test 1 Flashcards

(48 cards)

1
Q

Wat is de totale wereldbevolking?

A

8 miljard

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welke twee landen hebben de hoogste bevolkingsdichtheid?

A

China en India

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat beschrijft het demografisch transitiemodel?

A

De overgang van hoge naar lage geboorte- en sterftecijfers in een samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Noem de vier (soms vijf) fasen van het demografisch transitiemodel.

A
  • Fase 1: Hoge geboorte- en sterftecijfers
  • Fase 2: Daling van sterftecijfers, hoge geboortecijfers
  • Fase 3: Daling van geboortecijfers
  • Fase 4: Laag geboortecijfer en laag sterftecijfer
  • Fase 5: Geboortecijfer onder het sterftecijfer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het geboortecijfer?

A

Aantal geboorten per 1000 mensen op een jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het sterftecijfer?

A

Aantal sterftes per 1000 mensen op een jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is bevolkingsgroei?

A

Het verschil tussen het geboortecijfer en het sterftecijfer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat betekent geboorteoverschot?

A

Meer geboorte dan sterfte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat betekent sterfteoverschot?

A

Meer sterfte dan geboorte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is demografie?

A

De studie van de samenstelling, groei en veranderingen van de bevolking

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is immigratie?

A

Wanneer mensen een land binnenkomen om daar te wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is emigratie?

A

Wanneer mensen een land verlaten om ergens anders te gaan wonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn push-factoren?

A

Redenen om ergens weg te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn pull-factoren?

A

Redenen om ergens naartoe te gaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Noem enkele redenen voor push-factoren.

A
  • Oorlog
  • Onderwijs
  • Natuurramp
  • Betere economie
  • Armoede
  • Hoger inkomen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is levensverwachting?

A

Leeftijd dat je verwacht te worden op basis van de leeftijd die je al hebt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is vergrijzing?

A

Grootste aandeel van de bevolking is redelijk oud

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Wat zijn enkele redenen voor de stijging van de levensverwachting?

A
  • Betere hygiëne
  • Betere medische kennis
  • Betere levensomstandigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Waarom leven vrouwen doorgaans langer dan mannen?

A
  • Mannen nemen vaak meer risico’s
  • Mannen drinken en roken meer
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is bevolkingsdichtheid?

A

Het aantal mensen per vierkante kilometer in een bepaald gebied

21
Q

Wat is verstedelijking?

A

Het proces waarbij steeds meer mensen in steden gaan wonen

22
Q

Noem enkele gevolgen van verstedelijking.

A
  • Betere zorg en onderwijs
  • Meer vervuiling
  • Meer werk
  • Alles is dichtbij
  • Makkelijker reizen
  • Steden zijn hitte-eilanden
23
Q

Wat zijn de economische sectoren?

A
  • Primaire sector
  • Secundaire sector
  • Tertiaire sector
  • Quartaire sector
24
Q

Wat houdt de primaire sector in?

A

Beroepen die te maken hebben met het halen van grondstoffen uit de natuur

25
Wat is de secundaire sector?
Beroepen die te maken hebben met het verwerken van grondstoffen tot producten
26
Wat is het verschil tussen de tertiaire en quartaire sector?
* Tertiaire sector: winstgericht * Quartaire sector: niet-winstgericht
27
Wat is een natuurlijke grondstof?
Grondstoffen zoals landbouw en mijnbouw
28
Wat zijn de vijf soorten landbouw?
* Veeteelt * Akkerbouw * Tuinbouw * Bosbouw * Visvangst
29
Noem enkele nadelen van landbouw.
* Biodiversiteit verminderen * Watervervuiling * Bodemkwaliteit gaat onderuit * Vervuilende stoffen die vrijkomen
30
Wat is een biologisch stikstof filter?
Een systeem dat bacteriën gebruikt om stikstofverbindingen om te zetten in stikstofgas
31
Wat is een chemisch stikstof filter?
Een systeem dat chemicaliën gebruikt om stikstofverbindingen zoals nitraat te verwijderen
32
Waar komt de wereldproductie van rijst vandaan?
* China * India * Indonesië
33
Wat is biologische landbouw?
Focus ligt op natuurlijkheid en vermijden van kunststoffen
34
Wat is geïntegreerde landbouw?
Landbouw integreren in de maatschappij, in harmonie
35
Wat zijn aggregatietoestanden van delfstoffen?
* Vaste delfstoffen: metalen, goud * Vloeibare delfstoffen: aardolie * Gas delfstoffen: aardgas
36
Wat zijn kritieke grondstoffen?
Grondstoffen die nodig zijn voor belangrijke producten en kunnen uitgeput raken
37
Wat is responsible mining?
Mijnbouw die rekening houdt met natuur, arbeidsomstandigheden en lokale gemeenschappen
38
Wat is de procesindustrie?
De industrie die grondstoffen of basisproducten maakt
39
Wat is de maakindustrie?
De industrie die eindproducten maakt met behulp van grondstoffen
40
Wat is OPEC?
Organisatie van olie-exporterende landen zoals Iran, Irak, Saoedi-Arabië, Nigeria
41
Wat is globalisering?
Geleidelijk dichterbij komen van landen, culturen en economieën
42
Wat zijn enkele drijfveren van globalisering?
* Betere communicatie * Snellere/goedkopere vervoersmiddelen * Verplaatsen van lageloonlanden * Politieke organisaties zoals EU, NAVO
43
Wat is welvaart?
De mate waarin behoeften met de beschikbare middelen kunnen worden bevredigd
44
Wat is het BBP?
Totale waarde van alle goederen en diensten die binnen een land worden geproduceerd
45
Wat is het BNP?
Alle goederen die door de inwoners worden geproduceerd
46
Wat meet de HDI?
De ontwikkeling van een land op basis van gezondheid, onderwijs en inkomen
47
Wat betekent 5G?
De vijfde generatie mobiele netwerken
48
Wat zijn de 5R's in duurzaamheid?
* Recycle * Reduce * Reuse * Repair * Rethink