Thema 2 Flashcards
(34 cards)
Wat zijn eHealth-technologieën?
De bouwstenen waaruit eHealth-toepassingen of eHealth-interventies bestaan, zoals de techniek ‘tailoring’ waarmee informatie of ondersteuning kan worden gepersonaliseerd.
Wat is het verschil tussen eHealth-toepassingen en eHealth-interventies?
eHealth-interventies zijn doelbewust ontworpen om gedrag te beïnvloeden (bijv. meer bewegen of depressieve klachten verminderen), terwijl eHealth-toepassingen breder zijn en ook informatieve of uitwisselingsfuncties kunnen hebben (bijv. websites met uitleg over ziekten of elektronisch patiëntendossier).
Welke definitie hanteert de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving voor ‘digitale zorg’?
Digitale zorg kan gaan om verschillende vormen van zorg en ondersteuning, communicatie op afstand, maar ook om actieve of passieve monitoring, triage en diagnostiek op afstand of digitale vormen van behandeling of ondersteuning. Het kan worden ingezet als middel binnen bestaande zorgprocessen, of als middel om tot vernieuwing van zorgprocessen te komen
Wat zijn de drie pijlers van e-health? (indelingsprincipes van eHealth)
Het zorgproces, de gebruiker en technologie
1e pijler: E-Health binnen het zorgproces. Welke 3 subcategorieën zijn er?
1) voorlichting en preventie, 2) zorg in het primaire proces (diagnose, therapie, care), 3) zorgondersteuning (kwaliteitsborging, logistieke ondersteuning, financiële ondersteuning etc.).
2e pijler: eHealth op basis van de gebruiker - noem 7 doelen/relaties
- zorgverlener in eigen werkcontext
- cliënt in eigen leefsfeer
- cliënten - zorgverleners
- cliënten - cliënten
- cliënten - anderen
- zorgverleners - anderen
- zorgverleners - zorgverleners
3e pijler: eHealth op basis van type technologie. Wat wordt hiermee bedoeld?
Het gaat in deze indeling dan ook niet om de technologie zelf, maar om de functionaliteit (gebruikersdoel) van de technologie.
De 13 typen zijn: Webapplicaties/portals, apps, elektronische dossiers, sensoren en devices (wearables en insideables), videocommunicatie, domotica, robotica, medische integratienetwerken, algemene integratienetwerken/b2b, medical intelligence, ehealthbehandelplatform, gamificatie, virtual reality
Primaire preventie
het voorkomen van ziekten en/of gezondheidsproblemen
secundaire preventie
het vroegtijdig ontdekken van ziekten en/of gezondheidsproblemen
tertiaire preventie
monitoring, begeleiding en zelfmanagement van herstel, het beperken van de gevolgen van ziekten en/of gezondheidsproblemen, en het er optimaal mee leren omgaan
Cognitive computing
dit zijn cognitieve computersystemen die zo zijn geprogrammeerd dat ze kunnen begrijpen, interacteren en leren (machine learning). Zij kunnen dit niet zelf, maar op basis van data en sturing. Wel zijn ze in toenemende mate in staat om zelf van data te leren.
Embodied conversational agents
dit zijn geanimeerde karakters die interactief kunnen communiceren met de gebruiker. Dit kan reactief of proactief zijn. Hiermee wordt geprobeerd om de interactie tussen mens en machine natuurlijker en eenvoudiger te maken en ‘just in time’. Ook hier is de basis machine learning.
augmented reality (AR)
Met deze technologie verrijk je de ruimtelijke omgeving met digitale informatie. Je ziet dus nog wel de dingen en mensen om je heen, maar dit beeld wordt verrijkt met extra informatie.
Wearable technology for self-tracking
dit zijn compacte apparaten die je op je lichaam draagt en waarmee lichamelijke gegevens worden gemeten (bijv. slaap, hartslag, lichaamsbeweging). Vaak zijn deze apparaten verbonden met computers (bijv. een smartphone) waarin de data worden opgeslagen en gevisualiseerd.
Aandachtspunt bij cognitive computing
de uitkomsten van het machine learning-beslismodel moeten valide en representatief zijn voor het probleem waarvoor het model de oplossing genereert. Hiervoor moet er inzicht zijn in het algoritme dat het geautomatiseerd systeem gebruikt en hoe dit systeem leert.
Aandachtspunt bij embodied conversational agents
vooral het proactief reageren brengt risico’s met zich mee. Dat moet op het juiste moment gebeuren en met de juiste inhoud. Als dit niet gebeurt, verliest de gebruiker het vertrouwen in de toepassing.
andachtspunt bij wearable technology for self-tracking
privacy is een issue; de verzamelde data worden opgeslagen door de producent en het is niet altijd duidelijk wat er met deze data gebeurt. Daarnaast is bij veel van deze toepassingen nog niet duidelijk of ze wel effectief zijn, dus of ze inderdaad leiden tot het beoogde gedrag (bijv. meer bewegen).
Wat kenmerkt de belangrijkste ontwikkeling in de persuasieve technologie?
De belangrijkste ontwikkeling in de persuasieve technologie betreft de mogelijkheid tot interactie. Waar de eerste systemen vooral informatie verzonden, werd in latere systemen interactie mogelijk. Deze interactiemogelijkheden werden steeds meer plaats- en tijdsonafhankelijk (denk aan wearables) en continue interactie werd mogelijk (denk aan telemonitoring, ecological momentary assessment (EMA) en ecological momentary interventions (EMI)).
Er wordt ook steeds meer gebruikgemaakt van algoritmes (al dan niet zelflerende/machine learningsystemen) waarmee automatisch gepersonaliseerde feedback en support kan worden gegeven zonder dat daarvoor actie van zorgprofessionals nodig is.
Wat is de betekenis van tailoring?
Elke combinatie van strategieën en informatie bedoelt om één specifieke persoon te bereiken en dat het gebaseerd is op kenmerken die uniek zijn voor die persoon, en verband houden met het gewenste resultaat en afgeleid zijn van een individuele beoordeling. In het Nederlands wordt tailoring ook wel advies-op-maat genoemd.
Het effect van een gezondheidsbevorderende interventie is afhankelijk van een aantal aspecten. In de gezondheidsbevordering wordt hiervoor vaak het RE-AIM raamwerk gebruikt, waar staat het voor?
Reach, effectiveness, adoption, implementation en maintenance.
Er zijn vier kosteneffectiviteitsanalysemethoden:
Cost-benefit analysis
Cost-effectiveness analysis
Cost-utility analysis
Cost minimization analysis
Cost-benefit analysis:
Hierbij worden zowel de gezondheidsuitkomsten en andere uitkomsten in geld uitgedrukt; vervolgens worden de ‘opbrengsten’ minus kosten berekend. Nadeel van deze methode is dat het lastig is om gezondheidsuitkomsten uit te drukken in geld.
Cost-effectiveness analysis:
Kunnen er meer voordelen voor lagere kosten geproduceerd worden of kunnen er met lagere kosten gelijke voordelen bereikt worden? Bij standaard cost-effectiveness analysis worden de kosten uitgedrukt per eendimensionale effecteenheid, bijvoorbeeld per afname in blood glucose niveau. Nadeel van deze methode is dat het lastig is om te interpreteren wat het betekent als een interventie x euro kost per afname in bloed glucose niveau.
cost-utility analysis:
Bij cost-utility analysis worden de kosten uitgedrukt per ‘gezond jaar’, bijvoorbeeld per quality-adjusted life year (QALY). Nadeel is dat voordelen van een interventie verder kunnen gaan, het kan bijvoorbeeld gaan om voordelen zoals minder wachttijd of minder reistijd.