Taal Flashcards
(52 cards)
Sensory register
ontvangt alle sensoriële stimuli
Korte termijn geheugen
sensoriële stimuli waaraan aandacht besteed wordt, komt hier terecht
Lange termijn geheugen
informatie opgeslagen uit het KTG
Impliciet of procedureel geheugen
Hoe je iets doet
Bv: fietsen, autorijden,…
=> LTG
Expliciet of declarative geheugen
- episodisch geheugen (= autobiografisch)
- semantisch geheugen (= kennis)
=> LTG
Semantische concepten
het abstract idee van iets, betekenissen die aan woorden of zinnen worden toegeschreven
definiërende eigenschappen
= noodzakelijke en voldoende voorwaarde
typicaliteitsgradiënt
zegt hoe (a)typisch iets is
Family resemblance
= het idee dat objecten of concepten gemeenschappelijke kenmerken delen, maar niet noodzakelijkerwijs exact hetzelfde zijn
=> een totale score van typicaliteit
Multidimensional scaling (MDS)
een statistische techniek die wordt gebruikt om de afstanden of overeenkomsten tussen objecten visueel weer te geven in een lagere dimensie, zodat patronen in de gegevens gemakkelijker te begrijpen zijn.
Prototypevisie
stelt dat een concept wordt gerepresenteerd via een abstracte samenvattende representatie of prototype
=> categorisatie en typicaliteit is gebaseerd op de gelijkenis met het prototype
Exemplaarvisie
Concepten worden niet gerepresenteerd door een centrale tendens of karakteristieke eigenschappen, maar wel door geheugensporen van concrete exemplaren.
prototype
Het meest typische, representatieve voorbeeld van een categorie, gebaseerd op de gemeenschappelijke kenmerken die het meeste overeenkomen met de rest van de categorie.
bv: Een duif kan een prototype zijn van een vogel, omdat het veel typische kenmerken van vogels heeft, zoals vleugels, veren en het vermogen om te vliegen.
Exemplaar
Een specifiek, individueel voorbeeld van een categorie, dat niet per se het meest typische is, maar gewoon een lid van die categorie.
Bv: Een specifieke duif die je op straat ziet, is een exemplaar van de vogelcategorie. Het is een individueel lid van die groep, maar het is niet noodzakelijkerwijs het meest typische voorbeeld.
Generisch model
Gaat uit van variërende abstractie.
Abstractie
continuüm met prototype en exemplaarmodel als de extremen, maar met tussenliggende niveaus van abstractie
Theorie-gebaseerde visie
leggen de focus op samenhang van een concept, gebaseerd op “lekentheorie”
( soort biologische essentie)
=> kritiek op similariteitsgebaseerde visies
herpes simplex encephalitis
= hersenontsteking
=> heeft effect op semantische kennis
Verklaringen voor dubbele dissociatie
semantische kennis opgebouwd als:
1) domeinspecifieke kennis
2) modaliteitsspcifieke kennis
Polyseme woorden
= Lexicaal ambigue woorden
woorden met meerdere betekenissen
Bv: boek (object, inhoud,…)
foneem-monitoringtaak
taak waarbij iemand snel moet aangeven of een bepaalde foneem (de kleinste eenheid van geluid) in een reeks van woorden aanwezig is of niet
Bv: druk zodra je “v” hoort
Lexicale beslissingstaak
taak waarbij proefpersonen moeten zeggen of het een bestaan woord is of niet
exhaustieve theorie
alle betekenissen zijn altijd geactiveerd, ongeacht context en relatieve frequentie