thema 1 Flashcards

(27 cards)

1
Q

de halstarrige

A

ontkent het standpunt van een ander, wil van de ander niks leren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

de muggenzifter

A

houd van de discussie om de discussie, zou van mening veranderen voor het plezier

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

de eeuwige vragensteller

A

probeert gesprek te hinderen, wil alsmaar je mening of raad krijgen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

de ruziemaker

A

kwetst anderen, vind altijd iets om over te klagen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

de betweter

A

wilt aan iedereen zijn mening opleggen, niet meer dan een babbelaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

de vrijwillige stomme

A

vertoont geen interesse, te goed voor discussie of niet goed genoeg

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het type met de idee-fixen

A

dingen waarop hij altijd terugvalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

de bange

A

goede ideeën, kan of durft ze niet in groep voor te stellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

de babbelaar

A

babbelt over alles behalve het onderwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

het keffertje

A

verstrooit, luistert niet naar anderen, springt van het ene op het andere onderwerp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

de opportunist

A

wil goed figuur slaan in de groep, praat anderen vaak naar de mond

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

de afstandelijke

A

benadert de groep vanuit de hoogte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wanneer kan je spreken van een ontmoeting

A
  • nieuwe mensen leren kennen
  • jezelf voorstellen
  • vragen stellen
  • nadien geen vreemden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

waardoor laat je je leiden als je contact zoekt in een nieuwe omgeving?

A
  • via spel
  • praten met iedereen
  • samen iets doen
  • 1 vertrouwd persoon
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

waar kunnen jongeren elkaar ontmoeten?

A
  • online
  • school
  • sportclub
  • via vrienden
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

waarom is oogcontact belangrijk?

A
  • zelfvertrouwen

- belangrijk voor eerste indruk

17
Q

welke voorwaarden zijn er om tot een ontmoeting te komen?

A
  • durven spreken
  • luisteren
  • openheid
  • respect
18
Q

wat vertel je bij een eerste ontmoeting?

A
  • leeftijd
  • naam
  • interesses
  • levensverhaal
19
Q

wat blijven de jongeren vooral bij na de wereldjongerendagen?

A

samen geloof beleven, verschillende culturen, andere ontmoeten + vertrouwen

20
Q

hoe kwamen tijdens de wjd ook oecumenische ontmoetingen tot stand?

A

iemand verwees naar WK waar iedereen voor hetzelfde team supporterd

21
Q

welke oecumenische boodschap gaf de paus op de wjd?

A

allemaal dezelfde droom: droom van liefde

22
Q

Hoe ontmoeten katholieke en orthodoxe christenen Jezus tijdens de eucharistieviering?

A

katholieken en orthodoxen geloven dat Jezus onder hen is en tot hen spreekt tijdens de eucharistie

23
Q

oecumene

A

streven naar eenheid tussen alle christenen

24
Q

Transcendentie

A

het feit dat iets of iemand ons + het waarneembare overstijgt

25
immanentie
de aanwezigheid van het goddelijke in de schepping
26
nadelen van een gever zijn
je krijgt het niet altijd terug
27
wat heeft de ontmoeting met Jezus Nathanaël teweeg gebracht?
de ontmoeting heeft hem doen veranderen