termen Flashcards
1
Q
Allengs
A
Langzamerhand, in toenemende mate
2
Q
kapel
A
Klein gebouw of ruimte in een kerk voor godsdienstige handelingen
3
Q
Sponde
A
Bed
4
Q
Brisant
A
Explosief, snel ontploffend
5
Q
Endemisch
A
heersend in 1 gebied
6
Q
Contingent
A
Quotum, vast aandeel
7
Q
goedgeluimd
A
In staat van vrolijkheid verkeren
8
Q
(een) Petomaan
A
hoogflatulent - op commando scheten laten
9
Q
Apocrief
A
In het alledaagse spraakgebruik duidt men ermee aan dat de authenticiteit van een verhaal twijfelachtig is of zelfs ontbreekt. Het begrip wordt dan gebruiktj om een verhaal aan te duiden dat desondanks vaak wordt verteld en algemeen wordt geloofd.
10
Q
Querulant
A
Wordt in meer gewone termen vaak een ‘ruziezoeker’ genoemd