thema 3 (sociaal) Flashcards

1
Q

taken man Maya

A

jagen + vechten, landbouw, sporten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

taken vrouw Maya

A

huishouden, opvoeding kinderen, koken en weven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe werden de kinderen van de Maya’s opgevoed?

A

vrouwen leerden taken aan dochters

mannen leerden taken aan zonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

was er een standenmaatschappij bij de Maya’s?

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

volgorde van onder naar boven standenmaatschappij Maya’s

A

slaven, vrije werkers, adel, elite, koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

huis gewone maya

A

primitief, muur van hout, dak van stro

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

huis rijke maya

A

rijkelijk gebouwd, van steen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

was er een standenmaatschappij bij de Azteken?

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoe herken je een belangrijk persoon bij de Azteken?

A

aan zijn kledij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

volgorde standenmaatschappij azteken

A

gewone burger, handwerkers, kooplieden, krijgers, priester, adel, koning

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

priesters Azteken

A

ten dienste van tempels, priesterscholen, ziekenhuizen of gestichten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

slaaf Azteken

A

geen rechten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

krijgers Azteken

A

zorgden voor noodzakelijke gevangenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

gewone burger Azteken

A

vrij, maar moest wel tribuut betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

kooplieden en handelaars Azteken

A

woonden in aparte wijken en moesten belastingen betalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

koning Azteken

A

hoogste macht, volk aanschouwde hem als god

17
Q

hadden de Inca’s een standenmaatschappij?

A

ja

18
Q

volgorde standenmaatschappij Inca’s

A

krijgsgevangenen, dienaars, arbeiders, priesters, lage adel, hoge adel, keizer

19
Q

krijgsgevangenen Inca’s

A

werkten in ongezonde gebieden, volgens Inca’s hun verdiende straf

20
Q

dienaars Inca’s

A

stelden hun arbeid te koop

21
Q

arbeiders Inca’s

A

moesten naast hun eigen velden, ook de gronden van de adel bewerken als vorm van tribuut

22
Q

priester Inca’s

A

stonden in voor vergeving van zonden en communicatie met goden

23
Q

lage adel Inca’s

A

genoten minder dan hogere adel, konden hoge bestuursfuncties bekleden en waren uitverkoren om pre-Incatradities te voltrekken

24
Q

hoge adel Inca’s

A

Inca’s met bloedbanden met de keizer

25
Q

keizer Inca’s

A

werd aanbeden als zoon van zonnegod waardoor zijn functie vanwege de goden gerechtvaardigd was