Termen

Question 1

Supinatie

Answer 1

Achterover leunende beweging.
Openklappen van de hand, voet of ledematen

Question 2

Circumductie

Answer 2

Kegelvormige verplaatsing rond de as van het ledemaat

Question 3

Adductie

Answer 3

Beweging waarmee de afstand tussen de ledemaat en de romp wordt verkleind

Question 4

Abductie

Answer 4

Beweging waarmee de afstand tussen een ledemaat en de romp wordt vergroot

Question 5

Rotatie

Answer 5

Beweging rond de as
Naar binnen = indo
Naar buiten = exo

Heupen, schouders, armen

Question 6

Extensie

Answer 6

Beweging waarbij de uiterste twee kanten van de ledematen zo veel mogelijk van elkaar verwijderd worden

Question 7

Flexie

Answer 7

Beweging waarmee twee uiterste kanten van het lichaam naar elkaar toe gebracht worden

Question 8

Synovaal gewricht

Answer 8

Beweeglijke gewrichten
De botten zijn met synovaal vloeistof in de gewrichtsholte van elkaar gescheiden

Question 9

Vinyasa krama

Answer 9

Het samenstellen van een yoga sessie
Krama = stap
Nyasa = plek
Vi = juist

Question 10

Udana vayu

Answer 10

Beweegt vanuit de keel omhoog en correspondeert met de spraak

Uplifting, growth, expression, inspiration

Question 11

Vyana vayu

Answer 11

Correspondeert met de distributie van de energie naar de periferie van het lichaam

Expanding, energizing, integrating

Question 12

Prana Vayu

Answer 12

Opwaartse beweging van energie
Correspondeert met de borst en de longen

Uplifting, recharging, internalizing

Question 13

Apana vayu

Answer 13

Neerwaartse beweging van de energie
Correspondeert met het lagere gedeelte van de buik en ontlasting

Grounding, calming, embodying

Question 14

Sama Vayu

Answer 14

Energie die van buiten naar binnen beweegt
Correspondeert met de romp en spijsvertering

Question 15

Apana

Answer 15

Neerwaarts, weg
Verwijdering van afvalstoffen

Question 16

Prana

Answer 16

Omhoog
Ademen, leven(senergie)

Question 17

Pranayama

Answer 17

Het vergroten van de levensenergie met de ademhaling als instrument

Question 18

Sukha

Answer 18

Zacht, mild, aangenaam

Question 19

Stirha

Answer 19

Stevig, solide

Question 20

Sympathisch zenuwstelsel

Answer 20

Sympathische zenuwen werken bij activiteit en stress. Ze activeren de spieren, ademhaling en hartslag, en maken dat de bloeddruk stijgt en dat je gaat zweten

Question 21

Parasympatische zenuwstelsel

Answer 21

Parasympatische zenuwen zorgt voor rust, ontspanning en herstel. Ze bevorderen de vertering en afvalverwerking van het voedsel en versnellen de werking van de nieren. Tegelijkertijd vertragen ze de hartslag en de ademhaling

Question 22

Bewegingsvlak: Sagittaal vlak

Answer 22

Verdeelt het menselijk lichaam in links en rechts

Question 23

Bewegingsvlak: frontaal vlak

Answer 23

Verdeelt het lichaam in voor en achter

Question 24

Bewegingsvlak: transversale vlak

Answer 24

Het transversale of horizontale vlak verdeelt het lichaam in boven en onder

Question 25

Bandha

Answer 25

Betekenis: gebonden of slot. Energie door samentrekking van de spieren bundelen, vasthouden en aanwenden

Question 26

Mula bandha

Answer 26

Bekkenbodemslot

Question 27

Mula bandha

Answer 27

Bekkenbodemslot

Question 28

Uddiyana bandha

Answer 28

Middenrifslot

Question 29

Jalandhara bandha

Answer 29

Keelslot

Question 30

Drishti

Answer 30

Het focussen van de blik door te kijken naar een punt. De geest is ook volledig gefocust

Question 31

Drishti

Answer 31

Het focussen van de blik door te kijken naar een punt. De geest is ook volledig gefocust

Question 32

Ujjayi

Answer 32

Ademhalingstechniek

Question 33

Vinyasa

Answer 33

Zonnegroet (ook op te delen in kleinere stappen)

Question 34

Yama’s

Answer 34

5 richtlijnen voor een zuiver geweten. Eerlijkheid is de bottomline

Question 35

Niyama’s

Answer 35

Voorschriften

Question 36

Asana’s

Answer 36

Houding

Question 37

Pratyahara

Answer 37

Aandacht terug naar binnen richten

Question 38

Dharana

Answer 38

Concentratie op 1 lichaamsdeel of ademhaling

Question 39

Dhyana

Answer 39

Meditatie op een object

Question 40

Samadhi

Answer 40

De vierde bewustzijnstoestand naast wakker zijn, slapen en dromen. Een soort trance waarbij je volledig aanwezig bent.

Question 41

Kosha

Answer 41

Laag of energielichaam

Question 42

Annamaya kosha

Answer 42

Fysieke lichaam, buitenste laag

Question 43

Pranayama kosha

Answer 43

Energetische lichaam, tweede laag

Question 44

Manomaya kosha

Answer 44

Mentale lichaam, derde laag

Question 45

Vijnanamaya kosha

Answer 45

Het intellectuele lichaam, vierde laag

Question 46

Anandamaya kosha

Answer 46

Spirituele lichaam, vijfde laag

Question 47

Nadi’s

Answer 47

Bewegingen/stromingen in ons lichaam. Ze zetten prana om in verschillende soorten energie voor organen, klieren en weefsels