Thema 4 - De babytijd Flashcards

(55 cards)

1
Q

Pasgeboren kind synoniem

A

De neonatus

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Fysiologische vroeggeboorte van Portmann

A
  • Na ongeveer 1 jaar (2e dracht) komt de ‘psychologische geboorte’
  • Fysiologisch rijp voor de wereld
    => Essentiële levensfuncties
  • Psychologisch erg beperkt
    => Waarnemen
    => Doelgericht reageren
  • Unieke betekenis eerste levensjaar
    => Psychologische ontwikkeling (waarneming en reactie)
    => Motorische ontwikkeling
    => Sociale ontwikkeling
    => Basis voor latere taalverwerving
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Uitrusting van de pasgeborene

A
  • Motorische reacties
  • Waarneming en cognitie
  • Sociale gerichtheid en emoties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Uitrusting van de pasgeborene

A
  • Fysiologische mechanismen om in leven te blijven
  • Aanpassingsmechanismen
    => Zintuigen functioneren
  • Motorische reactiewijzen
    => Voeding
    => Aandacht
    => Zorg
  • Beperkte controle mechanismen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Motorische reacties

A
  • Kind slaapt 2/3 van de tijd
  • 6 gedragstoestanden van Prechtl
  • 4 criteria Prechtl
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

4 criteria van Prechtl

A

1) Open of gesloten ogen
2) Regelmatige respiratie
3) Mate van beweging
4) Al dan niet huilen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

6 gedragstoestanden van Prechtl

A

1) Rustige slaap
=> Weinig of geen lichaamsbewegingen, de ogen gesloten, rustige en regelmatige respiratie

2) Actieve slaap
=> Geen grove bewegingen
=> Snelle oogbeweging achter gesloten oogleden, onregelmatige respiratie

3) Slaperigheid
=> De ogen gaan soms open en dan weer dicht, weinig beweging, rustige respiratie

4) Rustig wakker
=> Ogen open en ontspannen gezicht, alert maar relatief weinig beweging, rustige respiratie

5) Actief wakker
=> Ogen wijd open en gericht op de omgeving, krachtige bewegingen, actieve ademhaling

6) Huilen
Felle ongecoördineerde lichaamsbewegingen, schokkerige respiratie, ogen afwisselen open en dicht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Motorische reacties - aangeboren reactiewijzen

A

= Reflexen
=> Erfelijk voorgeprogrammeerde reactie uitgelokt door een specifieke prikkel

  • Blijvende reflexen
    => Niezen, hoesten,….
    => Pupil- en buigreflex (reactie op pijn bescherming tegen beschadeging)
  • Voorbijgaande reflexen
    => Eerste weken/maanden
    => Functionele reflexen
    => Archaïsche reflexen
    => Cortex neemt over (3 maand), maar latente aanwezigheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Functionele reflexen

A
  • Snuffel- of zoekreflex
  • Zuigreflex
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Archaïsche reflexen

A
  • Grijp- en loopreflex
    => Lijken functieloos
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Waarneming en cognitie

A
  • Zintuigelijke indrukken, geen besef van de verwijzing naar de externe werkelijkheid
  • Een toestand van adualisme
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Adualisme

A
  • Piaget (1978)
  • Ontbreken van dubbelheid
  • Geen onderscheid tussen buiten- en binnenwereld
  • Geen subject - objectopsplitsing
  • Wel gewaarwordingen, maar geen betekenis of bewustzijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Waarneming en cognitie - de verschillende zintuigen

A
  • Tast
  • Temperatuurszin
  • Pijn
  • Smaak en reuk
  • Horen
  • Zien
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

De verschillende zintuigen - Tast

A
  • Goed ontwikkeld
  • Voorkeur huidcontact
    => Kalmerend effect
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

De verschillende zintuigen - Temperatuurszin

A
  • Onderscheid tussen warm en koud ter hoogte van hoofd en handen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

De verschillende zintuigen - Pijn

A
  • Duidelijk aanwezig
  • Gedrag
    => Grimassen
    => Schreeuwen
  • Fysiologisch
    => Hart
    => Spanning
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

De verschillende zintuigen - Smaak en reuk

A
  • Duidelijke voorkeuren
    => Zoet
    => Geur moeder
  • Duidelijke afkeer
    => Zuur
    => Bitter
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

De verschillende zintuigen - Horen

A
  • Intens en hoog
    => Opgewonden
  • Laag en zacht
    => Kalmerend
  • Voorkeur stem moeder
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

De verschillende zintuigen - zien

A
  • Oog nog niet volledig klaar om te functioneren
  • Myelisering
  • Reactie op licht
  • Beperkte voorkeuren
    => Menselijk gelaat
    => Patronen
    => Scherpe contrasten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Enkele afzonderlijke processen - Waarneming

A
  • Onderzoek naar aspecten van cognitieve ontwikkeling
  • Zicht
    => Verdere ontwikkeling nodig na de geboorte
  • Verschillende aspecten van waarneming
    => Na 2 maand kleurperceptie + blik fixeren
    => Na 3 maand georganiseerd geheel zien
    => Op 6 maand gezichtsvermogen vergelijkbaar met volwassene
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Dieptezicht

A

=> Experiment Visual Cliff
=> 2 maand fysiologische reactie toont dat diepte waarnemen
=> 6 maand bang om over de afgrond te kruipen, later wanneer besef van gevaar ontwikkelt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Waarneming en cognitie - elementaire leerprocessen

A

Pasgeborenen beschikken ook al over een zeker leervermogen:
- Habituatie
- Klassieke en operante conditionering
- Sociaal leren (imitatie)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Sociale gerichtheid en emoties - Huilen als primitief communicatiemiddel

A
  • Aangeven dat er iets is, primitieve hulpkreet
  • Niet doelgericht, reflex uitgelokt door prikkel -Voorgeprogrammeerde fysiologische reactie
24
Q

Sociale gerichtheid en emoties - De pasgeborene als asociaal wezen

A
  • Nog geen aangevoelde behoefte aan contact
  • Mensen in eerste instantie hulpmiddelen voor elementaire doelen
  • Basis voor sociale gerichtheid wel aanwezig
  • Belang van babyface en zintuigelijke voorkeuren om sociaal contact aan te gaan
25
Sociale gerichtheid en emoties - De beperkte gevoelswereld van de pasgeborene
- Afwisseling 6 gedragstoestanden slaap en huilen - Gevoelsleven afhankelijk van de bevrediging van behoeften - Af en toe solitaire glimlach
26
Solitaire glimlach
Gastric smile
27
De verder motorische ontwikkeling - twee ontwikkelingslijnen
- Geweldige groei in het eerste jaar => Lengte x1,5 en gewicht x3 => Evolutie zenuwstelsel: = Gewicht van de hersenen neemt toe = Uitgroei verbindingen en myelinisering van zenuwvezels - Erfelijk gestuurde motorisch ontwikkelingsverloop (myelisering): => Cefalocaudale => Proximodistale
28
Twee ontwikkelingslijnen - Cefalocaudale
Ontwikkelingslijn van boven naar onder => Hoofd naar staart
29
Twee ontwikkelingslijnen - Proximodistale
Ontwikkelingslijn van dichtbij de lichaams-as naar de extremiteiten
30
De verdere motorische ontwikkelingslijnen - Evolutie van motoriek in 4 stadia (eerste jaar)
1) Het kijkstadium => 0 - 3 maand 2) Het grijpstadium => 3 - 6 maand 3) Het zitstadium => 6 - 9 maand 4) Het kruip- en optrekstadium => 9 - 12 maand
31
Evolutie van de motoriek - 5e stadia (2e jaar)
Het loopstadium => 12 - 15 maand
32
Ontwikkelingen in de waarneming en de cognitie
- De sensomotorische ontwikkelingsperiode - Bespreking van enkele afzonderlijke processen
33
De sensomotorische ontwikkelingsperiode
- Baby in sensomotorische periode (Piaget) => Motorisch reageren op zintuigelijke indrukken maar geen interne denkactiviteit - Pas na 1,5 jaar innerlijke gewaarwordingen of gedachten - Grote evolutie in 6 stadia => Van passief gewaarworden naar actief waarnemen
34
De 6 stadia van de sensomotorische periode in de theorie van Piaget
1) Ongecoördineerde reflexen => Aangeboren sensomotorische reactie (zie de typische reflexen van een pasgeborene) => 0 - 1 maand 2) Primaire circulaire reacties => Herhalen van een gedrag om de ermee samenhangende lichaamsgewaarwordingen weer op te roepen => 1 - 4 maanden 3) Secundaire circulaire reacties => Herhalen van een gedrag om de effecten die dat teweegbrengt in de buitenwereld weer op te roepen => 4 - 8 maanden 4) Intentioneel handelen => gekend gedrag gebruiken in een nieuwe situatie om er een beoogd effect (een doel) mee te bereiken => 8 - 12 maanden 5) Tertiaire circulaire reacties => Variaties uitproberen in het gedrag met het oog op het tevoorschijn roepen van nieuwe effecten => 12 - 18 maanden 6) Mentale voorstellingen => Innerlijke beelden (bijvoorbeeld herinneringen) gebruiken om een bepaald effect te bereiken => 18 - 24 maanden
35
Enkele afzonderlijke processen - Leren en geheugen - Geheugen bij baby's volgens Piaget
- Stadium 3 (8 - 12 maand) => Beginnende object - permanentie = besef dat dingen die je niet ziet niet zomaar verdwijnen maar ergens aanwezig blijven - Stadium 6 (18 maand) => Gevestigde object-permanentie = Wat het kind gezien heeft, actief oproepen in een herinnering - Baby's al vroeger in staat tot operant leren (volgens model van Piaget) => Floccia => Rovee - collier
36
Floccia - operant leren Piaget
Sneller zuigtempo bij leuke prikkel (2 maand)
37
Rovee - collier - operant leren Piaget
Bewegen van mobiel (3 maand)
38
Enkele afzonderlijke processen - Denken
- Andere onderzoekers: baby tot veel meer in staat dan gedacht door Piaget - Aangeboren kennisstructuren => Elementair hoeveelheidsbegrip => Nog geen getalbegrip - Toch blijf theorie van Piaget overeind => basisinzichten blijven overeind, ook al zijn sommige processen al vroeger aanwezig => Coherent geheel => Richtinggevend in kader van opvoeding en onderwijs
39
Enkele afzonderlijke processen - Taalontwikkeling
- Basis voor latere taalverwerving - Prelinguale periode (Schaerlaekens 2008) - Taal
40
Prelinguale periode (Schaerlaekens 2008)
- Fase 1 (tot 6 weken) => Huilen => Natuurlijke reactie op onlustprikkels - Fase 2 (6 - 8 weken) => Vocaliseren => Geluidjes maken indien tevreden => Speels => Open klinkers => Primitieve dialoog - Fase 3 (4 - 7/8 maand) =>Vocaal spel => Klankgroepjes => Nonsenswoordjes => Primitieve conversatie met volwassene - Fase 4 (7/8 - 10-18 maand) => Brabbelen => Start monoglotte ontwikkeling (moedertaal) => Begrijpen neemt sterk toe (eenvoudige boodschappen => Productie nog niet betekenisvol => Intonatie en melodie zoals moedertaal
41
Taal
- Systematische brabbelwoordjes - Start variatie
42
Sociale en persoonlijkheidsontwikkeling
- Sociale ontwikkeling - Dynamisch - affectieve ontwikkeling
43
Sociale ontwikkeling - Eerste tekenen van sociale gerichtheid
- Gastric smile => Nog niet sociaal - Sociale- of contactglimlach (6 à 8 weken) => Nog niet persoonsgericht
44
Sociale ontwikkeling - Differentiatie in de sociale gerichtheid
- Vanaf +/- 8 maand - Vanaf 3 maand sneller lachen bij vertrouwd gezicht - Vreemdenangst - Scheidingsangst
45
Sociale ontwikkeling - Vreemdenangst
- Bij niet vertrouwd persoon - Veel beïnvloedende factoren
46
Sociale ontwikkeling - Scheidingsangst
De angst dat een vertrouwd persoon weggaat
47
Sociale ontwikkeling - Hechting- Waarom zijn kinderen na de WOII er zo slecht aan toe in weeshuizen
Ontbreken van duurzame band met een vaste verzorger
48
Sociale ontwikkeling - Hechting - Hechtingstheorie (Bowbly)
- Verschillende fasen => Fasen 1&2 zijn in de babytijd 1) Voorhechtingsfase (tot 2 à 3 maand) 2) Beginnende gehechtheid (tot 6 à 8 maand) 3) Feitelijke gehechtheid (tot einde peutertijd) => Sensitieve responsiviteit => Vreemde - situatietest (Ainsworth) - Verschillende hechtingsstijlen
49
Het ontstaan van een hechtingsrelatie - 4 hechtingsstijlen
1) Veilige gehechtheid => Goede balans tussen exploratiedrang en gehechtheidsgedrag => Kinderen durven nieuwe taken aan te gaan, zijn angstig wanneer de ouder uit het zicht is en zoeken toenadering bij terugkomst, wanneer ze weer verder durven te exploreren => Ouders zijn sensitief, coöperatief en toegankelijk 2) Vermijdende gehechtheid => Deze kinderen hebben hun gehechtheid geminimaliseerd, omdat zijn ervaren hebben dat de ouder relatief vaak afwijzend, zakelijk of weinig sensitief is => Ze negeren of vermijden de opvoeder en gedragen zich (prematuur) zelfstandig 3) Afwerende gehechtheid => Deze kinderen zoeken juist heel veel toenadering bij de opvoeder en zijn weinig geneigd om zelfstandig activiteiten uit te voeren => De afwezigheid van de opvoeder leidt tot angst terwijl de terugkeer van de ouder begroet wordt met boosheid en verontwaardiging => De opvoeder is vaak inconsequent sensitief, onvoorspelbaar voor het kind en afwezig op cruciale momenten 4) Gedesorganiseerde gehechtheid => Bij deze kinderen is sprake van gedrag met kenmerken van het vermijdende en afwerend hechtingstype => Ze zoeken toenadering tot de ouder, terwijl dat eigenlijk stress en angst oplevert => De omgang is vaak inconsequent geweest en onvoorspelbaar terwijl ook vaak sprake is van trauma's of andere ingrijpende gebeurtenissen
50
Dynamisch - affectieve ontwikkeling
- Nieuwe behoeften omwille van cognitieve, motorische en sociale ontwikkeling => Sociaal contact en hechtingsdrang => Exploratie van de zintuigelijke wereld => Ontstaan van intersensoriële coördinaties => Functiespel - Differentiatie in het gevoelsleven => Eerder: genieten VS huilen => Nu: gevoelens meer op de buitenwereld gericht => Positief: sociale glimlach, plezier in contact en interesse in interactie met omgeving => Negatief: angst (vreemden- en separatieangst), boosheid (zin niet krijgen)
51
Intersensoriële coördinaties
Samenwerking tussen verschillende zintuigen
52
Functiespel
Verlangen om te experimenteren met de eigen mogelijkheden
53
Indeling van de babytijd in verschillende fasen op het gebied van cognitie, taal en sociale relaties
- Cognitie (Piaget => Ongecoördineerde reflexen (0 - 1 maand) => Primaire circulaire reacties (1 - 4 maand) => Secundaire circulaire reacties (4 - 8 maand) => Intentioneel handelen (8 - 12 maand) - Taal => Huilen (0 - 1 maand) => Vocaliseren (1 - 4 maand) => Vocaal spel (4 - 8 maand) => Brabbelen (8 - 12 maand) - Sociaal Contact => Voorhechting (0 - 2 maand) => Beginnende gehechtheid (2 - 7 maand) => Feitelijke gehechtheid (7 - 12 maand)
54
Dynamisch - affectieve ontwikkeling - Erikson
- Babytijd => Oraal - sensorische fase - Elke periode heeft een kernconflict - Vertrouwenscrisis
55
Vertrouwenscrisis
- Vertrouwen VS wantrouwen => Na de geboorte in een nieuwe wereld - Ontwikkeling fundamenteel vertrouwen => Door verschillende zintuigelijke ervaringen merken dat de wereld toch positief is => Vertrouwen dat alles wel goed komt => Belang van geborgenheid