Thanatologie Flashcards

(39 cards)

1
Q

Thanalogie

A

De studie van de postmortale veranderingen als gevolg van het intreden van de somatische dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Antemortem periode

A

In deze periode zijn we in leven, er kunnen nog steeds herstelprocessen optreden = vitale fase

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Desintegratieproces

A

Na de dood onstaat dit proces

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Ontbinding

A

Na ongeveer drie dagen na de dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Schijndood

A

= vita reducta
* Indruk dat er geen ademhaling of hartslag meer is, maar dit is er wel nog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Somatische dood

A

Iemand die hersendood/hersenstamdood is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Supravitale fase

A

Fase tussen somatische en cellulaire dood

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Onmiddellijke tekenen van de dood

A
  • Motiliteit verdwijnt (=> spierslapte)
  • Gevoeligheid verdwijnt
  • Ademhaling valt stil
  • Bloedsomloop valt stil
  • Diep coma
  • Geen centrale reflexen
    Dood nog NIET onherroepelijk ingetreden!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Vaststellen van de dood

A

Extra muro’s:
* Diep coma
* Geen spontane ademhaling
* Geen hartslag
* Afwezigheid van centrale reflexen
Intra muro’s:
* Hersendood = brain death
* Hersenstamdood = brainstem death

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Vroege postmortale veranderingen - daling lichaamstemp

Algor mortis

A

Verandering in lichaamstemperatuur na het overlijden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Vroege postmortale veranderingen - daling lichaamstemp

Snelheid daling lichaamstemperatuur beïnvloed door

A
  • Lichaamsgewicht
  • Lichaamshouding
  • Kledij + aard vd kledij
  • Omgevingstemperatuur
  • Klimatologische omstandigheden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

postmortaal bloedtransport - hypostase

Hypostase

A

Ophoping van bloed door problemen in de bloeddoorstroming in een bepaald gedeelte van het lichaam

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

postmortaal bloedtransport - hypostase

Vorming lijkplekken

A

Bloed verplaatst zich volgens de zwaartekracht => naar de laagst gelegen gebieden in het lichaam!

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

postmortaal bloedtransport - vorming lijkvlekken

Livores

A

Lijkvlekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

postmortaal bloedtransport - vorming lijkvlekken

Vorming van lijkvlekken

A
  1. Lokalisatie
  2. Wegduwbaarheid
  3. Kleur
  4. Lijkvlekbloedingen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

postmortaal bloedtransport - vorming lijkvlekken

Vorming van lijkvlekken - lokalisatie

A

Zegt iets over de manier hoe de persoon lag

17
Q

postmortaal bloedtransport - vorming lijkvlekken

Vorming van lijkvlekken - wegduwbaarheid

A

Zegt iets over hoe lang de persoon al overleden is. Lijkvlekken zijn verplaatsbaar (wegduwbaar), echter als de persoon al lang overleden is dan gaat dit niet meer.

18
Q

postmortaal bloedtransport - vorming lijkvlekken

Vorming van lijkvlekken - kleur

A
  • Heeft een paarse kleur
  • Rode kleur = koude
  • Kersrood = CO-intoxicatie
  • Baksteenrood = CN-intoxicatie
  • Bruin = nitraatintoxicatie
19
Q

postmortaal bloedtransport - vorming lijkvlekken

Vorming van lijkvlekken - lijkvlekbloeding

A

Onderhuidse bloedingen, is een postmortaal fenomeen

20
Q

postmortaal bloedtransport - vorming lijkvlekken

Vibices

A

Puntbloedingen bij lijkvlekken

21
Q

uitdroging lijk

Uitdroging van het lijk

A

Waarneembaar waar huid dun is. Lippen krijgen bruin-rode korsten, bij mannen scrotum. Postmortaal fenomeen!

22
Q

uitdroging lijk

Tache noire de la sclérotique

A

Wit van de ogen kan uitdrogen

23
Q

lijkstijfheid - rigor mortis

Lijkstijfheid

A
  • Verstijving van de spieren => verdwijnt na ontbinding
  • Eerst in gelaat, daarna rest van het lichaam = regel van Nysten
  • Testen door buigen ledematen
  • Factoren kunnen dit beïnvloeden
  • Kippenvel haartjes
  • Kramp in handen
24
Q

lijkstijfheid - rigor mortis

Kippenvel haartjes

A

Klein spiertje aanwezig aan het haartje, en wanner de spieren samentrekken dan verschijnt er een bobbeltje = kippenvel

25
# lijkstijfheid - rigor mortis Cataleptische rigor
De periode van verslapping is er niet geweest. De spieren gaan direct samentrekken.
26
# lijkstijfheid - rigor mortis Grijnslach
Dit komt door de verstijving van het gezicht
27
# ontbinding - putrefactie Ontbinding
* Activiteit micro-organismen * Groene abdominale rottingsvlek
28
# ontbinding - putrefactie Skeletvorming
* Tijdens de zomer na 14 dagen * Onder de aarde pas na 3 - 4 jaar
29
# ontbinding - putrefactie Beïnvloedbare factoren van ontbinding
* Omgevingstemperatuur * Vochtigheid van de omgeving * Toegankelijkheid voor zuurstof - zuurtegraad
30
# ontbinding - putrefactie Regel van Casper
Lichaam blootgesteld aan: 1 week lucht = 2 weken water = 8 weken onder aarde
31
# ontbinding - putrefactie Groene fase
3 - 7 dagen: groene kleur verspreid zich over het hele lichaam
32
# ontbinding - putrefactie Zwarte fase
1 - 4 weken: na groene kleur, verspreid zwarte kleur zich over het hele lichaam heen
33
# ontbinding - putrefactie Epidermolyse
Loskomen van de opperhuid
34
# ontbinding - putrefactie Welke gassen worden gevormd in ons lichaam
CO2, methaan en H2S
35
# ontbinding - inwendige veranderingen Hemolyse
= Bloedontbinding * Bloederig vocht gaat zich opstapelen in lichaamsholten * Bloedledig bloedvatenstelsel * Donkere verkleuring van zachte weefsels en organen * Veneuze marbrering * Pink teeth
36
# ontbinding - inwendige veranderingen Vetontbinding
* Geel, olie-achtig vocht
37
# ontbinding - inwendige veranderingen Liquefactie
= Vergaan van organen * Hersenen, alvleesklier, bijnieren * Milt * Lever * Maag * Musculaire organen, hart, baarmoeder blijven het langst bewaard
38
Mummificatie
Men gaat het lichaam uitdrogen. * Lichaam blijft goed bewaard * Schimmelvorming op het lichaam
39
Adipocire
Lichaam in de koude bewaren. * Huid wordt korstachtig, na minimum 6 weken kan je dit zien * Huid wordt harder