thema 5 Flashcards

1
Q

wat is de effector en welke reactie doet de effector ten gevolge van een prikkel

A

de effector is de klier en het reactie is stoffen (kliersappen of klierproducten) afscheiden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom is een klier een effector

A

klieren zijn effectoren omdat ze reageren op prikkels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is klierwerking/klierafscheiding/secretie

A

afscheiding van klierproducten uit de klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

geef voorbeelden van endocriene klieren en hun kliersap

A

-eilandjes van langerhans in de alvleesklier = 75% insuline (bètacellen) de rest (alfacellen) maken glucagon

  • eierstokken
  • schildklier = thyroxine
  • hypothalamus
  • teelballen
  • bijnieren = adrenaline
  • hypofyse
  • bijschidklieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geef voorbeelden van exocriene klieren en hun kliersap

A
  • traanklieren = traanvocht
  • maagwandklieren = maagsap
  • zweetklieren = zweet
  • darmsapklieren = darmsap
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is uitwendige secretie

A

klieren die hun producten aan het uitwendig milieu afgeven, het zijn dus klieren met uitwendige secretie deze klieren zijn exocriene klieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is inwendige secretie

A

klieren die hun klierproduct afscheiden in het bloed zijn endocriene klieren, het zijn klieren met inwendige secretie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe noemen we het klierproduct van endocriene klieren

A

hormoon ze worden ook hormoonklieren genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de bouw van de exocriene klieren

A

het zijn trosvormige klieren, ze bestaan uit klierzakjes die van binnen bekleed zijn met kliercellen. aan de buitenzijde ligt glad spierweefsel en daar rond liggen de bloedvaten en zenuwvezels

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de werking van de exocriene klieren

A

de kliercellen maken de kliersap aan, de spiercellen gaan samentrekken waardoor het klierzakje leeg geperst wordt vloeit het klierproducr via de afvoerbuis naar het uitwendig milieu

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat is de bouw van de endocriene klieren

A

ze bestaan iut groepjes kliercellen of uit klierblaasjes die zijn omsponnen met haarvaten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat is de werking van endocriene klieren

A

de kliercellen nemen bepaalde stoffen op in het bloed en vormen hiermee een andere hormoon dit hormoon komt doorheen het celmembraan van de kliercellen in het bloed terecht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hormoonwisseling bij schilkdklier

A

jodium = schildklierhormoon of thyroxine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een gemengde klier

A

een klier die zowel exocrien als endocrien klierweefsel bevat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

omschrijf waarom de alvleesklier een gemengde klier is

A

het is exocrien omdat de klierzakjes alvleessap produceren die via de afvoerbuis naar de darmkanaal gaat voor spijsvertering dit is het uitwendig milieu, het is endocrien omdat er endocriene kliercellen verspreid liggen in het pancreasweefsel
waar de bètacellen (75%) het hormoon insuline produceren
en de alfacellen (25%) het hormoon glucagon

samen houden ze het bloedglucosgehalte constant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly