Tandplaque Flashcards
(34 cards)
Functies residente microflora (2):
- Kolonie resistentie: voorkomen hechting/groei opportunitische pathogenen
- Draagt bij aan de gezondheid van de gastheer
Benoem de 5 stappen van plaquevorming
- Vorming van pellikel/pellicle
- Transport en hechting van bacteriën (0-24h)
- Groei en vorming van microkolonies (4h-7d)
- Coadhesie van andere soorten en microbiële successie –> toename van diverstiteit (1-7d)
- Climax community/volwassen plaque (>1w)
Suiker inname zorgt voor een zuurdere omgeving in de mond. Wat zijn hiervan de gevolgen? (2)
- Groei van schadelijke bacteriën en biofilm wordt gestimuleerd
- Glazuur wordt aangetast, cariës ontstaan
Wat gebeurt er als de relatie tussen de residente flora en de gastheer verstoord raakt?
Mondproblemen ontstaan
Waaruit bestaat de biofilm?
Bacteriën en slijm
Wat gebeurt er tijdens fase 1: Vorming van pellikel/pellicle?
Glycoproteïnen (macromoleculen), uit speeksel, hechten op een compleet schoon oppervlak (binnen enkele minuten). > Is na 24 uur rijp. Het laagje glycoproteïnen noemen we pellicle. Deze pellicle maakt hechting van andere eiwitten en bacteriën mogelijk.
Wat gebeurt er tijdens fase 2: Transport en hechting van bacteriën?
Bacteriën worden aangevoerd via speeksel hechten selectief aan het pellicle door receptoren (kan niet op schoon oppervlak). Ze moeten adhesie hebben
(selectieve adherence)
Wat is adhesie?
Aantrekkingskracht
Wat gebeurt er met bacteriën die niet kunnen hechten aan de pellicle?
Deze klonteren samen door agglutines en worden weggespoeld door speeksel
Uit welke bacterien bestaat plaque voornamelijk?
uit S. Sanguinis, S. Mitis (vooral bij cariës) en S. Oralis (meest voorkomend, 95%).
Wat gebeurt er tijdens fase 3: Groei microkolonies?
De bacterie gaat slijm (EPS) produceren en vorm een kolonie (op plaatsen waar speekselstroom laag is: groefjes, kuiltjes, dikke plaque)
Bacteriën die gehecht zijn gaan groeien en vormen kolonies. De stroming van speeksel vormt een schuifkracht op de adherende bacteriën. Bij plekken waar bacteriën opgehoopt zijn is er een zwaardere schuifkracht op de bacteriën. Bij plekken waar bacteriën verscholen liggen (dieper in glazuur) is er een lichtere schuifkracht. Zo worden er microkolonies gevormd, vooral in kuiltjes en groeven
Hoe wordt de geproduceerde slijm ook wel genoemd?
extra-cellulair polymer substances (EPS)
In speeksel zitten antibacteriele stoffen. Waar zorgen deze stoffen voor?
Ze zorgen voor balans: remmen groei en metabolisme van pathogenen af. Ze zorgen voor verhindering van hechting en stimuleren fagocytose
Wat gebeurt er tijdens fase 4: Microbiele successie en co-adhesie?
De bacterie bevat adhesie > nieuw bacterie kan hechten > bevat ook adhesie en hecht = coadhesie > We krijgen te maken met een population shift (pionier soorten worden langzaam vervangen). De plaque wordt steeds dikker > minder zuurstof > pH gaat omlaag waardoor plaque zuurder wordt (verschuiving aerobe > anaerobe)
Welke invloed heeft weinig O2 (zuurstof) op de pH en wat gebeurt er? (3)
- De pH wordt lager
- Hoe meer (obligate) anaeroben
- Hoe meer productie van zuren (fermentatie): gisting
Wat is de functie van speeksel bij plaquevorming? (3)
- Speeksel buffert zuren
- Bevat amylase (suikers afbreken)
- Wegspoelfunctie voor suikers, zuren, bacteriën
Wat doet amylase?
Kan suikers afbreken zodat bacteriën er niet van kunnen profiteren
Wat gebeurt er naar mate de plaque vordert?
Er vinden verschuivingen plaats van aerobe naar anaerobe
Wat gebeurt er tijdens fase 5: Community climax/volwassen plaque?
Samenstelling verschilt per locatie in de mond en per persoon > dominante soorten in plaque zijn: Veillonella, Actinomyces > bacteriën kunnen zich verspreiden voor verdere kolonisatie
Dit wordt ook wel volwassen plaque genoemd. Het systeem is nu in evenwicht en bevat de maximale diversiteit. De samenstelling verschilt per locatie in de mond en per persoon. Deze samenstelling is erg stabiel, maar kan wel verstoort raken. Dominante soorten: Actinomyces en Veillonella
Welke bacteriën zijn altijd in plaque aanwezig?
S. Mutans en S. Oralis
Waar is de speekselstoom het zwakst
o Approximaal
o Occlusaal: groeven
o Rand van de gingiva
Samengevat: Wat gebeurt er tijdens de 5 fasen:
- Pellikelvorming: eerste hechting van Glycoproteïnen : enkele minuten
- Bacteriën groeien uit tot kolonies : selectief hechten door receptoren
- Gaan slijm produceren: vormen eigen omgeving > pionier soorten haken af, secundaire soorten : dagen
- Andere soorten zullen de slijm wel aantrekkelijk vinden > hierdoor ontstaat microbiele successie > population shift
- Uiteindelijk volwassen plaque = climax community, bacteriën kunnen zich verspreiden voor verdere kolonisatie: weken
Aerobe > anaerobe
Welke stoffen bufferen zuren in spreeksel?
Fosfaat en bicarbonaat
Een belangrijke omgevingsfactor in de mond is speeksel (!), speeksel bevat (5)
- Voedingsstoffen
- Optimale pH (6.75-7.25)
- Optimale temperatuur (35-36 graden)
- Wegspoelen van losse bacteriën en het wegspoelen en afbreken van etensresten
- Antibacteriële stoffen