Taal Flashcards
(26 cards)
Psycholinguïstiek
Studie cognitieve processen van taal
Taalbegrip, -verwerving, -productie
Taalkenmerken Clark en Clark (1977
communicatief
arbitrair
structuur
generatief
dynamisch
Taalniveaus
Pragmatiek
Semantiek
Syntax
Morfologie
Fonologie
Fonemen
taalklanken, de kleinste klankeenheid die betekenis
uitdrukt
wijziging foneem verandert betekenis
Morfeem
kleinste woorddeel dat betekenis uitdrukt
Syntax
Zinsleer
Combinatie woorden tot zinsdelen of zinnen
Semantiek
Betekenisniveau
parseren
Om zinnen semantisch te kunnen begrijpen moeten we ze syntactisch ontleden
Garden-path model
Intuinzinnen
vorm van grammaticaal ambigue zin
zin opnieuw verwerken omdat eerste interpratie incorrect is
Minimale hechting
Hechting volgens meest eenvoudige boomstructuur
wanneer er Twee verschillende boomstructuren mogelijk zijn
-> Volgens garden path geven we voorkeur aan de eenvoudigste structuur
late sluiting
Inkomend element wordt gehecht aan recent verwerkt zinsdeel
Dit betekent dat wanneer we een nieuwe informatie binnen een zin tegenkomen, we proberen deze informatie aan te sluiten bij de reeds bestaande syntactische structuur, totdat dat niet langer mogelijk is of tot er een duidelijk signaal is om een nieuw zinsdeel te beginnen.
Universele Grammatica
Zelfde stadia taalontwikkeling, ongeacht cultuur
Aangeboren sleutelprincipes die talen gemeenschappelijk hebben
Classificatie fonemen ifv articulatie
Articulatieplaats
Articulatiewijze
Stemhebbend/stemloos
Coarticulatie
fonemen overlappen elkaar tijdens uitspraak
Factoren die spraakperceptie mee ondersteunen
liplezen
foneemrestauratie
categorische spraakperceptie
aandachtsprocessen
McGurk Effect
iets anders horen, doordat de lippen niet overeenkomen met wat de persoon zegt
Foneemrestauratie
Brein vult ontbrekende fonemen spraaksignaal aan
Theorieën spraakherkenning
Motorische theorie
Cohortmodel
TRACE model
motorische theorie
Gemeenschappelijk systeem
spraakperceptie en spraakproductie
Spraakperceptie
dmv vergelijking met hoe eigen spraakorgaan spraak zou produceren
cohort model
Activatie
beginfonemen activeren alle woorden consistent met spraaksignaal = cohort
Filtering
woordkandidaten inconsistent met daaropvolgende spraakinput
(bottom-up) of context (top-down) gradueel gefilterd uit cohort
proces houdt aan tot 1 woord overblijft
punt van herkenning
trace model
woordlaag
foneemlaag
auditieve kenmerken
directionele excitatie tussen lagen
inhibitie binnen een laag
Woordsuperioriteitseffect
makkelijker letter eruit halen/onthouden wanneer het vervormd zat in een woord
Interactive activation model
3 lagen
- woord
- letter
- kenmerk
spillover effect
Het beschrijft hoe de verwerking van een woord of een deel van een zin invloed kan hebben op de verwerking van daaropvolgende woorden of zinsdelen. Met andere woorden, de cognitieve belasting die gepaard gaat met het begrijpen van een moeilijk of complex woord kan doorsijpelen naar de verwerking van de woorden die daarop volgen, waardoor deze ook moeilijker te verwerken worden.