Thema 2 Communicatieproblemen Flashcards

(145 cards)

1
Q

Visus =

A

Maat voor het kleinste detail dat iemand nog kan onderscheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Afstandsgetal =

A

Afstand waarop een letter moet worden gehouden/geplaatst om hem te zien met VISUS = 1,0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Methode visus opmeten (5)

A

Afstand 5m tot 6m
Goede verlichting/daglicht
In principe met bril/contactlenezn
Een oog afdekken
Optotypen (figuren/letters), de regel waarvan 2/3 is gelezen noteren als maximale visus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

VOS (oogheelkunde)

A

visus oculi sinistri = linkeroog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

VOD (oogheelkunde)

A

visus oculi dextri = rechteroog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

VODS (oogheelkunde)

A

visus beide ogen samen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

SC (oogheelkunde)

A

sine correctione = zonder correctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

CC (oogheelkunde)

A

cum correctione = met correctie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe noteer je de visus?

A

V = d / D (d = afstand tot kaart, D = afstand waarbij een normaal (gezond) oog het figuur of letter nog kan zien)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Emmetropie =

A

Normaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Myopie =

A

Bijziendheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Systeemmyopie =

A

Bijziendheid
Lengte van het oog normaal, optische systeem van hoornvlies en lens niet afgestemd op deze normale ooglengte -> licht gebundeld net voor het netvlies

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Aslengtemyopie =

A

Bijziendheid
Oog wordt langer dan gemiddelde oog hoort te zijn, optische systeem berekend op normale lengte en dus niet meer goed op elkaar afgestemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Hyperopie =

A

Verziendheid (licht bundelt achter het netvlies)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Presbyopie =

A

Ouderdomsverziendheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Indien visus kleiner dan 0.8: gebruik de stenopeische opening/pinhole, verbetering duidt op …

A

een refractieve afwijking (vaak met een astigmatisme = cilindrische afwijking)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Grof gezichtsveldbeoordeling met behulp van …

A

Proef van Donders

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Mogelijke oorzaken voor gezichtsveldverlies (6)

A

Glaucoom
Hersenbloeding, herseninfarct, hersentumor
Occlusie van oculaire venenstam of arterienstam
Hypofysetumor (pituitary tumor)
Neuritis optica
Netvliesloslating
Etc..

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Oogspiegelen
Direct oogspiegelen met ophthalmoscoop: beoordeling …
Indirect oogspiegelen met ophtalmoscoop: beoordeling …

A

Direct oogspiegelen met ophthalmoscoop: beoordeling netvlies

Indirect oogspiegelen met ophtalmoscoop: beoordeling helderheid media (hoornvlies, ooglens, glasvocht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Inspectie voorste oogsegment: roodheid
Gegeneraliseerde oppervlakkige hyperemie DD (2)

A

conjuctivitis, keratoconjuctivitis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Inspectie voorste oogsegment: roodheid
Circulaire pericorneale oppervlakkige hyperemie DD (2)

A

oppervlakkig, contactlens gerelateerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Inspectie voorste oogsegment: roodheid
Circulaire gemengde pericorneale roodheid DD (4)

A

dieper aangedaan, uveitis, grotere beschadiging, contactlens gerelateerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Inspectie voorste oogsegment: roodheid
Sectorale gemengde hyperemie DD (4)

A

wijst naar de aandoening, contactlens gerelateerd, corpus alienum in cornea, ulcus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Inspectie voorste oogsegment, wat valt er te zien? (5 aandoeningen)

A

Onder andere episcleritis, scleritis, uveitis. conjuctivitis (chronisch, bacterieel, allergisch), corpus alienum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Chronische vs bacteriele vs allergische conjuctivitis
Chronische conjuctivitis - Niet infectieus - Normaal verouderingsproces - Droog oog - Blefaritis? Bacteriele conjuctivitis - Streptococcus pneumniae - Staphylococcus epidermidis / aureus - Haemophilsu influenza / moraxella lacunata - Schadelijk na verzwakking weerstand - Afscheiding uit het oog (geel/groen) Allergische conjuctivitis - Chemose (gezwollen bindweefsel) - Visus kan verschillen - Irritatie/jeuk - Wittige afscheiding - Kan seizoensgebonden, allergische reactie (op vloeistof, conserveringsmiddel, make-up/shampoo etc).
26
Hordeolum =
Ontsteking kliertjes in bovenste of onderste ooglid
27
Fluorescentie =
Aankleuren van cornealaesie (aankleuring beschadigde corneacellen/epitheelcellen met fluorkleuring) Indicaties: corpus alienum, herpes keratitis
28
Ooglidomklappen: wat valt er te zien? (3 aandoeningen)
Onder andere: - Follikel (denk aan virus of chlamydia) - Papillae (denk aan allergie/bacterie) - Calciumafzettingen (concretions/lithiasis)
29
Cataract/staar =
Vertroebeling van lens (te zien bij oogspiegelen)
30
Risicofactoren cataract (5)
Erfelijkheid, leeftijd, andere oogaandoeningen, DM, bepaalde medicatie
30
Klachten bij cataract
Wazig zien, veranderde kleuren/grauw
30
Behandeling cataract
Operatie met verwijdering oude lens en implantatie kunstlens
31
4 soorten glaucoom
Primair open kamerhoek glaucoom Normaaldruk glaucoom Acute kamerhoekafsluiting Secundair glaucoom
32
Primair open kamerhoek glaucoom =
Vaak verhoogde intraoculaire druk (normaal 10-22 mmHg). Geen andere oorzaak te vinden.
33
Secundair glaucoom =
Als gevolg van andere oogaandoening, trauma of co-morbiditeit en/of medicatie
34
Risicofactoren glaucoom (7)
Erfelijkheid, leeftijd, sterke myopie, negroide ras, HVZ, DM, medicatie.
35
Glaucoom leidt op langere termijn tot ...
Blindheid
36
Acuut gesloten kamerhoekglaucoom = Klachten? (6) LO? (1) Behandeling?
Acute blokkade van de kamerwaterafvoer Klachten: - Pijnlijk oog - Rood oog - In korte tijd wazig zien - Hoofdpijn - Braken - Misselijk LO: palpatie harde oogbol/oogdrukmeting Behandeling: iridotomie (operatie waarbij met een laser een gaatje in de iris wordt gebrand)
37
Behandeling primair open kamerhoekglaucoom (3)
Oogdruppels Laserbehandeling operatieve ingreep (trabeculectomie of implantaten)
38
Maculadegeneratie =
Ophoping van afvalproducten achter het netvlies (drusen)
39
Risicofactoren maculadegeneratie (5)
Leeftijd, erfelijk, etniciteit (Scandinavië), HVZ, leefstijl (roken, ongezonde voeding)
40
Klachten macula degeneratie (droge vs exsudatieve (natte))
Klachten: verstoring centrale zien - Droge vorm: langzaam beloop - Natte vorm: snel beloop, hierbij vaatvorming onder macula
41
De Amslerkaart kan worden gebruikt om te testen op ...
Maculadegeneratie
42
Behandeling maculadegeneratie
Hulpmiddelen bij lezen (loep). Behandeling natte vorm: intra-oculaire injecties met vaatgroeiremmende middelen, laserbehandeling, operatief
43
Diabetische retinopathie =
Lekkage van kleine bloedvaten in het netvlies
44
Stadia diabetische retinopathie (3)
Niet-proliferatief Proliferatief (vorming van nieuwe bloedvaten), ernstig Maculaoedeem (DME)
45
Behandeling diabetische retinopathie (3)
- Goede bloedsuikercontrole voor DM patienten - Laserbehandeling - Intra-oculaire injecties met vaatgroeiremmende middelen
46
Herz vs Decibel
Geluid: hoge toon = snelle frequente golfen (Hz) Luidheid = amplitude (Db)
47
Geluiden vanaf … dB kunnen schadelijk zijn Geluiden vanaf … dB leveren direct schade op Geluiden tussen … dB: schade is afhankelijk van hoe vaak en hoe lang je deze geluiden hoort
Geluiden vanaf 80 dB kunnen schadelijk zijn Geluiden vanaf 120 dB leveren direct schade op Geluiden tussen 80-120 dB: schade is afhankelijk van hoe vaak en hoe lang je deze geluiden hoort
48
Volgorde gehoorbeentjes
hamer (maleus), aambeeld (incus), stijgbeugel (stapes)
49
Gehoorbeentjes zitten in …oor
Midden
50
Beluchting middenoor door …
Tuba eustachius Bij kinderen loopt deze buis nog wat horizontaler, daardoor sneller verstopt waardoor otitis media.
51
Trilling via gehoorbeentjes overgegeven aan …. Golfbeweging zat eerst in lucht en vanaf hier in vocht.
Cochlea
52
Cochlea zit in het …oor. In de cochlea zitten heel veel trilhaartjes. … tonen zorgen voor trilling membraan en haartjes begin cochlea, … tonen bij het helicotrauma (binnenste/midden) = … verdeling in de cochlea.
Cochlea zit in het binnenoor. In de cochlea zitten heel veel trilhaartjes. Hoogfrequente tonen zorgen voor trilling membraan en haartjes begin cochlea, laagfrequente tonen bij het helicotrauma (binnenste/midden) = tonotopische verdeling in de cochlea.
53
Vanaf cochlea brengen zenuwen het signaal naar de hersenen. Door haarcelbeweging chemisch potentiaal door natrium influx in de cellen. Deze zenuw is de …
N Vestibulo Cochlearis (N VIII).
54
Gehoorverlies oorzaken uitwendige oor (2)
1. Cerumen -> geleidingsverlies 2. Otitis externa (B/ lokale antibiotische druppels) -> geleidingsverlies
55
Conductief verlies =
Geleidingsverlies
56
Gehoorverlies oorzaken middenoor (4)
1. Trommelvliesperforatie (B/ expectatief / tympanoplastiek = chirurgisch herstellen) -> geleidingsverlies 2. Otitis media (met effusie = ontsteking, acuta = infectie). (B/ expectatief, soms buisjes) -> geleidingsverlies 3. Cholesteatoom = ophoping huidvellen door intrekking trommelvlies + ontstaan ontstekingsproces waardoor botdestructie van gehoorbeenjes, bij door woekeren ook aantasting cochlea -> dan gemengd conductief/perceptief verlies (B/ chirurgisch saneren) 4. Otosclerose: voetplaat van de stapes gaat vast zitten en kan niet meer goed de trillingen doorgeven aan de cochlea
57
Gehoorverlies oorzaken binnenoor (5)
In principe is dit altijd perceptief verlies (= sensorisch) 1. Presbyacusis (ouderdomsslechthorendheid): begint in de hoge tonen. Probleem van de haarcellen, voornamelijk begin cochlea. (B/ hoortoestel) 2. Lawaaidoofheid 3. Ototoxische medicatie (bepaalde AB zoals gentamicine, bepaalde cytostatica icm diuretica) 4. Sudden deafness 5. Brughoektumor
58
Belangrijkste indicatie stemvorkproeven
verdenking op Sudden Deafness bij patient, die komt met een inkorte tijd sterk verminderd gehoorsverlies oor.
59
Hoe werkt de proef van Rinne / Weber?
Plaats de voet van de trillende stemvork op het mastoïd en vraag de patiënt of hij dit hoort. Houd de stemvork meteen daarna voor het oor en vraag of het geluid luider wordt. Deze proef van Rinne is gestoord als het volume van het geluid voor het oor niet harder is. Dit wijst op een geleidingsstoornis. Bij de proef van Weber plaats je de trillende stemvork midden op het hoofd en vraag je de patiënt of hij het geluid in het midden, of links of rechts hoort. Als hij het aan één kant beter hoort, wijst dit op een geleidingsstoornis aan de kant van het geluid of een perceptiestoornis aan de andere kant. Met de combinatie van deze twee proeven kun je uitmaken of een hardhorendheid aan een kant op een geleidings- of een perceptiestoornis berust.
60
Wat meet je bij audiogram/audiometrie?
Luidheid (dB) uitgezet tegen de frequentie (Hz) Beengeleiding + luchtgeleiding wordt daarbij ook gemeten
61
3 vormen van duizeligheid
Vertigo (draaiduizeligheid) Presyncope (licht gevoel in het hoofd) Des equilibrium (onvast ter been) Gemengd vooral bij ouderen
62
DD draaiduizeligheid (3)
BPPD Neuritis vestibularis / labyrintitis Ziekte van Meniere
63
BPPD = Symptomen? Onderzoek/behandeling?
Benigne Paroxysmale Positie Duizeligheid Labyrint (= cochlea + vestibulare orgaan + kanalen) -> otolieten uit het vestibulum zijn losgelaten en zitten vast in 1 van de kanalen. Symptomen: vertigo bij beweging, duur sec-min Onderzoek: dix hallpike Gaat vaak na 4 wkn vanzelf over, behandeling: Epley manouvre
64
Neuritis vestibularis vs labyrintitis
Virale infectie meest voorkomend. In 50% na luchtweginfectie optreden. Neuritis vestibularis: geen gehoorverlies, persisterende vertigo, misselijkheid/overgeven Labyrintitis: gehoorverlies/tinnitus, spontane nystagmus, persisterende vertigo
65
Ziekte van Meniere = … Symptomen?
Aandoening van labyrinth, hydrops endolymfe in het oor (Draai)duizeligheid aanvalsgewijs, soms met klachten van het gehoor of vol gevoel in het oor. Aanval duurt enkele min - 1 uur Minstens 2x een aanval van >20min te zijn geweest om deze diagnose te kunnen stellen
66
Vestibulaire orgaan bestaat uit: (3)
3 semicircuaire kanalen (anterieur, posterieur, horizontaal) 2 stoliet organen (sacculus en utriculus) Vloeistof in het systeem (endolymfe en perilymfe)
67
Hoe onderzoek je of er sprake is van orthostatische hypotensie?
meet na 5 min liggen de bloeddruk staand, iedere minuut Stop als er een daling is - Syst >20 mmHg - Dia >10 mmHg - Of als deze gedurende 3 min niet meer daalt
68
Behandeling orthostatische hypotensie (3)
mobilisatie medicatie aanpassen Doorverwijzen bij oorzakelijke aandoening (bv M Parkinson)
69
Bulbus
Oogbol (ca 24mm aslengte)
70
Orbita
Oogkas
71
Asseccoire structuren (adnexen) oogbol (4)
oogleden, conjuctiva, traanapparaat en uitwendige oogspieren
72
Glandula lacrimalis
traanklier bestaat uit orbitale en palpebrale deel
73
Lidslag =
knipperen oog
74
Traanvocht wordt mediaal inferior weer afgevoerd via ... Sacculus lacrimales = ... Deze voert door via ... Traanvocht komt terecht in ...
Traanvocht wordt mediaal inferior weer afgevoerd via punctum lacrimales (bovenste (30%) en onderste (70%)), traanvocht wordt door de capillaire werking de traankanaaltjes ingezogen. Sacculus lacrimales = traanzak Traanzak voert door via ductus nasolacrimales Traanvocht komt terecht in neus- en mondholte.
75
Wat doen de kliertjes van Meibom?
produceren vetachtige laagje van de traan (talg)
76
Musculus ...: hier knijp je je ogen mee dicht Musculus ...: heft het bovenste ooglid
Musculus orbicularis oculi: hier knijp je je ogen mee dicht Musculus levator palpebrae superioris: heft het bovenste ooglid
77
Wat doet de conjuctiva?
Bekleden de binnenzijde van de oogleden (= slijmvlies) -> zorgt ervoor dat normale pathogenen (straatvuil bv) niet achter het oog komen.
78
6 oogbolspieren (4 rechte, 2 schuine)
1. Musculus rectus lateralis (abductie van het oog) 2. Musculus rectus medialis (adductie van het oog) 3. Musculus rectus superior (geen geïsoleerde beweging, aanhechting van spieren ligt meer mediaal, dus zorgt niet alleen voor elevatie maar ook draaiing (tordatie)) 4. Musculus rectus inferior (geen geïsoleerde beweging, aanhechting van spieren ligt meer mediaal, dus zorgt niet alleen voor depressie maar ook draaiing (tordatie)) 5. Musculus obliquus superior 6. Musculus obliquus inferior
79
Eerste afslag carotis interna =
arteria ophtalmica
80
... voorziet het netvlies van zuurstofrijk bloed
Arteria centralis retina
81
Arteria centralis retina loopt samen met de ... het oog binnen
Nervus opticus
82
Cornea
Hoornvlies
83
Sclera
Oogrok Sclera (wit) loopt door in de cornea (doorzichtig).
84
90% van cornea bestaat uit stroma, binnenkant ligt endotheel. Functie endotheel?
Endotheel heeft een belangrijke pompfunctie, zorgt ervoor dat de cellen telkens ontwaterd worden, waardoor licht toegankelijk (en dus doorzichtig blijft).
85
Bolling van cornea/lens is voor?
breken van het licht
86
Uvea bestaat uit (3)
Choridea (vaatvlies) + corpus ciliare (straallichaam) Iris (regenboogvlies)
87
Choridea
Vaatvlies
88
Choridea (vaatvlies) is op een stuk verdikt = ...
corpus ciliare -> kleine vaatkluwen, soort nefron effect -> productie kamerwater Zit ook een spiergroepje in, met vezels verbonden aan de lens -> kan de lens vlakker of boller maken (accomodatie)
89
Corpus ciliare bevat radiair en circulair verlopende spierbundels, namelijk ...
De m. ciliaris. Deze parasympathisch geïnnerveerde spier verzorgt de accommodatie. Het corpus ciliare heeft ook een functie in de productie van kamerwater.
90
Retina
Netvlies
91
Waar zit de retina?
Binnenzijde van het oog is de retina, eerst zenuwbanen/ganglioncellen, daaronder zitten de sensoren (pigmentepitheel met kegeltjes en staafjes) = fotosensoren.
92
Macula lutea =
Gele vlek
93
Midden in de gele vlek zit ...
de fovea centralis: verdunning retina en grote kegeltjesdichtheid -> gezichtsscherpte is hier het grootst
94
Blinde vlek =
waar de n opticus en a centralis retinae binnenkomen
95
Presbyopie =
Accomodatievermogen is op oudere leeftijd allemaal verloren gegaan (nauwelijks meer bolling/vlak wording). Gaat met ouder worden dus drastisch achteruit. De lens heeft op 65-jarige leeftijd vrijwel geen accommodatievermogen meer = presbyopie
96
De voorste oogkamer wordt aan de voorkant begrensd door ..., aan de achterkant door ... en .... De achterste oogkamer wordt aan de voor- en zijkant begrensd door ... en ..., en aan de achterkant door ... en ....
De voorste oogkamer wordt aan de voorkant begrensd door de achterzijde van de cornea, aan de achterkant door de iris en het voorste kapsel van de lens. De achterste oogkamer wordt aan de voor- en zijkant begrensd door het achtervlak van de iris en het corpus ciliare, en aan de achterkant door de lens en de voorste glasvochtmembraan.
97
... oogcompartimenten ... oogkamers
3 oogcompartimenten 2 oogkamers
98
Kamervocht/kamerwater, productie door ...,komt eerst in ... oogkamer terecht. Passeert via ... komt dan in ... oogkamer terecht. Absorberen kamervocht gebeurt in kamerhoek. Hier zit een klein veneus netwerkje (= ...) en zorgt voor absorptie van kamerwater.
Kamervocht/kamerwater, productie door corpus ciliaire (vaatkluwen),komt eerst in achterste oogkamer terecht. Passeert via de pupil komt dan in voorste oogkamer terecht. Absorberen kamervocht gebeurt in kamerhoek. Hier zit een klein veneus netwerkje (= kanaal van Schlemm) en zorgt voor absorptie van kamerwater.
99
In de glasvochtholte zit? Wat gebeurt er bij ouderen?
Gelei-achtige substantie, vult geheel compartiment 3 van het oog. Bij ouderen degeneratie en krimpen, minder gelei-achtig (stugger), maar zit op een aantal punten nog wel vast aan de retina. Hierdoor tractie op de retina, retina kan scheuren (retina defecten).
100
Hersenzenuw III Functie? Test?
N. Oculomotorius - motorisch Functie: 4 van de 6 uitwendige oogspieren (m rectus superior, m rectus inferior, m rectus medialis, m obliquus inferior) + heffen ooglid (m levator palpebrae) + pupil (m sfincter pupillae en m cilliaris (parasymp), m dilatator pupilae en m tarsalis superior (symp) Test: oogstand (reflectielampje), oogvolgbewegingen, ptosis, pupilreflex (efferent -> vernauwen pupil). Abductie + depressie. Lichtbron in zieke oog -> geen vernauwing zieke oog, wel indirect contralaterale oog. Lichtbron in gezonde oog -> wel vernauwing in gezonde oog, maar geen indirecte vernauwing zieke oog.
101
Hersenzenuw IV Functie? Test?
N. trochlearis - motorisch Functie: M. Obliquus superior Test: oogstand (reflectielampje), oogvolgbewegingen Bij leasie: niet meer naar beneden kijken
102
Hersenzenuw VI Functie? Test?
N. Abducens - motorisch Functie: m. Rectus lateralis Test: oogstand, OVB Afwijkend: dubbelbeelden
103
Auris externa
Uitwendig oor
104
Auricula
Oorschelp
105
Meatus acusticus externa
Uitwendige gehoorgang
106
Auris media
Middenoor
107
Cavum tympani
Trommelholte
108
Auris interna
Binnenoor
109
Labyrint bevindt zich in het …
Binnenoor
110
Buis van Eustachius is voor …
Beluchting midenoor Tuba auditiva
111
Malleus
Hamer
112
Incus
Aambeeld
113
stapes
Stijgbeugel
114
Twee spiertjes in trommelholte oor
M tensor tympani (malleus) M stapedius (stapes)
115
Labyrint - benig Bevat?
Perilymfe Cochlea (slakkenhuis) Vestibulum Canales semicirculares
116
Labyrint vliezig (membraneus) Bevat?
Endolymfe Ductus cochlearis Sacculus Utriculus Ductus semicirculares
117
Cochlea is voor …
Geluidswaarneming/perceptie -> orgaan van Corti (organum spirale)
118
Labyrint is voor …
Perceptie
119
Zintuigcellen labyrint (3)
Orgaan van Corti Macula in sacculus, utriculus Cupula in semicirculaire kanalen
120
Geleiding vs perceptie
Geluidtrillingen planten zich voort (geleiding) en veroorzaken reactie van zintuigcellen (perceptie) in cochlea.
121
Evenwicht betreft … en … versnellingen (sacculus en utriculus) en …versnellingen (halfcirkelvormige kanalen).
Evenwicht betreft positie en lineaire versnellingen (sacculus en utriculus) en draaiversnellingen (halfcirkelvormige kanalen).
122
Oogbewegingen over de longitudinale / verticale as
Adductie Abductie
123
Oogbewegingen over de transversale as
Elevatie Depressie
124
Oogbewegingen over de sagittale as / anterior-posterior
Intorsie Extorsie
125
chronische progressieve optische neuropathie die resulteert in karakteristieke morfologische veranderingen aan de optische schijf en retinale zenuwvezels.
Glaucoom
126
Blefarochalazis
hangende oogleden (te veel huid)
127
Ectropion
Naar buiten gedraaid onderooglid
128
Entropion
Naar binnen gedraaid onderooglid
129
Kenmerken open kamerhoek glaucoom (3)
Hoge oogboldruk (niet altijd) Geexcaveerde papil (‘uitgeholde oogzenuw’) Gezichtsveld uitval
130
Vasculaire retinale aandoeningen globaal (2)
Lekkage OF Oclusie van capillairen
131
CRAO oog
Arteriestam occlusie Central Retinal Arterial Occlusion
132
BRAO oog
Arterietak occlusie Branche Retinal Arterial Occlusion
133
CRVO
Venestam occlusie Central retinal vein occlusion
134
AION oog + kenmerken (5)
anterieure ischemische opticoneuropathie papil deels oedeem Spinter bloeding op de papil Hoofdpijn Alltitudinale gezichtsveld uitval (vaak boven of onder halfzijdige uitval) Vaak ook klachten van arteritis temporalis
135
Ophoping van afvalstoffen in/onder het netvlies, waardoor ook slechter uitwisseling van stoffen -> lichtgevoelige cellen gaan verloren en RPE laag wordt dunner -> neovascularisatie (mazen in de pigmentlaag) Dit kan gebeuren bij welke aandoening?
Maculadegeneratie (natte - exsudatieve) Ontstaat vaak binnen dagen tot weken
136
Risicofactoren maculadegeneratie (5)
Genetische factoren Roken Voeding Geslacht (vrouw > man) Leeftijd
137
Sluipend proces waarbij centrale gezichtsveld waziger wordt en symmetrische aantasting optreedt. Meest passend bij aandoening?
Droge (atrofische) maculadegeneratie
138
Therapie droge maculadegeneratie
Leefstijlregels
139
Behandeling natte maculadegeneratie
Tot 15jr geleden: laser Photodynamische therapie Nieuwe generatie geneesmiddelen: intra-vitreale toediening groeifactor remmer (VEGF-remmers, monoclonale anti-lichamen)
140
Bij jonge mensen kan bij het gebruik van welk medicijn cataract ontstaan?
Prednison
141
Meest voorkomende oorzaken van slechtziendheid bij ouderen (4)
Leeftijdsgebonden maculadegeneratie (LMD): Een progressieve aandoening van het netvlies die het centrale zicht aantast en een van de belangrijkste oorzaken van slechtziendheid bij ouderen is. Cataract: Een vertroebeling van de ooglens die het gezichtsvermogen kan vertroebelen en wazig maken. Glaucoom: Een oogziekte die schade aan de oogzenuw veroorzaakt en kan leiden tot permanent verlies van het gezichtsvermogen. Diabetische retinopathie: Een complicatie van diabetes die schade aan de bloedvaten in het netvlies veroorzaakt en het gezichtsvermogen kan aantasten. Bron chat gpt
142
Meest voorkomende oorzaken van gehoorproblemen bij ouderen (4)
Presbyacusis: Leeftijdsgebonden gehoorverlies als gevolg van natuurlijke veroudering van het gehoororgaan. Lawaai-geïnduceerd gehoorverlies: Langdurige blootstelling aan lawaai kan het gehoor beschadigen en leiden tot gehoorverlies. Otosclerose: Een aandoening waarbij abnormale botgroei in het middenoor het vermogen van de gehoorbeentjes om geluid door te geven, beïnvloedt. Infecties zoals oorontstekingen kunnen het gehoor tijdelijk of permanent aantasten. Bron chatgpt
143
Wat zijn refractie afwijkingen?
Refractieafwijkingen zijn oogafwijkingen die optreden wanneer het licht dat het oog binnenkomt niet correct wordt gebroken (of gebogen) door de verschillende structuren van het oog, zoals het hoornvlies, de lens en het glasvocht. Deze afwijkingen kunnen leiden tot onscherp zicht of andere visuele symptomen. De meest voorkomende refractieafwijkingen zijn: -> Myopie (bijziendheid): Bijziendheid treedt op wanneer het oog te lang is of de kromming van het hoornvlies te sterk, waardoor lichtstralen zich focussen vóór het netvlies in plaats van erop. Hierdoor kunnen objecten in de verte onscherp lijken. -> Hypermetropie (verziendheid): Verziendheid ontstaat wanneer het oog te kort is of de kromming van het hoornvlies te zwak, waardoor lichtstralen zich achter het netvlies focussen in plaats van erop. Hierdoor kunnen objecten dichtbij onscherp lijken. -> Astigmatisme: Astigmatisme treedt op wanneer het hoornvlies of de lens onregelmatig van vorm is, waardoor lichtstralen verschillende focuspunten hebben. Dit kan resulteren in vervormd of wazig zicht, zowel dichtbij als veraf. -> Presbyopie: Presbyopie is een normaal verouderingsproces waarbij de lens van het oog stijver wordt en minder goed kan accommoderen (scherpstellen) op objecten dichtbij. Dit kan leiden tot moeite met het zien van objecten op leesafstand, vooral bij oudere volwassenen. Refractieafwijkingen kunnen worden gecorrigeerd met brillen, contactlenzen of refractieve chirurgie zoals LASIK. Het is belangrijk om regelmatig een oogonderzoek te ondergaan om eventuele refractieafwijkingen op te sporen en te corrigeren, om een optimaal gezichtsvermogen te behouden. Bron chat gpt