Testen Flashcards

1
Q

Intelligentie testen

A
  • algemene intellectuele niveau v individu meten
  • subscores
  • heterogene combinatie van items die verschillende aspecten meten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bekwaamheidstesten

A
  • meer of 1 specifieke aspecten van vaardigheid
  • vaak om succes baan/studie te voorspellen
  • moment opname
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Prestatietesten

A
  • meten van mate leren/succes/prestaties van individu tot bepaald onderwerp
  • meet verloop (anders dan bekwaamheidstesten want moment opname)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Creativiteitstesten

A
  • meet vaardigheden om nieuwe ideen/inzichten te ontwikkelen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Persoonlijkheidstest

A
  • meet kenmerken/gedragingen die individualiteit van persoon vaststelt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

interesse-inventarissen

A
  • meet voorkeur individu voor bepaalde activiteiten/onderwerpen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

gedragsmatige procedures

A
  • meet antecedenten en consequenties gedrag
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

neuropsychologische testen

A

onderzoekt personen met mogelijke hersenschade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Testen in china 2200 BC

A
  • afgenomen door regering
  • meten fitheid officiers
  • zwakte punt: test afmattend en niet valide
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Fysiognomie

A

idee dat karakter van mensen af te lezen is aan uiterlijk, met name gezicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Frenologie

A

lezen knobbels op hoofd (Gall)
> Lavery in ‘30 machina = psychograaf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Army Alpha (h2)

A
  • legerrekruten testen op verbale intelligentie
  • doel: classificatie en toewijzing
  • 8 verbale test
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Army beta (h2)

A
  • legerrekruten testen op nonverbale intelligentie
  • visueel perceptuele & motorische testen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

personal data sheet (h2)

A
  • rekruten testen op ontvangkelijkheid psychoneurose
  • persoonlijkheidstest (basis voor nieuwere testen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

WAIS-IV (h7)

A

Wechsler adult intelligence test - IV
- 4 IQ schalen: verbaal begrip, perceptueel redeneren, werkgeheugen, verwerkingssnelheid
- vanaf 16 jaar
- alleen wais heeft visuele puzzels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

WISC-IV (h7)

A

Wechsler intelligence scale childeren
- 4 IQ schalen: verbaal begrip, perceptueel redeneren, werkgeheugen, verwerkingssnelheid
- 10 kern subtesten + 5 aanvullende
- alleen wisc &wpssi afbeelding concepten test

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

WISC - V

A

Wechsler intelligence scale childeren
- 5 IQ indexen: verbaal begrip, fluide redeneren, visueel ruimtelijk, werkgeheugen, verwerkingssnelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Stanford-Binet intelligence scale (SB5) (h7)

A

test voor zowel verbaal als nonverbaal:
- fluide redeneren
- kennis
- kwantitatief redeneren
- visueel-spatieel verwerken
- werkgeheugen

  • test routing procedure (door IRT)
  • sterkte: items die hoogbegaafdheid en retardie detecteren
  • sterkte: gekeken naar eerlijk voor andere culturen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Bayley-III (h7)

A
  • meet gedragingen (pas geboren) baby’s/ ontwikkelingsverloop
  • 1 - 42 maanden
  • 5 domeinen: cognitieve schaal, taalschaal, motorschaal, sociaal emotionele schaal, aanpassend gedrag
  • komt geen algemene score uit, maar per domein
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

WPPSI test (h7)

A
  • 2-7/4-7 jaar
  • intelligentietest
  • 5 indexen: fluide redeneren, kennis, kwantitatief redeneren, visueel-spatieel verwerkenen werkgeheugen
    + 4 ondergeschikte indexschalen: vocabulaire verwerving, nonverbaal, algemene vaardigheden, cognitieve bekwaamheid
  • 13 subtests waarvan 6 noodzakelijk
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Early SB5 (h7)

A
  • intelligentietest bij kinderen
  • combineert SB5 met test observatie checklist (TOC) en ouderverslagen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Leiter-R (h7)

A
  • intellectueel functioneren
  • 2-21 jaar
  • non verbaal (e.g. niet nederlands, hersenschade, autisme, spraak/gehoor problemen)
  • 20 subtests
  • 2 testbatterijen: Visualisatie & redenering en Geheugen & Aandacht
  • figuurtjes matchen met voorbeeld
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

peaBOdy picture vocabulary test PPVT-4 (h7)

A
  • Voor personen die zich verbaal niet uit kunnen drukken en/of die verzwakte motorcondities hebben
  • 2 parellele versies, 4 oefenBOrden, 228 test BOrden
  • tester spreekt woord, persoon wijst plaatje aan
  • meetintrument vocabulair, niet intelligentie
  • betrouwbaarheid laag bij buitenlandse afkomst
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Weschler Tests: Haptic Intelligence Scale for the Adult Blind (HISAB) (h7)

A

Bestaat uit zes subtests van de originele Weschler test. Test wordt afgenomen door een persoon die gebarentaal kan en/of met behulp van een voelbord.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

celebrale cortex (h10)

A
  • buitenste laag brein
  • hoogste niveaus van zintuig, motor en cognitieve processen
  • uitpuilingen: gyrus
  • groeven: sulcus
  • 4 kwabben
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

frontale kwab (h10)

A

verantwoordelijk motor controle

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

parietale kwab (h10)

A

verantwoordelijk verwerken gevoel en somatosensorische info

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

occipitale kwab (h10)

A

visuele perceptie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

temporale kwab (h10)

A

verwerken auditieve info

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Hersenstam

A

vitale lichaamsfuncties
-Medulla: essentiel levensfunctie zoals ademhalen, slikken, bloeddruk
- pons & cerebellum: coordinatie van spieren, lichaamshouding, hand- oog bewegingen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Broca/werknicke afasie

A

Broca: geen normale zinnen kunnen maken
wernicke: wel zinnen kunnen maken, maar geen begrip, zinnen slaan nergens op

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

visuele agnosie

A

moeilijk herkennen dingen/gezichten/objecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

korsakoff

A

anterogade amnesie door alcohol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

TEACH

A

test subcomponenten aandacht (vasthoudende aandacht, verdeelde aandacht en selectieve aandacht) bij kinderen
> voor aandachtsproblemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Beery VMI

A

is een test om de visueel motorische integratie (VMI) te meten. Hiermee bedoelen we: de samenwerking tussen visus (zicht) en motoriek (het bewegen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

CELF-IV

A
  • Clinical Evaluation of Language Fundamentals-4
  • Test voor diagnose en evaluatie van taalproblemen
  • kinderen en jongeren (5-18)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

15 woordentest

A

meet retentie van auditief materiaal voor langere periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

WCST

A

Wisconsin Card Sorting Test
- neuropsychologische test waarmee stoornissen in de cognitieve flexibiliteit worden opgespoord. De test is vooral gericht op het vermogen om tijdens een cognitieve taak van doel te wisselen (task-switching)
- 6-89 jaar
- vaak bij recent hesenletsel om herstel te testen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

BOurdon vos

A

Meet aandacht en concentratie van kinderen en jongeren van 6 t/m 17 jaar

40
Q

tower of londen test

A

De Tower of London onderzoekt het probleemoplossend vermogen (executieve functies). Het instrument kan gebruikt worden voor het vaststellen van een planningsstoornis of planningsprobleem

41
Q

Corsi block test

A

De Corsi block-tapping-test is een psychologische test die het visueel-ruimtelijke werkgeheugen op korte termijn beoordeelt

42
Q

Purdue pegBOard test

A

onderdeel testbatterij motorische problemen

-psychomotorische test van handvaardigheid en bimanuele coördinatie. De test omvat twee verschillende vaardigheden: grove bewegingen van armen, handen en vingers, en fijne motorische extremiteiten, ook wel “vingerafdruk” behendigheid

  • bord met gaten en pinnetjes er in steken
43
Q

CPT

A

Continuous Performance Test
-het meten van volgehouden en selectieve aandacht en concentratie met alfanumerieke stimuli

44
Q

Wechsler memory scale

A

is een testbatterij om verschillende geheugen- en werkgeheugenvaardigheden in kaart te brengen bij volwassenen (vanaf 16).

45
Q

Rey auditory verbal learning test

A

test verbaal geheugen in volwassenen vanaf 16
- 15 woorden onthouden

46
Q

token test

A
  • taalbegrip
  • testen op afasie
47
Q

speech sounds perception test

A

test that measures a person’s ability to match a spoken nonsense word with its written counterpart

48
Q

Porteus maze

A
  • executieve functies:
  • ontworpen om psychologische planningscapaciteit en inzich te meten
49
Q

Tinkertoy test

A
  • executieve functies
  • initiating, planning, and structuring of behaviors
  • soort van k’nex
  • ook goed voor alzheimer testen
50
Q

Bender gestallt test

A
  • plaatjes natekenen
  • visuele motor integratie
  • test die visueel-motorisch functioneren, ontwikkelingsstoornissen en neurologische stoornissen bij kinderen van 3 jaar en ouder en volwassenen beoordeelt.
51
Q

Mini mental state examination

A

De Mini-Mental State Examinition is een instrument gebruikt voor het screenen van cognitieve beperkingen (bij ouderen) De test evalueert de cognitieve functies: aandacht en oriëntatie, geheugen, registratie, herinnering, berekening, taal en praxis
> vaak bij alzheimer

52
Q

Freud psychoanalytische theorieen

A
  • Id: onderbewustzijn, basale driften
  • ego: bewustzijn, bemiddelen id en realiteit
  • superego: etische/morele deel; ideaal
53
Q

fenomenologische persoonlijkheidstheorien

A
  • benadrukken het belang van onmiddelijke persoonlijkee ervaring als bepalende factor voor gedrag
  • Q-technieque: procedure om veranderingen in zelf beeld te bestuderen
  • kaarten met uitspraken neerleggen op hoeverre ze bij persoon passen
54
Q

Theorieen gedrag en sociaal leren

A
  • veel gedragingen die de persoonlijkheid kenmerkt, aangeleerd
  • behavioristen: omgeving vormt geedragingen en houdt ze in stand
  • Locus van controle (I-E scale) extern: controle ligt niet bij persoon; intern controle bij persoon
  • zelfinschattig: in hoeverre denken dat je in bepaalde situaties kan handelen
55
Q

traits

A
  • Cattell:
  • surface traits: duidelijke aspecten van persoonlijkheid die makkelijk te zien zijn in gedragingen
  • source traits: stabiele constante bronnen van gedrag

> 16PF
5 factor model: OCEAN

56
Q

Roschach

A
  • plaatjes met inktvlekken
  • vanaf 5 jaar, vooral voor volwassenen
  • antwoorden gescoord op:
    > locatie: deel of hele blot gebruikt om te reageren
    > witruimte: is witruimte gebruikt in heet antwoord?
    > inhoud: wat heeft persoon gezegd?
    > vormkwaliteit: hoe goed past antwoord bij vlek
    > denkprocessen: zijn er prooblemen met themas of denkwijze
    > determinanten: welk kenmerk van heet blot bepaalde de respons?

> soms gebruikt voorspellen wie succesvol zal zijn in psychotherapie
anders voor denkstoornissen
lage geldigheidsgraad

57
Q

Testen voltooiing zinnen

A
  • paar woorden van zin te zien, rest aanvullen zelf
  • subjectieve-intuitieve analyse / objectieve analyse
58
Q

Thematische apperceptie test TAT

A
  • 30 afbeeldingen die in zwart-wit (VO) tekeningen en fotos met verschillende themas uitbeelden
  • kwalitatieve analyse
  • geen gestandardiseerde manier van scoring
  • snel over-diagnose
59
Q

Draw a person test DAP

A
  • uitdrukkingstechniek
  • persoon krijgt blanco vel en moet daar peroon op tekenen, daarna persoon ander geslacht dan eerste persoon en dan verhaal er om heen bedenken
    > aanvaarde impulsen projecteren op persoon eigen geslacht
    > onaanvaardbare impulsen andere geslacht
    > seksuele geaardheid
    > geen empirische ondersteuning
    > voorspelling zwak
60
Q

House-tree-person test HTP

A
  • 3 objecten teken: huis, boom, persoon
    huis: huiselijk leven, relaties binnen gezin
    BOom: hoe onderzochte omgeving ervaart
    Persoon: interpersoonlijke relaties van persoon
  • oorspronkelijk als intelligentietest
  • nu projectieve meting van persoonlijkheid
61
Q

State-Trait anxiety inventory

A

-zelfrapportage van angst
- onderscheid maken tussen tijdelijke toestand angst (state anxiety) en trait anxiety
> state- anxiety: voorbijgaande emotionel staat van angst, gekenmerkt door spanning en activering AZ
> trait anxiety: stabiele angst
A-state schaal 20 items,
A-trait schaal 20 items
> hogere scores hogere angst
- goede validiteit

62
Q

Personality research forms

A
  • true false inventaris gebasseerd op murray’s theorie van 15 behoeften
  • 440 items
  • 22 persoonlijkheidsschalen
  • sterke test-hertest betrouwbaarheid
  • sterke validiteit
63
Q

Eyseneck personality questionnaire

A
  • belangrijkste dimensies van normale en abnormale persoonlijkheid meten
    > psychoticisme (P): hoog> gebrek aan empathie, vijandige vtrekken, impulsiviteit
    > extraversie (E): hoog> uitgaand persoon
    > neuroticisme (N): hoog>nervositeit, onaangepastheid, over-emotie
    > dimensie liegen (L) > wordt gebruikt om geldigheid van antwoorden van respondenten te beoordelen
  • 90 ja/nee items
  • geschikt vanaf 16 jaar
64
Q

Comrey personality scale

A

zelfrapportage
- hoge betrouwbaarheid
- wisselende validiteit
- 8 schalen: (vertrouwen vs defensiviteit; orde vs gebrek aan dwang; sociale conformiteit vs opstandigheid; activiteit vs gebrek aan energie; emotionele stabiliteit vs neuroticisme; extraversie vs introversie; mentale taaiheid vs gevoeligheid; empathie vs egocentrisme

65
Q

Minnesota multiphasic personality inventory-2

MMPI-2

A

zelfrapportage
- goed voor psychiatrisch onderzoek en persoonlijkheids onderzoek
- pathologische thema’s
- 10 klinische subschalen; 2 validiteits + extra schalen

66
Q

Millon clinical multiaxial inventory - III
MCMI-III

A
  • lijkt op MMPI, maar korter
  • kan gebruikt worden samen met DSM
  • goed voor psychiatrisch onderzoek
  • 5 groepen schalen: klinische persoonlijkheid patronen, ernstige persoonlijkheid pathologie, klinische syndromen, ernstige syndromen, validiteit index
67
Q

Behavioral avoidance test

A

blootstelling aan angst/fobie. Therapeut meet hoe lang de patiënt de angststimulus kan tolereren. Scores zijn sterk gerelateerd aan zelfrapportage van catastrofale gedachten.

68
Q

Beck depression inventory (BDI)

A
  • wordt gebruikt bij cognitieve gedragstherapie
  • zelfrapportagelijst
  • cognitieve vervormingen die aan grondslag liggen van depressie
  • 13 items met cognitieve/ affectievee componenten van depressie
  • 8 items met prestatie/somatische variabelen

> probleem zelfrapportage: depressie verbergen oof overdrijven

69
Q

SCID

A

Structured clinical interview for DSM
semi -gestructureerd interview

  • verminderen tijd die nodig is stellen diagnose
    -vragen die vastellen of persoon voldoet aan criteria dsm
70
Q

Rapid couples interaction scoring (RCISS)

A
  • evalueren ouder-kind of volwassen paren interacties
  • in laboratoria
  • bespreken van conflict gebieden tussen de personen, clinicus opserveert dit gedrag en scoort dit naar 22 standaardcodes (over compromis, onenighid, glimlachen, humor, verbale en non verbale communicatie)
  • weinig gegevens test-hertest betrouwbaarheid
71
Q

Myr - Briggs type indicator (MBTI)

A
  • zeelfrapportage op basis van Jungs peersoonlijkheidstheorieen
  • 4 polariteiten:
    > extraversion - introversion
    > sensing - intuition
    > thinking - feeling
    > juding-perceiving
  • goed voor bepalen geschikt voor bepaald beroep
  • goede split half betrouwbaarheid
71
Q

Myr - Briggs type indicator (MBTI)

A
  • zeelfrapportage op basis van Jungs peersoonlijkheidstheorieen
  • 4 polariteiten:
    > extraversion - introversion
    > sensing - intuition
    > thinking - feeling
    > juding-perceiving
  • goed voor bepalen geschikt voor bepaald beroep
  • goede split half betrouwbaarheid
72
Q

California psychological inventory (CPI)

A
  • waar/onwaar vragenlijst
  • vragen reflecteren 20 persoonlijkheidsschalen; waarvan 3 ook validiteitsschalen zijn
73
Q

NEO PI-R neo personality inventory revised

A
  • gebasseerd op big 5 model
  • 5 domeinen (OCEAN)
    > openness
    > conscientiousness
    > extraversie
    > agreeableness
    > neuroticism

kan in s vorm (zelfrapportage) of R vorm (externe waarnemers)
- per domein is 50 gemiddeld
- elk domeijn 6 facetten
- hoge interne consistentie en validiteit

  • goede leiders portret
  • psychopathpologie
74
Q

autobiographical data

A

objectieve en scoorbare autobiografische gegevens zoals leeftijd, geslacht en persoonlijke zaken.
> toekomstig werkgerelateerd gedrag voorspellen op basis van keuzes uit verleden

problemen:
soms mag je deze info niet opvragen volgens wet
makkelijk liegen
kan innovatie bedrijg verminderen

75
Q

cognitieve capiciteitentests

A
  • algemene constructies testen zoals intelligentie
  • specifieke constructie, zoals verbale vaardigheden
  • goed voor personeelsselectie, evaluatie en screening
  • beste voorspeller van werkprrestaties: algemene intelligentie factor G
76
Q

persoonlijkheidstesten

A
  • selectie van werknemers
  • vooral Big Five Model
    > conscientiousness hoogste correlatie met arbeidsprestaties
    > agreeableness belangrijk voor klantenservice
77
Q

Integriteitstesten

A

evalueert houdingen en ervaringen gerelateerd aan eerlijkheid, afhankelijkheid, vertrouwen en prosociaal gedrag van een sollictatnt
> houding tegenover illegaal gedrag
> illegale activiteiten
> geen goede voorspellers werk prestaties

78
Q

werkproef en situationele oefeningen

A

werkproef: miniatuur replica van de baan waar sollicitant zich voor heeft opgegeven
> bevatten moeilijke elementen baan om zo goede kandidaten van slechte te scheiden

situationele oefeningen: selectie van managers en andere professionals. verschil met werkproef is dat dit gehele baan omvat, niet slechts delen.

79
Q

VE grocery store test

A

tets excutieve functies
- VR bril BOodschappen doen: door winkel navigeren, juiste producten zoeken en prijzen en geheugentaakje
> goede ecologische validiteit

80
Q

Virtual Reality Lateralized Attention Test

A

participanten moeten over aantal virtuele paden lopen een aangeven welke objecten ze zien. meet en classificeert symptomen van hemispatial neglect.
> rechter hersenhelft afwijking waarbij de spatiele vaardigeheden sterk verminderd zijn

81
Q

Behavioral Assessment System for children (TRS and PRS) / BASC-2 (TRS and PRS)

A

Gedragsbeoordelingssysteem voor kinderen tussen 2 en 21 jaar oud

o Teacher Rating Scale (TRS) & Parent Rating Scale (PRS)
o Thuis/gemeenschappelijk gedrag en gedrag op school
o BSI-index (behavioral symptoms index)

▪ 4 subschalen: aard probleemgedrag
* Internaliserende problemen
* Externaliserende problemen
* Schoolproblemen
* Adaptieve vaardigheden

  • meet zowel negatieve als positief en adaptief gedrag
    o TRS en PRS hebben 3 normgerelateerde vergelijkingen (algemeen, gender en
    klinisch)
82
Q

Child Behavior Checklist CBCL

A
  • onderdeel ASEBA
  • De CBCL is een diagnostisch instrument om probleemgedrag en vaardigheden van kinderen en
    jongeren te kwantificeren op een gestandaardiseerde wijze. De score geeft aanwijzingen over
    probleemgebieden of DSM pathologie. Er bestaan twee versies:
  • CBCL 1,5-5: kinderen van 1,5 tot en met 5 jaar
  • CBCL 6-18: kinderen en jongeren van 6 tot en met 18 jaar.

Probleemschalen:
- Internaliserend
o teruggetrokken/depressief
o angstig/depressief
o lichamelijke klachten

  • Externaliserend
    o Normafwijkend/regelovertredend gedrag
    o agressief gedrag
  • Overige problemen
    o sociale problemen
    o denkproblemen
    o aandachtsproblemen

DSM schalen:
1) affectieve problemen
2) angstproblemen
3) lichamelijke/somatische problemen
4) aandachtstekort/hyperactiviteitsproblemen
5) oppositioneel- opstandige problemen
6) gedragsproblemen (alleen 6-18)
7) traag denktempo (alleen 6-18)
8) obsessief-compulsieve problemen (alleen 6-18)
9) posttraumatische stressproblemen (alleen 6-18)

83
Q

Conners Rating Scales

A

o Meten van gedrag kinderen door vragenlijsten.
o Via vragenlijsten wordt er informatie verkregen van leraren, ouders en zelf.
o Geschikt voor ADHD-gedragskenmerken en comorbide problemen zoals CD en ODD.

84
Q

Kinetic Family Drawing

A

o Kind maakt tekening van iedereen in de familie, moeten allemaal iets aan het doen
zijn
o Geeft inzicht in zelfperceptie van een kind, perceptie van de ouders en indicatie over
de ontwikkeling van de mentale organisatie van een kind.
o Optionele test om de hechtingsstijl te onderzoeken/kindermisbruik
o Resultaat laat ongeveer een analyse zien van hoe een kind denkt dat de familieleden
ten opzichte van elkaar staan.

85
Q

Single domain rating scales

A
  • Meet alleen symptomen van specifieke stoornis of een specifieke gedragsdimensie.
  • Altijd gebruiken als aanvullend op omnibus rating scales (algemene rating scales). (CARS, BASC, PBRS, vineland Adapting Behavior Scale
86
Q

CARS childohood autisme rating scale

A
  • single domain rating scale
  • diagnosticeren autisme kinderen vanaf 2 jaar
  • 15 items
  • resultaten geven ook ernst aan
87
Q

BASC

A
  • BASC monitor voor ADHD
  • Behandeling voor ADHD makkelijker maken
  • Deel ingevuld door ouders, andere deel door leraren
  • 4–18jaar
  • De subschalen meten:
    o Aandachtsproblemen
    o Hyperactiviteit
    o Internaliserende problemen
    o Adaptieve vaardigheden
88
Q

PBRS

A
  • Pedriatic Behavior Rating Scale
  • Identificeren van eerste symptomen van een bipolaire stoornis en
    stoornissen met gelijke aspecten uitsluiten
  • schaal voor leraren en schaal voor ouders
  • 3-18 jaar
  • Subschalen meten:
    o Affect
    o Impulsiviteit
    o Agressie
    o Grootsheid
89
Q

Vineland Adapting Behavior Scale

A
  • Syndroom- specifieke schaal voor adaptief gedrag.
  • Adaptief gedrag is een verzameling van:
    o Conceptuele vaardigheden (geletterdheid, kunnen kloklezen/gebruiken van geld)
    o Praktische vaardigheden (zelfverzorging/ het huis schoonmaken)
    o Sociale vaardigheden (interpersoonlijke relaties, vaardigheden en regels om wetten na te leven)
  • interview, schaal door ouders, schaal door leraren
90
Q

Adult behavioral rating scales

A

Kijkt naar middelenmisbruik, angst om oud te worden en cognitieve vaardigheden. Bevat ook een validiteitsschaal en een leugenschaal. 55+. Omnibus Rating Scale (met een brede lijn van symptomen en gedragingen die geassocieerd zijn met verschillende emotionele en gedragsstoornissen).
> CASE

91
Q

Psychofysiologische assessments

A
  • Gedragsdiagnostiek waarbij gekeken wordt naar fysieke metingen in het lichaam tijdens een bepaalde gebeurtenis
    o EEG
    o Leugendetector (hartslag, ademhaling, zweten)
92
Q

DAPP-BQ

A

Dimensionale assessment van persoonlijkheidspathologie
o Persoonlijkheidsstoornissen bij volwassenen
o Hele spectrum

93
Q

SIPP-118

A

o Severity Index of Personality Pathology – 118
o Top-down meting, scores op 5 klinische schalen (DSM)
▪ Zelfbeheersing
▪ Integratie van identiteit
▪ Relationele capaciteiten
▪ Sociale overeenstemming
▪ Verantwoordelijkheid

94
Q

BASC- 2 SOS

A
  • student observation system
  • onderdeel van BASC-2
  • 14 gestandardiseerde dimensies van gedrag
  • momentarily time sampling
    > kind wordt in klas geobserveerd; beoordelaar streept gedragingen die hij ziet (zowel nega als adaptief)
    > dit wordt na bepaalde periode weer gedaan
95
Q

Continuous Performance Test CPT

A
  • gedragstest om onoplettendheid, volgehouden en selectieve aandacht en excutieve controle te meten
    > afgenomen met computer
    > op bepaalde stimulu reageren, andere negeren
    > bijvoorbeeld voor ADHD