taalvaardigheid I Flashcards
(32 cards)
een advocaat, advocaten
en advokat, -er
een werknemer
en arbetare, -
een architect, architecten
en arkitekt, -er
een bakker, bakkers
en bagare, -
een job, jobs
en bana, banor
een boer, boeren
en bonde, bönder
een directeur, directeuren
en direktör, direktörer
een dokter, de dokter, dokters
en doktor, (bestämd form singular: doktorn), doktorer
een koningin, koninginnen
en drottning, -ar
een onderzoeker, onderzoekers
en forskare, -
een fotograaf, fotografen
en fotograf, fotografer
een kapper, kappers
en frisör, -er
een schrijver, schrijvers
en författare, -
een heldin, heldinnen
en hjältinna, hjältinnor
een held, helden
en hjälte, hjältar
een ingenieur, ingenieurs
en ingenjör, -er
een chemicus, chemici
en kemist, -er
een kok, koks
en kock, -ar
een collega, collega’s
en kollega, kollegor/kolleger
een kunstenaar, kunsternaars
en konstnär, -er
een bouwer, bouwers
en konstruktör, -er
een dokter, dokters
en läkare, -
een leerkracht, leerkrachten
en lärare,-
een medewerker, een collega, collega’s
en medarbetare, -