Thema 5: energie en vermogen Flashcards

(30 cards)

1
Q

systeem

A

gedeelte van het universum dat je onderzoekt. alles wat erbuiten ligt is de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

drie soorten systemen

A

open, gesloten, geïsoleerd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

open systeem

A

wisselt energie en materie uit met de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

gesloten systeem

A

wisselt enkel energie met de omgeving, geen materie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

geïsoleerd systeem

A

wisselt geen energie en geen materie uit met de omgeving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

energie (E)

A

voorwaarde om een verandering in een systeem en/of omgeving te laten plaatsvinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

SI-eenheid E

A

joule (J)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

calorie (cal)

A

de hoeveelheid energie die in voeding zit opgeslagen, voedingsindustrie gebruikt vaak kilocalorieën (kcal)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

soorten energievormen

A

kinetische energie (Ek)
Thermische energie
potentiële energie
- potentiële elastische energie (Epot, el)
- potentiële gravitationele energie (Epot, gr)
elektrische energie
chemische energie
kernenergie
stralingsenergie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

kinetische energie (Ek)

A

energie die een lichaam bezit doordat het in beweging is

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

thermische energie

A

energie die een lichaam bezit door de inwendige kinetische energie van de deeltjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

potentiële energie

A

energie die een lichaam bezit en die wordt veroorzaakt door de toestand/positie t.o.v. andere lichamen (nog opgeslagen + moet nog vrijkomen)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

potentiële elastische energie (Epot, el)

A

energie die opgeslagen zit in een veer en die vrijkomt door veerkracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

potentiële gravitationele energie (Epot, gr)

A

energie die een lichaam bezit dat zich op een bepaalde hoogte boven het aardoppervlak bevindt (energie in zwaarteveld kom vrij door zwaartekracht)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

elektrische energie

A

energie die een geladen deeltje bevat in een elektrisch veld + vrijkomt als het deeltje zich verplaatst in het veld onder invloed van een elektrische kracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

chemische energie

A

energie die opgeslagen zit in chemische bindingen tussen atomen en moleculen

17
Q

kernenergie

A

energie die vrijkomt wanneer de samenstelling van een atoomkern wijzigt

18
Q

stralingsenergie

A

energie afkomstig van elektromagnetische straling

19
Q

formule + uitleg Epot, gr

A

lichaam met een massa m dat zich op een hoogte h boven het aardoppervlak bevindt
formule: Epot, gr = m.g.h

20
Q

formule + uitleg Ek

A

lichaam dat in beweging is, met massa m en snelheid v (vector)
formule: Ek = m.(delta l)²/2

21
Q

formule + uitleg Epot, el

A

energie die opgeslagen zit in een ingedrukte/uitgerekte veer let lengteverandering delta l en veerconstante k
formule: Epot, el = k.(delta l)²/2

22
Q

vermogen (P)

A

een grootheid die de energieomzetting of verbruikte energie (delta E) in een bepaald tijdsverloop (delta t) weergeeft

23
Q

SI-eenheid + formule P

A

watt (W), P = delta E/delta t

24
Q

behoud van energie

A

bij een energieomzetting gaat er geen energie verloren of wordt er geen energie bijgemaakt. De totale energie blijft in een geïsoleerd systeem behouden

25
energiebalans
hoeveelheid energie (=input) even groot na de energieomzetting als de energie die het systeem heeft verbruikt (=output)
26
energiedissipatie (Edis)
tijdens een energieomzetting wordt warmte-energie of thermische energie als niet-nuttige energie afgestaan aan de omgeving
27
formule Edis
Edis = Etotaal - Enuttig
28
rendement (n met lang staartje)
geeft de verhouding weer tussen de hoeveelheid nuttige energie (Enuttig) en de totale hoeveelheid energie (Etotaal) die in het systeem worden gebracht
29
SI-eenheid rendement
geen eenheid n heeft altijd een waarde tussen 0 en 1. rendement wordt vaak in procent uitgedrukt
30
formule rendement
n = Enuttig/Etotaal