Tentamen 1 Flashcards
(32 cards)
Mediator
Verklaart de relatie tussen X en Y.
Hoe/Waarom is X van invloed op Y?
Moderator
Verandert de sterkte (richting) van de relatie tussen X en Y.
Wanneer/Voor wie is het effect sterker?
Correlationeel onderzoek
Archival of survey
Hoe verschilt de relatie…/Hoe is X gerelateerd aan Y?
Causaal onderzoek
Lab (lage externe validiteit) of veldexperiment (lage interne validiteit)
Wat is het effect/invloed van X op Y?
Kenmerken causaliteit
- X en Y komen samen voor (correlatie)
- Er is een logische verklaring
- X gaat vooraf aan Y in de tijd
- Er is geen andere oorzaak
Under-coverage
Leden van de populatie zijn uitgesloten van het sample
Miss-coverage
Niet-leden zijn opgenomen in het sample
Hoge sampling error zorgt voor…
lage representativiteit
Onder categorisch valt…
Nominaal en ordinaal
Onder metrisch valt…
Interval en ratio
Categorisch (IV) en categorisch (DV)
Chi-square
Categorisch (IV) en metrisch (DV)
T-test/Anova
Metrisch (IV) en categorisch (DV)
Logit analyse
Metrisch (IV) en metrisch (DV)
Regressie analyse
Simple random sampling
PS: iedereen gelijke kans
Systematic sampling
PS: selecteer elk 3e element
Stratified sampling
PS: verdeel in homogene groepen en pas simple random sampling toe binnen de groepen
Cluster sampling
PS: verdeel in heterogene groepen, selecteer een aantal groepen en pak elk element uit die groepen
Convenience sampling
NPS: elementen die makkelijk benaderbaar zijn
Quota sampling
NPS: vast aantal respondenten voor elke subgroep
Judgement sampling
NPS: experts
Snowball sampling
NPS: elementen verspreiden onderling de survey
Metingsvaliditeit
Target raken: meet een test wat deze zou moeten meten
Multi item vs. single item
Zelf bedacht vs. hoge kwaliteit van eerdere studies
Interne validiteit
Valide conclusies trekken over het effect van X op Y