Teksten in Renaissanceliteratuur Flashcards
(16 cards)
Van wie komt het motto: “t Kan Verkeeren”? Wat bedoelt die schrijver hier mee? Waarom past dit motto bij het wereld- en mensbeeld van de renaissance?
Het komt van G(erbrand). A(driaensz). Bredero. Hij legt de nadruk op “het tellen van de tijd”: het leven kan elk moment veranderen, en dat is de reden om van elk moment te genieten. Dit past bij het motto van de renaissance, die het wereld- en mensbeeld van die tijd onder woorden brengt: carpe diem!
Wat is het humanisme? Wie staat er om bekend degene te zijn die dit in verband heeft gebracht met de renaissance? Waarom/op welke manier deed hij dat?
Het humanisme is het centraal zetten van de mens, in plaats van God. Erasmus staat er om bekend dit in verband te hebben gebracht met de renaissance door te stellen dat de klassieke oudheid een belangrijk voorbeeld is van de menselijke beschaving.
Een belangrijke vraag binnen de renaissance is: “heeft de mens in de renaissance geloof in god omgeruild voor geloof in zichzelf?”
Welke schrijver geeft antwoord op deze vraag? In welk gedicht is dit antwoord te vinden? Wat is zijn antwoord?
Constantijn Huygens geeft antwoord op deze vraag in zijn gedicht Korenbloemen: “het geloof in eigen kunnen hoeft het geloof in God niet in de weg te staan”, zou je in dit gedicht kunnen lezen.
Geef een Nederlands en een Italiaans voorbeeld van een homo universalis. Leg uit op welke manier zij een rolmodel vormen voor het humanisme.
Nederlands: Constantijn Huygens. Italiaans: Leonardo da Vinci.
Beiden laten zien dat een echte renaissancist alles kan worden wat hij wil en een grenzeloos geloof in eigen kunnen heeft, het centrale idee van het humanisme.
Wie heeft Gysbrecht van Aemstel geschreven? Leg uit hoe Gysbrecht van Aemstel de kunstopvattingen van de renaissance volgt door de kenmerken op te sommen, te definiëren en te koppelen aan de tekst.
Gysbrecht van Aemstel is geschreven door Joost van den Vondel. Het volgt de kunstopvattingen van de renaissance op deze manieren:
Translatio = vertalen van klassieke teksten: van den Vondel vertaalde Aeneis van Vergilius en verwijst hier naar in de tekst.
Imitatio = schrijven van eigen tekst met klassieke kenmerken: de tekst voldoet aan de Poetica van Aristoteles
Aemulatio = het toevoegen van Christelijke elementen
Wat is catharsis?
Catharsis is het soort therapie die het meeleven met een hoofdpersoon met zich mee brengt.
Welke vergelijking met de klassieken maakt Vondel in zijn gedicht Het stockse van Johan van Oldenbarnevelt, Vader des Vaderlants?
Vondel vergelijkt de executie van Seneka door Nero met de executie van van Oldenbarnevelt door Maurits van Oranje.
Waarnaar verwijst de “derden voet” in de vierde strofe van “het Stockse van Johan van Oldenbarnevelt, Vader des vaderlandts”?
Het verwijst naar de stok.
Verklaar de woordspeling in: “Wie ging, zoo krom gebuckt, noit krom!”
Van Oldenbarnevelt was heel oud en stond dus fysiek krom, maar mentaal niet: volgens Vondel had hij altijd gelijk.
Welke twee zaken vergelijkt Constantijn Huygens in het epigram “Hamer”?
Hij vergelijkt de effectiviteit van een kort, snel en fel uitgesproken woord in plaats van een lang zwaar bericht met dat van een hamer in plaats van een zwaar ijzer.
Hoe past de inhoud van het gedicht “Hamer” van Constantijn Huygens, dat gaat over de effectiviteit van een kort en krachtig bericht, bij het genre van een epigram?
Het gedicht past bij het genre van een epigram omdat het zijn eigen effectiviteit illustreert: het laat zien dat een kort, kernachtig gedicht - een epigram - effectiever is in het overbrengen van een krachtige boodschap dan een lang en zwaar gedicht.
Citeer een zinnetje in het gedicht Historiën van P.C. Hooft waaruit blijkt dat hij niet alleen feiten wil opschrijven, maar ook waarde hecht aan mooie taal.
Een zinnetje dat dit illustreert is: “Gode lof in der eeuwigheid”. Het verwoord de feiten op een poëtische manier.
Welke rol spelen het geloof en de overheid in P.C. Hooft’s Historiën? In welk opzicht verschilt dit met de rol van geloof en overheid in middeleeuwse teksten, zoals Karel ende Elegast?
Het geloof dient als verklaring en geruststelling van de bevrijding. De overheid en zijn gezag wordt gezien als noodzakelijk om de wanorde en misbruik na de bevrijding te voorkomen. In middeleeuwste teksten, zoals Karel ende Edelgast worden de rol van geloof en overheid minder als van elkaar gescheiden gezien: de overheid wordt direct door God aangestuurd en maakt het gezag heilig, geloof dient niet als troost maar als rechtvaardiging.
Waarom was opvoeding zo belangrijk ten tijde van de Verlichting? Hoe verschilt dat met de opvoeding van nu?
De opvoeding was belangrijk ten tijde van de Verlichting omdat het als “een van de speerpunten van het verlichtingsstreven naar verbetering van de samenleving” werd gezien. Tegenwoordig is opvoeding meer gericht op de ontwikkeling- en de unieke kwaliteiten van het individu, in plaats van zijn of haar aandeel binnen de samenleving.
Welke boodschap lees je in het gedicht “Ik ben lekker stout” van Annie M.G. Schmidt? Hoe verschilt dit met “de Pruimenboom” van Alphen?
Het gedicht benadrukt het belang van stoutheid bij de opvoeding van het kind, het feit dat dit bij het leven hoort. Het helpt het kind om de wereld te ontdekken op zijn of haar eigen manier. “De Pruimenboom” legt juist de nadruk op het belang van gehoorzaamheid en zelfbeheersing, en ziet stout zijn als iets dat bestraft moet worden.
Uit welke zin in het fragment uit Sara Burgerhart blijkt dat R. zich bij andere vrouwen ook zo gedragen heeft? Hoe reageerden andere vrouwen daar op?
Uit de zin: “zelden heb ik zo veel werk gehad aan mijn lieverdjes.” Ander vrouwen gaven zich kennelijk makkelijker over.