Thema 1 Flashcards
(38 cards)
Anatomie
Hoe heten de onderdelen van het lichaam en waar liggen ze?)
Fysiologie
Hoe werkt het menselijk lichaam?
Pathologie
Het ontstaan en het verloop van ziektes
Farmacologie
Interactie tussen het geneesmiddel en het lichaam
Farmacodynamiek
Het effect van een geneesmiddel
Farmacokinetiek
Het effect dat het lichaam op een geneesmiddel heeft
Organisatieniveaus van het menselijk lichaam
Organisme-orgaan-weefsel-cel-chemisch
Huidstelsel
Beschermt het lichaam tegen gevaren vanuit de omgeving speelt een rol bij het reguleren van de lichaamstemperatuur
Beenderstelsel
Biedt ondersteuning, beschermt weefsels, is opslagplaats voor mineralen en vormt bloedcellen
Spierstelsel
Maakt beweging mogelijk, zorgt voor stevigheid en produceert warmte
Zenuwstelsel
Maakt onmiddellijke reactie op prikkels mogelijk, meestal door het coördineren van de activiteiten van andere orgaanstelsels
Endocrienestelsel
Reguleert langdurige veranderingen in de activiteit van andere orgaanstelsels
Cardiovasculairestelsel
Transporteert cellen en opgeloste stoffen, evenals voedingsstoffen, afvalstoffen en gassen
Lymfestelsel
Verdedigt tegen infecties en ziekten en zorgt voor terugkeer weefselvocht naar de bloedsomloop
Ademhalingsstelsel
Transporteert lucht naar plaatsen waar gaswisseling plaatsvindt tussen buitenlucht en het circulerende bloed, en produceert geluid
Spijsverteringsstelsel
Verwerkt voedsel, neemt voedingsstoffen op en verwijderd afvalstoffen
Urinairestelsel
Overtollig water, zouten en afvalstoffen
Voortplantingstelsel man
Produceert geslachtscellen en hormonen
Voortplantingstelsel vrouw
Produceert geslachtscellen en hormonen, ondersteunt embryonale en foetale ontwikkeling van bevruchting tot geboorte
Celkern
De celkern bestaat uit de kernplasma, kernmembraan en de chromosomen met de erfelijke informatie. De functie van de celkern is regeling van alle celprocessen
ER
Het enoplasmatisch reticulum bestaat uit het ruw ER en het glad ER. De functie van het ruw ER is het herbergen van de ribosomen en heeft daardoor een rol in de eiwitsynthese in de cel. Het glad ER vervoert stoffen van het ruw ER naar het Golgi-systeem
Ribosomen
De functie van ribosomen zijn het vormen van eiwitten, dus eiwitsynthese
Mitochondrien
Energiefabrieken die ATP maken
Eitwitten
Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren, bouwstenen van het lichaam.
De functie van eiwitten zijn verschillend zoals de opbouw van cellen, het transporteren van stoffen via het celmembraan en het opvangen van signalen door de cel. 4 soorten eiwitten: receptoren, ionkanalen, enzymen en transporteiwitten