Terminologie Flashcards
(15 cards)
1
Q
Osteotomie
A
Doorzagen van bot
2
Q
HTO
A
hoge tibia osteotomie
3
Q
waarbij vaak een HTO
A
unilaterale artrose
4
Q
voorste kruisband
A
ACL
5
Q
eminentia fractuur
A
ACL gescheurd, lachmann positief
6
Q
VKB
A
voorste kruisband
7
Q
collaterale banden
A
zijkant van de knie
8
Q
psoterieur
A
achter
9
Q
anterieur
A
voor
10
Q
anterolaterale ligament
A
ALL
11
Q
anterior cruciate ligament
A
ACL, voorste kruisband
12
Q
Fractuur
A
een onderbreking van de continuïteit van een deel van
het skelet (= botbreuk)
13
Q
Luxatie
A
ontwrichting, onderbreking van de normale samenhang tussen de onderdelen van een gewricht
14
Q
PCL
A
posterior crucial ligament achterste kruisband
15
Q
A