tentamen 2B3 bundel Flashcards

1
Q

In welke laag begint de vasculitis van de grote vaten?

A

tunica adventitia

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke cellen worden bij vasculitis van de groten vaten geactiveerd?

A

dendritische cellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waardoor wordt een vasculitis van de kleine vaten veroorzaakt?

A

immuuncomplexen en ANCA-geassocieerde processen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

complicatie van arteritis temporalis

A

blindheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar slaan de immuuncomplexen bij Henoch-Schönlein vooral neer? hoe herken je dit?

A

huid van de benen. Te herkennen als purpura

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat zijn cryoglobulines?

A

antistoffen die neerslaan in koude omstandigheden en oplossen bij het opwarmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn ANCA’s?

A

antineutrofiele cytoplasmatische antistoffen (dus gericht tegen neutrofiele granulocyten)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke antistoffen zijn kenmerkend voor Systemische Lupus Erythematodes (SLE)?

A

ANA bij 100% positief maar ook bij andere aandoeningen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

twee uitingen van het antifosfolipiden syndroom

A

verhoogde stollingsneiging en zwangerschapscomplicaties

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

In welke trimester is probleem door APLS het meest frequent?

A

2e semester doordat trombose in de placenta kunnen leiden tot intra-uteriene vruchtdood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Fenomeen van Raynaud kleurverandering

A

eerst wit door ischemie, daarna blauw door cyanose en als laatste rood door hyperaemie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Waar zitten de ontstekingen bij het Blau syndroom (genetische vorm van sarcoïdose)

A

ogen, huid en gewrichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waar staat de CURB-65 voor?

A

Confusion, Ureum, Respiratory Rate, Bloeddruk en 65 of ouder.

  • 0 of 1 punt is thuis behandelen.
  • 2 punten is korte opname
  • 3 of meer punten is opname ICU
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn loketten bij pleuravocht?

A

holtes in longvlies die afgesloten worden door fibrinedraden, komt vaak voor bij empyeem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Met welk antibioticum wordt pneumocystitis jirovecci pneumonie behandeld?

A

cotrimoxazol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn kenmerkende symptomen van de ziekte van Kawasaki?

A

aardbeientong, rode huid en kwijlen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Waar staat PROVOKE voor?

A
Plaats
Rangschikking
Omvang
Vorm
Omtrek
Kleur
Efflorescentie
18
Q

Wat is erytheem?

A

wegdrukbare rode kleurverandering van de huid

19
Q

Wat zijn Koplikse vlekken?

A

witte laesies op wangslijmvlies. Kenmerkend voor Mazelen

20
Q

welke twee exanthemen hebben een meldingsplicht bij de GGD?

A

Mazelen en rode hond

21
Q

Hoe werkt de pathergietest?

A

Met een naald wordt in een steriele pustel geprikt en na 24-48 uur wordt gekeken of een zweer of afte ontstaat

22
Q

aspect bacteriële meningitis

A

troebel

23
Q

aspect liquor bij virale meningitis

A

helder/licht-troebel

24
Q

Wat is de ernstigste vorm van malaria

A

plasmodium falciparum (malaria tropica)

25
Q

Wat betekent antibody-dependent enhancement?

A

antistof in de gastheer is aanwezig door voorafgaande Dengue infectie. Dit bindt aan het virus bij nieuwe infectie met ander serotype. Dit is niet in staat het virus te neutraliseren.

26
Q

Waaruit bestaat het Atopisch syndroom?

A

rhinitis, astma, voedselallergie en atopisch eczeem

27
Q

Welk gen is sterk geassocieerd met het atopisch eczeem?

A

filaggrine

28
Q

Wat is het belangrijkste criterium voor constitutioneel eczeem?

A

jeuk

29
Q

acroniem anamnese bij allergie

A

ABCD:

  • typische Allergische klachten?
  • klachten in relatie tot Blootstelling?
  • Consistent klachten na blootstelling?
  • klachten Direct (<2 uur) na blootstelling?
30
Q

Waar staat het acroniem LARISA voor bij de anamnese van reizigers?

A
Locatie
Activiteiten
Reiziger
Incubatietijd
Syndromen
Aanvullend onderzoek
31
Q

hoeveel procent van de opgenomen patiënten in NL hebben een zorggerelateerde infectie?

A

5-10%

32
Q

Hoe ziet het typische nierbeeld eruit bij lupus nefritis?

A

Full house aankleding: IgG, IgM, IgA, C3 en C1q

33
Q

Wat houdt de miasmatheorie in?

A

gedachte dat verspreiding ging via slecht ruikend lucht

34
Q

Welk medicijn wordt absoluut niet gegeven bij reizigers die koorts krijgen op reis?

A

NSAID’s, omdat deze de neiging hebben trombopathie te geven. Dit is ernstig wanneer er al een trompopenie is door een Dengue infectie.

35
Q

Welk cytokine speelt een belangrijke rol bij de pathogenese van vasculitis van de grote vaten?

A

IL-6

36
Q

Wat wordt bedoeld met het crackersign bij het syndroom van Sjögren?

A

het niet kunnen eten van droog voedsel zonder erbij te drinken

37
Q

Wat is het Köbner fenomeen?

A

Het fenomeen dat een huidziekte ontstaat of zich uitbreidt naar plaatsen waar de huid een of ander trauma heeft ondergaan

38
Q

Waar komen echinococcen cysten vooral voor?

A

in de lever

39
Q

8 contra-indicaties voor immunotherapie

A
  • Ernstige immuundeficiënties
  • Maligniteiten
  • Ernstige psychische stoornissen.
  • Behandeling met bètablokkers.
  • Ernstige astma, of ongecontroleerde door farmacotherapie (FEV1 <70%).
  • Significante cardiovasculaire aandoeningen
  • Kinderen jonger dan 5 jaar
  • slechte compliance
40
Q

Welke antistoffen zijn bij meer dan 95% van de SLE patiënten aanwezig?

A

antistoffen tegen dubbelstrengs DNA