
Instrumentele/operante conditionering: Een respons leidt tot een bekrachtiging of bestraffing. Een bekrachtiger is elke gebeurtenis die de toekomstige kans op een reactie vergroot. Een bestraffer is een gebeurtenis die de frequentie van de respons onderdrukt.
bij operante conditionering de reactie van het individu de uitkomst bepaalt (bekrachtiging of straf), terwijl bij klassieke conditionering de CS en UCS op bepaalde momenten voorkomen, ongeacht het gedrag van het individu.
engram
Lashley was op zoek naar het engram = de fysieke weergave van wat er is geleerd. Een verbinding tussen 2 hersengebieden zou een mogelijk voorbeeld van een engram zijn. Lashley redeneerde dat als leren afhangt van nieuwe of versterkte verbindingen tussen hersengebieden, een mes dat ergens in de hersenen is gesneden, die verbinding zou moeten onderbreken en de aangeleerde reactie zou opheffen.
Equipotentialiteit en mass action (Lashley)
Lashley stelde daarom 2 principes voor over het zenuwstelsel:
- Equipotentialiteit → alle delen van de cortex dragen in gelijke mate bij tot complex gedrag zoals leren, en elk deel van de cortex kan elk ander vervangen;
- Mass action → de cortex werkt als geheel, en meer cortex is beter;
Onderzoekers ontdekten dat Lashley’s conclusies op onnodige aannames berustten:
A) Dat de hersenschors de beste of enige plek is om naar een engram te zoeken;
B) Dat het bestuderen van een voorbeeld van leren net zo goed is als het bestuderen van een ander.
Paden van leren (thompson) LIP
Thompson’s onderzoek identificeerde een kern van het cerebellum, de laterale interpositus nucleus (LIP), als essentieel voor leren. Aan het begin van de training vertoonden die cellen weinig respons op de stimulus, maar naarmate het leren vorderde, nam hun respons toe. Bij onderdrukking van LIP → geen respons op presentatie stimuli. Het onderdrukken van de rode nucleus (een motorgebied in van de middenhersenen dat input ontvangt van het cerebellum) verhinderde tijdelijk een reactie op de stimulus, maar verhinderde niet het leren. Leren vond dus plaats in het LIP.
Geheugenverlies na schade aan de hippocampus
Schade aan hippocampus en omliggende structuren van de mediale temporale kwab:
- Intellectuele en taalvaardigheden bleven intact;
- Persoonlijkheid bleef hetzelfde, met uitzondering van emotionele kalmte;
- Anterograde amnesie = onvermogen om herinneringen te vormen aan gebeurtenissen die plaatsvonden na hersenbeschadiging.
- Retrograde amnesie = geheugenverlies van gebeurtenissen die plaatsvonden vóór de hersenschade;
o Ernstigst in tijd voorafgaand aan de schade;
- Intact korte termijn- / werkgeheugen, tenzij afleiding plaatsvindt;
- Beperkte opslag van het langetermijngeheugen;
- Vorming van een paar nieuwe zwakke semantische herinneringen, d.w.z. aan feitelijke informatie;
- Ernstige verlies van episodische herinneringen = herinneringen aan persoonlijke gebeurtenissen (wel feiten, maar geen ervaringen);
o De meeste zijn van vóór de schade.
- Bijna intact procedureel geheugen, implicerend dat het procedurele geheugen afhankelijk is van andere hersengebieden.
delayed matching-to-sample task
De “delayed matching-to-sample task” is een procedure waarbij een dier een object ziet (de “sample”) en na een vertraging moet kiezen uit twee objecten, waarvan het het object moet kiezen dat overeenkomt met de “sample”. Het dier moet zich herinneren welk object tijdens deze gebeurtenis aanwezig was.
De hippocampus is belangrijk voor de “delayed matching-to-sample task” omdat hij cruciaal is voor declaratief geheugen, met name het episodische geheugen. Schade aan de hippocampus beïnvloedt in de meeste gevallen sterk de prestaties in deze taak.
Theorieën over de functie van de hippocampus:
Een andere hypothese relateert de hippocampus aan geheugen voor context. Onderzoek toonde het belang van de hippocampus voor het episodisch geheugen aan. Vermoedelijk bevat het episodisch geheugen een context → bezienswaardigheden, geluiden, een of meer locaties en een reeks gebeurtenissen.
procedurele kennis
- Procedurele kennis verwijst naar informatie gebaseerd op vaardigheden. Het geleerde is ingebed in aangeleerde procedures en komt tot uiting in prestaties.
delen van de hersenen koppelen aan geheugen: hippocampus, striatum, amygdala, motor cortext, cerebellum, parientale cortex, voorste temperale cortex
De hippocampus is belangrijk voor een snelle opslag van een gebeurtenis. decleratief geheugen
Het striatum (een deel van de basale ganglia) is belangrijk voor het geleidelijk ontwikkelen van gewoonten en voor het zien van complexe patronen die niet duidelijk zijn bij een enkele proef. (OCD) - gewoontegeheugen
Amygdala: emotionele gebeurtenissen
De motor cortex heeft neurale connecties met het cerebellum, welke ook bijdraagt aan het impliciete geheugen. Het cerebellum speelt een belangrijke rol in klassieke conditionering.
De pariëtale cortex is belangrijk voor het uitwerken van episodische herinneringen (= persoonlijke gebeurtenissen).
De voorste temporale cortex dient als een hub voor semantische herinneringen (=feitenkennis).
geheugen van feiten en evenementen: mediale temporale kwab, thalamus en hypothalamus