Thailand Flashcards

(44 cards)

1
Q

Tropisch regenwoud

A

Dicht, ondoordringbaar bos in de warme en vochtige tropen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Tropisch klimaat

A

Warm, vochtig klimaat met een gemiddelde temperatuur die altijd hoger is dan 18 °C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Cultuur

A

Alles wat je hebt aangeleerd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Volk

A

Een groep mensen die al eeuwenlang samenwoont en dezelfde cultuur heeft

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Klimaatdiagram

A

Diagram met een overzicht van de gemiddelde temperatuur en neerslag van een plaats of een gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Temperatuur

A

Hoe koud of warm het is uitgedrukt in graden Celsius of Fahrenheit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Neerslag

A

Water dat in vaste of vloeibare vorm uit de dampkring op aarde neerslaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Maximumtemperatuur

A

De hoogste temperatuur op een dag, meestal 2 of 3 uur na de hoogste zonnestand.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Minimumtemperatuur

A

De laagste temperatuur op een dag, meestal vlak voor zonsopgang gemeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Staat

A

Een duidelijk begrensd gebied met een soeverein bestuur.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Natie

A

Een volk dat als enige volk in één staat woont.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Natiestaat

A

Een staat waar één volk woont.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Inrichting

A

Het gebruik van de ruimte voor wonen, werken, verkeer en recreatie. Heet ook ruimtegebruik.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Cultuurgebied

A

Gebied met overeenkomsten in de cultuur (taal, gewoonten, godsdienst).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Diffusie

A

Situatie waarin cultuurelementen zich van het ene naar het andere cultuurgebied verspreiden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Schiereiland

A

Een gebied dat aan drie kanten is omringd door de zee.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Multicultureel

A

Mensen uit verschillende culturen die met elkaar samenleven.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Etnische groep

A

Een groep mensen met een andere cultuur dan die van andere bevolkingsgroepen in een land.

19
Q

Kolonie

A

Gebied in een ander werelddeel dat in het bezit is van (meestal) een Europees land.

20
Q

Natuurlijke grens

A

Grens langs een natuurlijk obstakel, zoals een rivier of een gebergte.

21
Q

Kunstmatige grens

A

Een grens die door mensen is bepaald en die is aangegeven met borden en grenspalen.

22
Q

Continentaal plat

A

Het deel van de zeebodem dat bij een land hoort.

23
Q

Ontwikkelingskenmerk

A

Kenmerk waarmee je de armoede of de rijkdom in een land kunt meten.

24
Q

Koopkracht

A

Het aantal goederen of diensten dat je van je geld kunt kopen.

25
Basisbehoefte
Iets wat iedereen echt nodig heeft om redelijk te kunnen leven (voedsel, huisvesting, onderwijs en gezondheidszorg).
26
Ontwikkelingspeil
Het niveau van de rijkdom of de armoede in een land.
27
Infrastructuur
Alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of informatie te vervoeren.
28
Kaart
Een verkleinde tekening van een gebied.
29
Legenda
Uitleg van de betekenis van de kleuren en de symbolen op een kaart.
30
Bruto nationaal product (bnp)
Totale productie van goederen en diensten in een land in een jaar, uitgedrukt in geld.
31
Bnp per inwoner
Het gemiddelde inkomen per inwoner, berekend door het bnp te delen door het aantal inwoners van een gebied.
32
Sociale ongelijkheid
Verschillen in welvaart tussen verschillende groepen mensen in een gebied.
33
Regionale ongelijkheid
Verschillen in welvaart tussen het ene en het andere gebied.
34
Bruto binnenlands product
De waarde van de producten en diensten die binnen de landgrenzen worden verdiend per jaar.
35
Analfabetisme
Het percentage van de bevolking ouder dan 15 jaar dat niet kan lezen of schrijven.
36
Artsendichtheid
Het aantal artsen per duizend inwoners.
37
Zuigelingensterfte
Het aantal kinderen dat in het eerste levensjaar sterft (per duizend levendgeborenen).
38
Tropen
Warme luchtstreek rond de evenaar tussen 23½° N.B. en 23½° Z.B.
39
Evenaar
De lijn die de aardbol in twee helften verdeelt: het noordelijk halfrond en het zuidelijk halfrond.
40
Bevolkingsdichtheid
Het gemiddelde aantal inwoners per vierkante kilometer (inw/km2).
41
Bevolkingsspreiding
De verdeling van mensen over een land of gebied.
42
Sawa
Rijstakker die onder water staat met behulp van irrigatie.
43
Irrigatie
Het kunstmatig nathouden van landbouwgronden.
44
Stijgingsregen
Regen bij de evenaar. Ontstaat door opwarming van de lucht, waardoor die lucht gaat stijgen en afkoelen.