Thema 3 level 7 Flashcards

Hoe kun je 2D en 3D in een presentatie verwerken (38 cards)

1
Q

Wat is een dimensie?

A

Een dimensie is een maat waarin een object of ruimte kan worden gemeten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel dimensies heeft een lijn?

A

1 dimensie (1D)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat meet je in 1 dimensie?

A

Een lijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is een voorbeeld van 2 dimensies?

A

Een presentatie tegen het platte vlak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hoeveel dimensies heeft 2D?

A

2 dimensies, hoogte en breedte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat meet je in 3 dimensies?

A

Hoogte, breedte en diepte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat is een voorbeeld van 3 dimensies?

A

Werken in een etalage of op een podium los in de ruimte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Vul in: In 3 dimensies meet je…

A

Hoogte, breedte en diepte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is een hoogtelijn in een 2D-compositie?

A

Een hoogtelijn (K-A) is meestal de langste lijn in de compositie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Noem de elementen waaruit een 2D-compositie bestaat.

A

Lijnen die vertrekken vanuit een kern (K) en artikelen die geplaatst, gestapeld en gerangschikt zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel breedtelijnen zijn er in een 2D-compositie?

A

Twee of meer breedtelijnen (K-B, K-C …).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat is de eenvoudigste vorm van een 2D-compositie?

A

Een driehoek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is een driehoekcompositie?

A

Een compositie op rechte basis.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Geef voorbeelden van waar een 2D-compositie te vinden is.

A

Instore of in de etalage op wandplaten, op een stang, tegen zij- en/of achterwand, plat op een podium of (etalage)vloer, in een toonbankvitrine.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat zijn variaties op een 2d compositie?

A

Schuine breedtelijn.
Compositie met doorlopende hoogtelijn.
Compositie met meer breedtelijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is een 2D-compositie met een beeldlijn?

A

Compositie opgebouwd rond een beeldlijn. Leiden je ogen vanzelf doorheen de compositie en zo bekijk je alles zonder zaken over te slaan. BV “S”

17
Q

Wat is een 3D compositie?

A

Bestaat uit lijnen.
Een hoogtelijn ( K-A ), meestal de langste.
2 of meer breedtelijnen ( K-B, K-C )
Een of meer dieptelijnen ( K-D )

18
Q

Hoe is een 3D compositie opgewbouwd?

A

Lijnen zijn aanwijsbaar en vetrekken vanuit een kern ( K ). Lijnen krijg je door het plaatsen en opstapelen en het rangschikken van elementen ( artikelen )

Artikelen overlappen door deels voor of achter elkaar te plaatsen, tegen elkaar plaatsen of met spanning een beetje tussen ruimte creëren.

Decoratie, opbouwmateriaal en andere hulpmiddelen kunne de 3D compositie versterken. Eindresultaat van opstelling is een piramide.

19
Q

Hoe is een 3D compositie opgebouwd? ( 2 )

A

Om verschil in hoogte te creëren, maak je gebruik van opbouwmaterialen zoals podia, zuilen & displays. Zorgt voor ondersteuning en maakt het gemakkelijker om compositie te verwerken.

Zorg dat je alle elementen evenwichtig in ruimte zet. Ga eens naar buiten om etalage te bekijken. Verschuif elementen tot je een geheel bereikt.

20
Q

Voorbeelden 3D composities

A

Groep artikelen in ruimte zoals etalage, instore, beurzen, tentoonstellingen.

21
Q

Variaties van 3D compositie

A

Compositie met schuine dieptelijn.
Compositie met meerdere dieptelijnen.
Of je werkt volgens een beeldlijn en / of met herhaling.

22
Q

Symmetrie / Symmetrisch

A

Beeld waarvan links het spiegelbeeld is van rechts. Is stijf, geordend, soms saai.

23
Q

Asymmetrie / asymmetrisch

A

Beeld waarvan links en rechts niet gelijk aan elkaar zijn. Veel speelser en levendiger. Vraagt geordende opstelling om mooi resultaat te bereiken.

24
Q

Is 2D en 3D symmetrisch

A

Nee, 2D compositie met schuine breedtelijn & 3D compositie met schuine dieptelijnen lenen zicht niet om symmetrisch te verwerken.

25
Waar staat ( K ) voor?
Kern
26
Waar staat ( K-A ) voor?
Hoogtelijn, meestal de langste.
27
Waar staat ( K-B ) voor?
Breedtelijn, achterwaarts
28
Waar staat ( K-C ) Voor?
Breedtleijn
29
Waar staat ( K-D ) voor?
Dieptelijn
30
Waar plaats je zware voorwerpen in de compositie?
Rond de kern
31
Waar plaats je de lichte voorwerpen in de compositie?
Het verste weg van de kern.
32
Zware elementen zijn...
Grote, gesloten volumes in felle of juist in donkere kleuren.
33
Lichtere elementen zijn...
Kleinere, open elementen met een lichte kleur.
34
Waar moet je voor zorgen bij een compositie?
Bij de rangschikking, opstapeling, ordening zorg je voor een geleidelijke overgang van groot naar klein.
35
Waarvoor staat "D" in 3D?
Dimensionaal
36
Wat heb je nodig om 3D te kunnen zien?
2 ogen
37
Waar ervaar je 3D?
Overal
38
Een 2D presentatie is een presentatie tegen een...
Plat vlak