Tentamenfeitjes 2C1! Flashcards

(181 cards)

1
Q

Welke structuur loopt door foramen processus transversi?

A

a vertebralis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe wordt propofol toegediend

A

Het is erg lipofiel middel dat toegediend wordt als een emulsie met sojaolie of lecithine. Lipofiel is wel nodig voor BBB.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Welke ingrepen doe je bij iemand die algehele anesthesie krijgt?

A

Continue pulsoximetrie (saturatie), kapnometrie (CO2), regelmatige bloeddrukmeting, ECG en temperatuurbewaking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke substantie vd matrix vh gewrichtskraakbeen gaat als eerste verloren bij artrose?

A

Glycosaminoglycanen (GAGs).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Substantie kraakbeen:

A

Chondrocyten
ECM: proteoglycanen (GAG+eiwit), water, hyaluronzuur,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Artrose vs RA:

A

Artrose:
- Botvorming aan gewrichtsoppervlak (eburnatie)
- Fissuurvorming
- Erosie vanuit het midden/deformatie
- Osteophytvorming
- Subchondrale botvorming (sclerose) + subchondrale cysten
- Gewrichtsspleetversmalling

RA:
- Pannus
- Symmetrisch
- Langdurige ochtendstijfheid
- Synovitis
- Erosie vanaf de rand
- Ontsteking
- Meer erosies op de overgang van bot naar kraakbeen dan RA

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Met welke kracht/moment kan het beste een plat gewrichtsvlak gemobiliseerd worden?

A

Met behulp van een dwarskracht dichtbij gewrichtsholte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke stoffen zijn belangrijk bij regulatie van calcium en fosfaathuishouding?

A

Vit D
Parathyreoidhormoon (PTH)
Calcitonine
FGF23/klotho

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe heet botvorming direct vanuit mesenchymale cellen?

A

Desmale verbening

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Welke cellen komen niet uit mesenchymale stamcellen?

A

Osteoclasten, deze komen uit een hematopoetische stamcel. Het is macrofaag achtig en breekt bosmatrix af.

Het ligt in de resorptie lacunae (Howship)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat doet een osteoblast?

A

Produceert osteoid (ongemineraliseerde botmatrix). Komt uit een mesenchymale stamcel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Welke zenuw innoveert m brachialis?

A

n musculocutaneus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

CRPS en type 1 vs 2

A

Complex regionaal pijn syndroom

Type 1 geen aantoonbare zenuwschade, type 2 wel.

CRPS komt bij vrouwen 2x zoveel voor tov mannen.
Het is assymmetrisch
Geen therapie, pathofysiologie niet duidelijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Waar zitten de capitulum en trochlea van de humerus?

A

Het zijn de uiteinden van de humerus. De trochlea zit mediaal en capitulum zit lateraal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Welk radiologisch kenmerk van een normale indirecte/secundaire fractuurgenezing ontbreekt bij hypotrofische avasculaire pseudo-artrose

A

Callus; een verdikt botachtig weefsel dat zich vormt rond breuk tijdens genezing. Indicatief voor actieve botgenezing bij radiologie. Het ontbreekt hier omdat er sprake is van inadequate bloedtoevoer –> botgenezing verstoort

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Welke typen fracturen heb je?

A

Comminutief: wanneer fractuur uit meer dan 2 botfragmenten bestaat
Gecompliceerd: fractuur met huidpenetratie, niet te zien op röntgenfoto’s
Gedisloceerd
Intra-articulair

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Van welke botverbinding is membrana interesse tussen radius en ulna een vb?

A

Junctura fibrosa.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat betekenen volgende termen: syndesmose, articulatie composita, articulatie cartilaginea en drie assig gewricht:

A

Syndesmose: verbinding tussen 2 botdelen door membraan of ligament
Articulatio composita: gewricht dat bestaat uit meer dan 2 botdelen
Articulatio cartilaginea: gewricht waarbij botdelen verbonden met kraakbeen
Drie assig gewricht: gewricht dat in 3 assen kan bewegen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Welke zones heb je in de epifysaire groeischijf?

A

Rustende zone: hier liggen chondrocyten
Proliferatieve zone: delen en gaan ze in rijtje liggen
Hypertrofische zone: chondrocyten zwellen op en er treedt calcificatie op
Ossificatie: chondrocyten sterven af en er ontstaat osteoid depositie tegen kraakbeenmatrix

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is epifysiolisis capitis femoris? En welk klinisch teken hoort hierbij?

A

Heupkop glijdt vh bovenbeen; bij flexie –> been automatisch in exorotatie en abductie. Test van Drehmann is positief.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Waar zit de origo van rectus femoris?

A

spina iliaca anterior inferior

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Salter Harris classificatie:

A

Type 1: geen klachten
Type 2: bovenste gedeelte fractuur
Type 3: onderste gedeelte fractuur
Type 4: bovenste en onderste gedeelte fractuur
Type 5: groeischijf beschadiging door compressie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Hoe verloopt Genua Valga/varus bij kinderen?

A

tot 2 jaar Genua varus, hierna tot 7 jaar Genua valgus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Hoe wordt osteochondrose ter plaatse vd tuberositas tibiae genoemd?

A

Osgood-Schlatter-knie. Het is een ongecontroleerde aangroei van kraakbeen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Waar wordt de tunnel voor graft gemaakt bij een VKB reconstructie?
Aan de mediale zijde van de laterale femurcondyl
26
Wat doet de VKB?
Het zorgt ervoor dat tibia zich niet interieur kan verplaatsen tov femur
27
Welke spieren worden gebruikt bij de actieve voorste schuifladetest? En de actieve achterste?
Voorste: quadriceps Achterste: hamstrings
28
Op welke wijze vinden interstitiele en appositionele groei van kraakbeen plaats?
Interstitieel: deling van chondrocyten in de chondronen Appositioneel: stamcellen uit perichondrium differentiëren tot chondroblast --> chondrocyt
29
Waarom zullen losse stukjes kraakbeen niet onmiddellijk verdwijnen door necrose?
Kraakbeen voedt zich middels synoviale vloeistof, dus het kraakbeen zal niet aangetast worden door necrose, zeker gezien het kraakbeen niet gevasculariseerd is.
30
3 vormen van luxatiefractuur in onderarm:
Galeazzi: breuk radiusschacht en luxatie DRUG. Daarnaast evt ruptuur van membrana interossea en TFCC. Na een val op geproneerde uitgestrekte hand. Monteggia: fractuur ulna, luxatie proximale radiuskop Essex-Lopresti: dislocatie DRUG, volledige ruptuur v membrana interossea en radiuskopfractuur.
31
Hoe wordt dode stuk bot genoemd bij chronische osteomyelitis in een osteomyelitis haard?
Sekwester
32
Hoe wordt kanteling van de hand in frontaal vlak richting kan vd duim genoemd?
Radiale deviatie
33
Wat is morbus quervain?
Ontsteking rondom uiteinde vd radius in onderarm; extensor pollicis longus en Brevis lopen hier. Dit test je met de Finkelstein test; je doet duim naar voor, vingers eromheen --> ulnairdeviatie.
34
Welke structuren in carpale tunnel?
- N medianus - Flexorpezen: 4 flexor digitorum profundus, 4 flexor digitorum superficialis, 1 flexor pollicis longus Er lopen geen venen/arterien
35
Wat is Hill-Sachs laesie?
Letsel van de humeruskop, doordat het tegen de voorste rand van de schouderkom komt --> sprake van posterieure schade van het caput humeri
36
Wat is Bankart laesie?
Beschadiging van labrum glenoidale door ontwrichting. 95-100% vd anterieure luxaties leidt hiertoe.
37
Waarom is passieve stabiliteit v articulatio glenohumerale minder groot dan articulatio coxae?
1. Doordat de botten minder goed op elkaar passen 2. Doordat de ligamenten minder sterk zijn
38
Functie van dystrofine:
Zorgt voor versterking en stabilisatie van celmembraan van spieren. Bij afwezigheid dystrofine-gen sprake van Duchenne (atrofie vd spieren)
39
Hoe wordt overbelasting beschreven adv acute to chronici workload ratio model?
Te grote toename aan belasting tov wat individu gewend is. Als iemand meer dan 1.5x doet wat normaal is.
40
Drie kerntaken sportartsen:
Blessureconsulten Sportmedisch onderzoek Teambegeleiding
41
Wat kan leiden tot femurkop necrose tijdens zwangerschap?
Transient osteoporose/bone marrow edema
42
Waarbij wordt CT vaak gebruikt?
Bij beoordeling van integriteit van ossale structuren. Denk aan grootte vd laesie/integriteit van subchondrale plaat. Heeft wel veel stralingsbelasting.
43
Ficat classificatie:
Toegepast bij osteonecrose 1: Normaal röntgenbeeld 2: Sclerose of cysteuze laesies zonder subchondrale fractuur 3: Crescent sign (subchondrale collaps) of trapje in contour van subchondraal bot 4: Artrose met versmalling gewrichtsspleet en osteofytvorming
44
Voorkeurslocaties van osteonecrose?
Talus, femurcondyl, caput humeri, caput femoris, distale femur
45
Welke Gustillo gradaties bestaan er?
Graad 1: open fractuur <1 cm, lang en schoon Graad 2: open fractuur >1cm, zonder uitgebreid weke delen letsel Graad 3: open segment fractuur: 3a: met weke delen bedekking (periost intact) 3b: met perioststripping en blootliggen vh bot 3c: met arterieel vaatletsel
46
Wat doet de peroneus communis qua beweging in de voet?
Dit leidt tot een hanentred; uitval van zowel de extensoren als de m.peroneus. Normaliter trek je de voet op tijdens het lopen (dorsoflexie), maar bij deze pt is dit niet mogelijk --> ze tillen hun voet iets meer op (haventred). Het zorgt voor eversie; valgus (heffing laterale voet tov mediale voet), dorsoflexie en pronatie
47
Waar zit het ligament van Lisfranc?
Op de voet op het gewricht tussen tarsaal en metatarsaal (tussen 1e en 2e teen)
48
Wat is een tarsale coalitie?
Een benige verbinding tussen 2 of meer botten in achter/middenvoet. Meest voorkomende vorm = calcaneo-naviculare coalitie; platvoet waarbij hiel constant in valgus. Normaliter staat hiel in beetje in valgus, maar wordt gecorrigeerd wanneer je op de tenen staat. Bij calcaneo-naviculare coalitie gebeurt dit niet --> niet kunnen lopen aan laterale kant vd voet, hevige pijnklachten. Gebeurt vanaf 12 jaar, omdat dan de ossificatie van calcaneus en naviculare plaatsvindt en tegen elkaar drukken.
49
Aan welke 5 kenmerken moeten inflammatie rugklachten voldoen volgens ASAS?
Verbetering met beweging Klachten gaan niet weg bij rust Nachtelijke rugpijn Langzaam ontstaan <40jr
50
Op welk niveau van de wervelkolom eindigt het myelum?
Myelum is ruggenmerg en loopt tot ongeveer hoogte van L1-L2 (conus). Caudaal hiervan ligt cauda equina.
51
Wat is syndroom van Verbiest?
Neurogene claudicatio intermittens; Vaak doof gevoel en tintelingen in rug, billen en beide benen. Niet ver kunnen lopen en staan gaat ook lastig. Klachten verminderen bij voorover buigen, pt kan fietsen.
52
Wat is scoliose?
3D-verkromming vd rug, waarbij zijwaartse en roterende kromming. Kan het beste aangetoond worden met buktest volgens Adams. Sprake van scoliose bij Cobbse hoek > 10 graden. Komt meer voor bij vrouwen dan mannen. Thoracaal links convexe (naar rechts gelegen apex) bocht is ene indicatie voor MRI vd wervelkolom. Oorzaak: - Idiopatisch (80%) - Congenitaal - Secundair (Duchenne, Pompe, cerebrale parese).
53
Waar zit de m rhomboideus?
Aan de achterkant, van romp naar schouder
54
Hoe heten uitlopers van diepe fascie richting het bot?
Septum intermusculare
55
Uitval van nervus femoralis leidt tot uitval in welke spiergroep?
Quadriceps
56
Hoe differentieren chondrocyten zich en waar vindt dit plaats?
Dit gaat over enchondrale verbening: Chondrocyten differentieren zich in chondronen, in de proliferatieve zone. Hierna zwelt het bot op in de hypertrofische zone. Vanuit kraakbeenzone wordt het been gecalcificeerd, waarbij dus ossificatie (botvorming) ontstaat.
57
Welke onderzoeken worden uitgevoerd om rotatorcuff letsel aan te tonen?
Echo en MRI (weke delen)
58
Hoe heet nieuw gevormd bot (dat telkens gevormd wordt) bij chronische osteomyelitis?
involucrum
59
Wat schrijf je op als je bij de nulmethode, de nulpositie niet passeert?
Dan schrijf je de 0 als laatste; bijv 130/30/0. Dit kan gebeuren bij een contractuur of bij pijn.
60
Welke opname doe je vaak bij het aantonen van een schouderluxatie? (zowel posterieus als anterieur)
Je doet een AP-opname en een y-opname. Ook wel scapulolaterale opname; processus coracoideus en acromion zijn goed zichtbaar en creëren de armen van de y.
61
Vanuit welke kant moet geprikt worden bij een elleboogpunctie zodat je zo min mogelijk neurovasculaire schade hebt?
Radiaal, hier hoeft alleen door kapsel van het humeroradiaal gewricht geprikt te worden. Ventraal: bevat veel vaten + n medianus Mediaal: n ulnaris Dorsaal: geen structuren, maar pees van triceps te dik
62
Hoe lopen de flexoren van de onderarm?
Zie plaatje aantekeningen: 4 stuks: 1. Kort radiaal: m flexor carpi radialis 2. Lang oppervlakkig en radiaal: m flexor digitorus superficialis 3. Lang diep en ulnair: m flexor digitorus profundus 4. Kort ulnair: m flexor carpi ulnaris
63
Wat is morbus dupuytren?
Vingers gaan krom staan door hypertrofische fibrosering van fascia palmares --> dwangstand van MCP en PIP gewrichten. De palmaire aponeurose wordt steeds steviger, waardoor de pezen vd vingers ook steeds steviger worden aangetrokken --> vingers kunnen niet meer strekken. Over het algemeen geen pijn, maar wel functiebeperking
64
Wat is intersectie syndroom?
Ook wel roeierspols genoemd; pijnlijke ontsteking van onderarm door wrijving op plek waar onderarmspieren elkaar kruisen --> zwelling en pijn, vaak ventraal aan pols/onderarm. Buigen en strekken van pols en vastpakken van voorwerpen verergeren pijn.
65
Ziekte van Quervain?
Pijn in duim door onsteking in peesschede rondom uiteinde v onderarm; hier zit eerste extensorloge, waar extensor pollicis Brevis en adductor pollicis longus lopen.
66
Waar vindt meeste artrose plaats?
In het CMC1 gewricht, ook wel duimbasis gewricht.
67
Welke spieren lopen in het diepe volair compartiment vd onderarm?
m flexor digitorum profundus M flexor pollicis longus M pronator quadratus
68
Wat is ziekte van Kienbock?
Een avasculaire necrose van het os lunatum
69
Bij wat voor soort fractuur is de kans op een os scaphoid avasculaire necrose het grootst?
Een proximale fractuur; een van de takken vd vascularisatie zal aangedaan zijn, wat leidt tot een probleem bij fractuurgenezing.
70
Wat is een synostose en wat gebeurt er bij een synostose tussen ulna en radius?
Sysnostose is een verbening van een structuur. Er is geen pronatie of supinatie meer mogelijk, omdat de radius niet meer om de ulna kan draaien. Het kan niet chirurgisch verholpen worden, maar wel kan de stand gecorrigeerd worden. Meestal vanaf geboorte aanwezig, maar ook posttraumatisch ontstaan
71
Enkele risicofactoren jicht
>45 jaar Man Alcohol abuse Hydrochloorthiazide gebruik
72
Welke nervi zorgen voor innervatie van abductie vh been? En voor adductie?
Abductie: n gluteus superior. Uitval kan leiden tot Trendelenburggang. Adductie: n obturatorius
73
Wat zijn de rotator cuff spieren van de heup?
Obturatorius internus Quadratus femoris M Gemellus superior en inferior
73
Wat zijn de rotator cuff spieren van de heup?
Obturatorius internus Quadratus femoris M Gemellus superior en inferior
74
Waar bestaat hyalien kraakbeen uit?
80% water, proteoglycaanophopingen en collageen type 2
75
Hoe werken lokale anestethica?
Via de remming van de Na-instroom in zenuwcellen. Toxiciteit van lokale anesthetica kan behandeld worden met een lipideninfuus. De vrije fractie van vetoplosbare anesthetica wordt geabsorbeerd in lipidenemulsies.
76
Wat is toxische bovengrens bij anesthetica?
Om te voorkomen dat lokale toediening leidt tot systemische effecten in hersenen en hart
77
Meest aangewezen behandeling bij 25jr man met pijnlijke heup, ficat stadium 2
Core decompressie; druk normaliseren, pijn verminderen, revascularisatie en reparatie beïnvloeden
78
Pathofysiologisch mechanisme van aseptische loslating van een prothese?
Polyethyleen slijtage partikels geven aanleiding tot ontstekingsreactie door macrofagen met botresorptie (osteolyse) rond prothese
79
Relatie tussen pijn en gonartrose + coxartrose:
Coxartrose; belangrijke klacht is pijn, maar <50% Gonartrose: artrose vd knie. Grootste gedeelte ervaart geen pijn.
80
Wat gebeurt er met calcium en fosfaathuishouding bij een hyperparathyreoidie?
PTH is hoog: dus een verhoogde opname van Ca uit botten, verlaagde Ca uitscheiding in de nieren en meer aanmaak vit D. Het verlaagt fosfaat uitscheiding. Oftewel, Calcium is hoog, fosfaat is laag
81
Appositionele groei:
Differentiatie van chondroblasten tot chondrocyten in perichondrium. Het is groei van buitenaf, zorgt voor verdikking
82
Welke meniscus is beweeglijker?
De laterale meniscus, omdat deze minder stevig gevestigd is aan het gewrichtskapsel
83
Wat is de beste therapie voor een tendinopathie?
Excentrische oefentherapie door de pijn heen
84
Waaruit bestaat de enkelvork?
Lig tibiofibularis posterius Lig tibiofibularis anterius Membrana interossea cruris
85
Wat zijn de ottowa ankle rules?
Drukpijn beoordeling over 4 punten: 1. Over uiterste 6 cm van distale fibula 2. Over uiterste 6 cm van mediale malleolus 3. Over basis van MT5 (aanhechting peroneus pees) 4. Over os naviculare Voet is onbelastbaar wnr pt niet 4 stappen kan zetten
86
Welke bewegingen worden minder krachtig als m tibialis posteriori losgemaakt wordt van insertie?
Plantairflexie, supinatie, adductie
87
Waar is origo van hamstrings?
Aan het tuber ischiadicum
88
Welk onderzoek doe je bij verdenking op kruisbandletsel?
MRI knie. Kruisbanden zijn goed af te beelden met hoge sensitiviteit voor het aantonen van evt letsel
89
Verschillende oorzaken van interne volumetoename bij een compartimentsyndroom:
Fractuur Bloeding drugs/alcohol misbruik Crushletsel Vloeistofinjectie in compartiment Schotverwondeing Postischemische zwelling Rhabdomyolyse
90
Wat is Sinding-Larsen-Johansson?
Knieaandoening bij adolescenten door irritatie van groeiplaat. Doordat botten een snelle groeidoormaken, maar de spieren en pezen relatief kort blijven, zal er veel spanning op groeischijf komen te staan
91
Ziekte van Perthes?
Functiebeperking van de heup, pijn manken en niet willen lopen. Wanneer dit in een paar dagen overgaat, dan heet het coxitis fugax. Wanneer niet, dan is het de ziekte van Perhtes. Groeistoornis door passagere circulatiestoornis van femurepifyse --> necrose --> botinfarct
92
Ziekte van Scheuermann:
Bovenrug wordt krom door vergroeiing van wervels
93
Ziekte van Kohler
Zeldzame aandoening van os naviculare. Eenzijdige avasculaire botnecrose.
94
Hoe wordt de hoek genoemd voor het meten van een scoliose en vanaf hoeveel graden spreek je van een scoliose? Vanaf welke hoek doe je een operatie?
Cobbse hoek, vanaf 10 graden Je doet een operatie vanaf 50 graden
95
Wat is het doel van een trekschroef?
Het dichterbijbrengen van fractuurdelen
96
Bij welke vorm van botgenezing is er sprake van callusformatie?
Bij secundaire botgenezing.
97
Voordat compartimentssyndroom vastgesteld mag worden moet een bepaalde waarde overschreven worden:
De capillaire perfusiedruk. Wanneer de druk in het compartiment (door bloeding of oedeem) de capillaire perfusiedruk overschrijdt, dan stroomt er geen bloed meer in en uit de spier --> ischemie en spiernecrose
98
Welke test is het meest geschikt voor aantonen van een lateraal collateraal ligamentletsel
De varus stresstest. Lachman wordt ook gebruikt, maar deze wordt vaker gebruikt voor een voorste kruisband letsel.
99
Welke intrinsieke en extrinsieke rugspieren heb je?
Intrinsiek: spieren die aan de wervelkolom vastzitten: M. erector spine: m iliocostalis, longissimus en spinalis M transversospinalis: semispinalis, multifidus en rotatores Extrinsiek: spieren die niet aan wervelkolom vastzitten: Lattisimus dorsi, trapezius, rhomboideus en levator scapulae
100
Hoe vindt beweging tot stand binnen 2 wervels?
Bewegingssegment van Junghanns: - 2 wervellichamen (corpus vertebrae) - Discus intervertebralis - 4 facetgewrichten (juncture zygapophysealis) - Ligamenten
101
Wanneer is de test van Laseque positief?
Ook wel straight leg raising test genoemd. Pijn in de rug en/of uitstraling in aangedane been tussen 30-70 graden flexie vd heup. Wordt gedaan bij verdenking op een lumbale hernia nucleus pulposi
102
Wat is spondylitis ankylopoetica
Bechterew; chronische, systemische, inflammatoire aandoening met onbekende oorzaak. Vaak jonge mannen. Sacro-iliitis, squaring van wervels, verbening van ligamenten en shiny corners (hyperdense wervelhoeken) 3 kenmerken: 1. Inflammatoire rugklachten 2. Beperkte beweeglijkheid wervelkolom 3. Sacro-iliitis Daarnaast: enthesitis, artritis, pijn en stijfheid thorax
103
Wat is meest typische pijn bij ziekte van Bechterew?
Pijn nachts en in ochtend
104
Welke spieren testen de volgende testen: Internal rotation lag test External rotation lag test Drop arm test
Internal rotation lag test: m subscapularis External rotation lag test: m infraspinatus Drop arm test: m supraspinatus
105
Wat doet calcitonine met de bot turnover?
Zorgt voor verminderde botafbraak door directe inhibitie van osteoclasten
106
Wat is pseudo artrose?
Door non-union (niet helen door slechte doorbloeding) kan dit ontstaan.
107
Welke structuur bevat het eiwit dystrofine
Een costameer; de verbinding tussen cytoskelet van spiervezel en ECM bestaat uit 2 delen: 1. Het dystrofine glycoproteine complex 2. Integrine receptor complex
108
Welke soorten kristallen heb je en waarvoor zijn ze een indicatie?
Urinezuurkristallen: jicht Calcium pyrofosfaat dihydraat kristallen (CPPD): pseudo jicht.
109
Welk ontstekingseiwit blokkeer je om jichtaanval te behandelen?
IL-1, bijv allopurinol of benzbromaron
110
Welke gewrichten zijn vooral aangedaan bij RA? En artrose?
RA: Het is systemisch, maar vooral de PIP en MCP gewrichten. Artrose: PIP, DIP, maar nooit MCP.
111
Meest voorkomende chronische gewrichtsaandoening?
Artrose
112
Radiologische kenmerken van artrose in de subchondrale boslaag
Cystevorming Sclerosering
113
Wat is de MAC?
Minimale alveolaire concentratie; maat voor potentie van een anestheticum. Potentie= concentratie die nodig is om de helft van patiënten een beweging te voorkomen bij chirurgische pijn. Hoe lager deze is, hoe potenter anestheticum Hoe hoger deze is, hoe lager de olie-gas-partitie --> hoe slechter de werking. Lagere olie-gas-partitie = slechter opgelost in bloed = slechtere werking
114
Wat gebeurt er na de ingreep na anesthesie?
Uitleding; stoppen met toediening van anesthesie, afbraak en toediening antagonisten (Sugammadex/neostigmine, naloxon). Het stoppen van toediening is hierbij belangrijker dan antagoneren.
115
Wanneer worden dampvormige anesthetica gebruikt?
Tijdens inleiding of bij kortdurende ingrepen, omdat deze niet goed geantagoneerd kunnen worden
116
Waar vindt 1-alfa hydroxylering van vit D plaats?
In de nier; 1e stap van omzetting is in de lever; 25-hydroxygroep gekoppeld aan vit D 2e stap in de nier: OH gekoppeld aan vit D --> 1.25 hydroxyvitamine D3 = actief vit D.
117
Achondroplasie:
Autosomaal dominant erfelijke aandoeningg met mutatie in FGFR3. Sprake van disproportionele verkorting van proximale delen van extremiteiten
118
Belangrijkste functie aponeurosis:
Krachtoverdracht
119
Exorotatie van de arm in het glenohumorale gewricht?
teres minor, infraspinatus en deltoideus
120
Welke diagnose bij painful Arc van 60-120 graden bij zijwaarts heffen?
Impingement syndroom oftewel, subacromiaal pijnsyndroom. Zwelling van pezen --> ruimte in acromion wordt kleiner.
121
Waar zit processus coronoideus?
Aan de kop vd ulna (proximaal)
122
Schade van welke zenuw leidt tot wankelend looppatroon en positieve Trendelenburg test
n gluteus superior; deze innerveert de n gluteus medius en minimus
123
Risicofactoren voor hematogene osteomyelitis:
IV drugsgebruik, sikkcelziekte, endocarditis, orthopedische implantaten, hemodialyse
124
Wat zijn kenmerken van een biologisch inactieve boslaesie? En welke bij actieve botlaesie?
Inactieve botlaesie= benigne geografische begrenzing= vaak uiting van langzame tumorgroei = benigne Actieve botlaesie= maligne Endostale scalloping
125
Voor welke ziekte check je dorsale zijde van ellebogen?
artritis psoriatica
126
Allopurinol verlaagt het serum urinezuur door remming van welk enzym?
Xanthine-oxydase
127
Effect van COX2 remmers op tromboxaan en prostaglandine E2?
Tromboxaan blijft onaangetast, (gaat wel indirect minimaal omlaag door prostaglandine) Prostaglandine gaat sterk omlaag
128
Welke 3 pezen begrenzen de tabatiere anatomique
Extensor pollicis longus Extensor pollicis brevis Abductor pollicis longus
129
Relatie tussen obesitas en gonartrose
Gonartrose heeft een grote relatie met obesitas; extrinsieke risicofactor
130
Wat zegt de bloed-gas-partitie coëfficiënt over werking van anestheticum?
Lage bloedgas-partitie coëfficiënt leidt tot een snellere werking van het oplossend middel, omdat het slecht in bloed oplost en het dus makkelijker de stof afgeeft.
131
Membraneuze ossificatie?
Oftewel, desmale verbening. Vanuit stamcellen worden ogteoblasten gevormd, die een osteoid Matrix afzetten. Vindt plaats in platte beenderen
132
Ziekte van Paget:
Verhoogde activiteit van osteoclast, gevolgd door hoge osteoblastactivatie. Dit gaat samen met een hoog alkalisch fosfatase.
133
Wat doe je wanneer je fracturen van een kind niet kan zien op een rontgenfoto
Je maakt over 7-10 dgn nieuwe rontgen
134
Wat is Maissonneuve fractuur?
Een proximale fibula fractuur, die optreedt bij een Weber C enkelfractuur. Je kijkt dan ook naar de mediale malleolus, aan de kant van lig deltoideum
135
Bij welke aandoening zie je het "too many toes" verschijnsel?
Bij platvoet. Vanaf de achterkant zie je dus meer tenen dan je eigenlijk hoort te zien.
136
MRC gradering
5= normale kracht 4= beweging tegen weerstand, maar minder kracht 3= beweging tegen zwaartekracht 2= beweging met zwaartekracht mee 1= wel contractie, geen beweging 0= geen contractie
137
Welke structuren door de tarsale tunnel:
Tom, Dick and very nervous Harry Tibialis posterior Flexor digitorum longus arteria tibialis posterior vena... n tibialis flexor hallucis longis
138
Locatie van volgende afwijkingen: Osgood Schlatter Sinding Larsen Johansson Freiberg Kohler Sever Panner
Osgood Schlatter: tuberositas tibiae Sinding Larsen Johansson: patella Freiberg: caput os metatarsale 2 Kohler: naviculare Sever: calcaneus Panner: capitulum van humerus
139
AOSpine thoracolumbar classification system:
Fracturen verdeeld in 3 groepen: A B C
140
Welke tests gebruik je om te kijken of de enkel soepel is?
Op tenen staan, test van Hulscher en met afhangend been voelen of achtervoet soepel is
141
Wat zijn karakteristieken van een klompvoet?
Klompvoet, ook wel pas equinovarus adductus= voet helemaal naar mediaal gedraaid CAVE: cavus, adductie van voorvoet, varus van achtervoet, equinus in enkel
142
Welke zenuw kan aangedaan zijn bij inversieletsel?
n profundus superficialis
143
Waardoor wordt osteochondrose gekenmerkt?
Stoornis in enchondrale verbening. Dit zit in het hele lichaam
144
Wat is zuggurtung fixatie?
Interne fixatie waarbij kleine pinnetjes en metalen vlechtdraad worden gebruikt.
145
Welke bostumor komt vrijwel niet voor bij pt met nog open groeischijven?
Reusceltumor
146
Wat is DISH?
Diffuse idiomatische skeletale hyperostose: verbening van ligamenten en pezen die onder spanning staan
147
Welke rode vlaggen kunnen wijzen op maligniteit in de rug?
Lage rugpijn na 50e levensjaar Continue pijn onafhankelijk van houding of beweging Nachtelijke pijn Algehele malaise Maligniteit in vg Gewichtsverlies Verhoogd BSE Neurologische uitval incontinentie Koorts/koude rillingen, nachtzweten
148
Wat is volgende stap wanneer rontgen geen goed beeld geeft?
CT. MRI doe je voor weke delen
149
Via welke anatomische structuur worden schroeven geplaatst bij een spondylodese?
In de pediculus arcus vertebrae
150
Hoe noem je een assymmetrie/bochel?
Gibbus
151
Welke behandeling bij scoliose?
Brace behandeling; wordt gedaan bij jonge meisjes pre-menarche, omdat ze nog veel te groeien hebben
152
Begrenzing anatomische snuifdoos:
Extensor hallucis longus Extensor hallucis brevis Abductor hallucis longus
153
Adductoren van been:
M pectineus M sartorius M adductor longus, brevis en Magnus M obturator externus
154
MPS VI: Beh?
Maroteaux-Lamy syndroom: Mutatie in ARSB gen Symptomen: grove gezichtsuitdrukking door vergroeiing, clan hands, carpaletunnelsyndroom, hepatosplenomegalie, corner clouding, evt mentale retardatie Beh: enzym replacement therapy; wekelijks een missend enzym gegeven. Werkt niet op botten/kraakbeen en kan BHB ook niet passeren.
155
Welke zenuw innoveert m triceps brachii?
N radialis
156
Wat gebeurt er met chondrocyten na enchondrale ossificatie?
Rustfase, proliferatiefase, hypertrofische fase, calcificatie fase en ossificatiefase. Hierna sterven de chondrocyten af
157
Hoe wordt het meest proximale en meest distale deel (dat grenst aan de groeischijf) genoemd?
Epifyse
158
Welke beweging is bot met name op gericht?
Compressiekrachten, ofwel axiale kracht
159
Wat is het probleem bij Mallet vinger?
Er is sprake van ruptuur van de terminale slip van de m extensor digitorum. Vaak bij mensen die bedden opmaken
160
Hoe heet een pols met artrose tgv letsel in het SL-ligament?
Een SLAC pols
161
Wat doe je qua operatie bij iemand met glenuhumorale luxatie met een Hills Sachs laesie en een niet ossale Bankart laesie?
Je doet scopisch labrumherstel; Kans op recidief kan verlaagd worden door structuren die kapot zijn gegaan tijdens eerdere luxatie te herstellen. Oftewel, je repareert labrum glenoidale, zodat humerus en glenoid weer aan elkaar kunnen groeien
162
Bankart laesie:
Laesie van het labrum. Niet te zien op conventionele röntgenfoto. 89-100% vd anterieure luxaties heeft een bankart laesie.
163
Hill Sachs laesie?
Corticale impressie (deuk) op kop van humerus
164
Welk gedeelte van kraakbeen vd knie is aangedaan bij varusletsel?
Mediale gedeelte. Bij valgus is het laterale gedeelte aangedaan.
165
Belangrijkste bloedvoorziening van heupkop?
Via a circumflexa femoris medialis en lateralis. Deze ontspringen uit a femoris profunda. Ischemie leidt tot inzakken van de kop (avasculaire necrose) --> kraakbeen blijft intact omdat kraakbeen wordt voorzien van voedingsstoffen via synodaal vocht.
166
3 mechanismen waardoor botproblemen ontstaan bij pt met nierfunctieproblemen:
- Vit D kan niet actief worden gemaakt --> geen calciumopname - Verminderde excretiefunctie --> meer toxische metabolieten --> metabole acidose --> osteoporose - Verhoogde fosfaat --> hypocalciemie --> meer PTH --> hyperparathyreoidie
167
Welke zenuwen maken supinatie en plantairflexie mogelijk? En dorsaalflexie + pronatie?
Supinatie en plantairflexie: n tibialis Dorsaalflexie + pronatie: peroneus profundus en superficialis
168
Waar wordt stelschroef voor gebruikt?
Stabilisatie bij herstel van tibia en fibula, wanneer de syndesmose stuk is.
169
EILO vs inspanningsastma:
Exercise induced laryngeal obstruction: - Benauwdheid bij keel - Moeite met inademen - Tijdens inspanning en progressief gedurende inspanning - Geen uitlokkende factoren - Diag: maximale inspanningstest met evt laryngoscopie - Beh: gezwollen slijmvliezen behandele, verder ademhalingstechnieken Inspanningsastma: - Benauwdheid op borstkas - Moeite met uitademen - Tijdens inspanning (vaak vroeg/na inspanning) - Uitlokkende factoren (kou, allergie, droge lucht) - Diag: maximale inspanningstest met longfunctie voor en na - Beh: astmamedicatie, uitlokkende factoren herkennen + vermijden
170
EILO vs inspanningsastma:
Exercise induced laryngeal obstruction: - Benauwdheid bij keel - Moeite met inademen - Tijdens inspanning en progressief gedurende inspanning - Geen uitlokkende factoren - Diag: maximale inspanningstest met evt laryngoscopie - Beh: gezwollen slijmvliezen behandele, verder ademhalingstechnieken Inspanningsastma: - Benauwdheid op borstkas - Moeite met uitademen - Tijdens inspanning (vaak vroeg/na inspanning) - Uitlokkende factoren (kou, allergie, droge lucht) - Diag: maximale inspanningstest met longfunctie voor en na - Beh: astmamedicatie, uitlokkende factoren herkennen + vermijden
171
Op welke positie wordt een aangedaan been met collumfractuur gezien?
In exorotatie, terwijl het been verkort is
172
Wat kan oorzaak zijn van een intoeing gait?
Ofwel een naar binnen gedraaide voet bij het lopen: - Coxa anteverta: anteversiestand van het collum tov bekken, waardoor het hele been naar binnen staat gedraaid - Endotorso tibiae: het naar binnen draaien van de tibia - Metatarsus adductus: voet wijst in adductie
173
Welke spier heeft de proximaal laterale begrenzing van de fossa poplitea? En proximaal mediaal? Distaal mediaal? Distaal lateraal?
De m biceps femoris. PM: m semitendinosus en m semimembranosus DM: m gastrocnemius caput mediale DL: m gastrocnemius caput laterale
174
Belangrijkste reden om een voorste kruisband (VKB) reconstructie uit te voeren?
Verminderen van de doorzakklachten. Operatief ingrijpen voorkomt artrose niet.
175
Osteochondrose ter hoogte van patella?
Sinding Larssen Johansson
176
Letsel van voorste kruisband door welke beweging?
Meeste spanning bij valgus en exorotatie
177
Wat is resectiearthoplastiek?
Het weghalen van een gewricht (of deel van)
178
Welke structuren zijn aangedaan bij een trigger finger?
A1 pulley, flexor digitorum profundus en superficialis
179
Spieren van schouder naar arm Van romp naar arm Van schouder naar romp
Schouder - arm: - Rotator cuff: subscapularis, supraspinatus, infraspinatus en m teres minor - M deltoideus - M biceps brachii - M coracobrachialis Romp arm: - M lattisimus dorsi - M pectoralis major Schouder romp: M serratus anterior M levator scapulae M rhomboideus M pectoralis minor
180
Welke 3 bevindingen bij een hamstringblessure?
Aanraakpijn Rekpijn en Aanspanpijn