Tentamen Vragen Flashcards

(20 cards)

1
Q

Wat is politiek

A

Maken van keuzes en beslissingen om het land, provincie of gemeente te besturen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is rechtsstaat

A

Land waar rechten en plichten van de burgers en de overheid zijn vastgelegd en worden nageleefd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Verschil kabinet en regering

A

Regering: bedenkt nieuwe wetten
Kabinet: voert ze uit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Hoe veel zetels

A

150 2e kamer
75 1e kamer
225 totaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Voorbeeld misdrijf en overtredingen

A

Misdrijf: moord
Overtredingen: door rood rijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een delict

A

Een strafbaar feit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Directe democratie

A

Land waarin je zelf mag stemmen voor nieuwe wet of lastige politieke probleem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Indirect democratie

A

Land waar ze volksvertegenwoordigers kiezen die beslissingen neemt namens ons

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Actief kiesrecht

A

Het recht om te stemmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Passief kiesrecht

A

Hey recht om je verkiesbaar te stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wie zitten in het kabinet

A

Ministers en staatssecretarissen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wie zitten er in de regering

A

Minister en de koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het parlement

A

1e en 2e kamer (2e kamer kiezers)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Parlement ^ regering en kabinet

A

Controleer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Regering en kabinet ^ parlement

A

Legt verantwoording af aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Waar staan W en B voor

A

Wethouder en burgemeester

17
Q

Een man geeft iemand neer gestoken en dat komt omdat hij stemmen in z’n hoofd heeft, leg uit waarom de rechter het waarschijnlijk tbs vind?

A

Omdat als hij aleen gevangen was genomen en weer vrijkomt hij het waarschijnlijk nog een keer doet dus moet hij in een behandeld worden in een TBS kliniek

18
Q

Wie is ongeveer hetzelfde als de wethouder

19
Q

Wat is een motie

A

Uitspraak van het parlement die door 1 of meer kamer leeden word voorgesteld

20
Q

Kernmerk autoritaire staten

A

-weinig rechten
-kleine groep mensen
-gedwongen om te stemmen op wie de macht als heeft