taalverwerving Flashcards

(35 cards)

1
Q

4 fasen taalverwerving

A
  • prelinguale fase
  • vroeglinguale fase
  • differentiatiefase
  • voltooiingsfase
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe oud zijn kinderen tijdens de prelinguale fase?

A

0 - 1 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

in hoeveel fasen is de prelinguale fase opgedeeld?

A

4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

fase 1 prelinguale fase

A

huilen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

vanaf wanneer begint fase 2 van de prelinguale fase

A

vanaf ongeveer 6 weken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe gebruikt een kind zijn stem tijdens fase 2 van de prelinguale fase?

A

vocaliseren -> eu, e, u

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe oud is het kind bij fase 3 van de prelinguale fase?

A

4 - 8 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe gebruikt een kind zijn stem tijdens fase 3 van de prelinguale fase?

A

vocaal spel -> re, ere, egge, euwhee
-> hiervoor zijn geen wettigmatigheden, zijn overal ter wereld hetzelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe oud is een kind tijdens fase 4 van de prelinguale fase?

A

+ 8 maanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

hoe gebruikt een kind zijn stem tijden fase 4 van de prelinguale fase?

A

brabbelen -> ba, ba, ba / ma, ma, ma / da, da, da
-> reduplicatie, verdubbeling, imitatie, interactie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe oud is een kind in fase 1 van de vroeglinguale fase?

A

1 - 2 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe gebruikt een kind zijn stem in fase 1 van de vroeglinguale fase?

A

holofrasen = eenwoordzinnen
-> mama, papa

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe klinken de woordjes in fase 1 van de vroeglinguale fase?

A
  • vocaal + consonant of consonant + vocaal
    -> pee = peer, deu = deur, oen = zoen
  • geen opeenvolging van verschillende medeklinkers: toel, bood, mek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoe lossen kinderen de moeilijkheid van opeenvolging van verschillende medeklinkers op?

A

door een svarabhaktivocaal = een doffe e in de voegen en de moeilijke medeklinker achteraan te plaatsen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

voorbeelden svarabhaktivocaal

A
  • fimmel = film
  • seluffer = slurf
  • zaffel = zalf
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat proberen kinderen nog te vermijden tijdens fase 1 van de vroeglinguale fase

A

de moeilijke fonemen als r, l en s

17
Q

hoe noem je het weglaten van klanken?

18
Q

voorbeelden weglaten moeilijke klanken

A

paad = paard, ka = kaas, pijke = spijker

19
Q

hoe oud is een kind tijdens fase twee van de vroeglinguale fase?

20
Q

hoe gebruikt een kind zijn stem tijdens de tweede fase van de vroeglingualefase?

A
  • tweewoordzinnen
  • overextensie
  • overrestrictie
21
Q

voorbeelden tweewoordzinnen

A

nog lezen, dat vogel, oma huilen

22
Q

overestensie

A

grotere betekenis geven
-> koe zeggen tegen meerdere dieren

23
Q

overrestrictie

A

kleinere betekenis geven
-> denken dat mama de naam is van je moeder

24
Q

onomatopie

A

klanknabootsing

25
hoe oud is een kind in de differentiatiefase
2,5 - 5 jaar
26
hoe gebruikt een kind zijn stem in de differentiatiefase?
- gigantische uitbreiding van woordenschat - eerste tekenen van inzicht in de morfologie - zelf verklaringen zoeken voor woorden - op logische wijze eigen woordenschat - juiste persoonlijke voornaamwoorden
27
tot wat leid hun inzicht in de morfologie?
overgeneralisatie binnen meervoudsvorming, verkleinwoorden en werkwoordsvervoeging
28
fouten op meervoudsvorming
1 varken, 2 varken
29
fouten op verkleinwoorden
sneeuwwit
30
fouten op werkwoordsvervoeging
breekte, valde, loopte
31
wat zou een kind als verklaring kunnen aanzien voor pollepel?
je houd het met je pollekes vast
32
voorbeeld kind maakt eigen woordenschat
pittenhok = klokhuis moppen = een mop uithalen
33
welke zaken blijven moeilijk tijdens de differentiatiefase?
synoniemen, homoniemen en beeldspraak
34
hoe oud zijn kinderen tijdens de voltooiingsfase?
5 +
35
hoe gebruikt een kind zijn stem tijdens de voltooiingsfase?
- kinderen beginnen volwassenen te verbeteren - er ontstaat een soort kindertaalcultuur met oa alftelrijmpjes