te gebruike methodes Flashcards

(7 cards)

1
Q

hoe bereken je de partiële correlatie?

A

de lineaire relatie tussen twee continue variabelen, terwijl er rekening wordt gehouden met andere continue variabelen

rXY.Z= (r_(xy )-rxzryz)/√(r^2 xzR^2 yz)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

hoe bereken je de interactie tussen 3 variabelen?

A

via de multipele regressieanalyse

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe wordt de multipele correlatiecoëfficiënt aangeduid in SPSS

A

R

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

verschil tussen dependent en niet dependent

A

dependent: is dat het ene een invloed heeft op het andere en ervan afhangt

niet dependent: het gaat louter om een samenhang

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

2 categorische meetniveau’s om significant verband te meten

A

chi^2

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

bij 2 van het metrische niveau om een significant verband te meten

A

Pearson correlatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voor variabelen van het metrische en het categorische meetniveau

A

ANOVA of t-toets

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly