Thema 5. Iets afspreken Flashcards
(77 cards)
1
Q
Something
A
iets
2
Q
Yet
A
Nog
3
Q
weather
A
Het weer
4
Q
To become
A
Worden
5
Q
Nice, beautiful
A
Mooi
6
Q
Come along
A
Ga mee/ meekomen
7
Q
I feel like… (having a beer)
A
Ik heb zin in …
8
Q
Terrace
A
Het terras
9
Q
Should/ Shall
A
Zullen
10
Q
Also
A
Ook
11
Q
Let’s go to the…
A
Ga je mee naar
12
Q
Together
A
Samen
13
Q
In front of
A
Voor
14
Q
Difficult
A
Moeilijk
15
Q
Already
A
Al
16
Q
But
A
Maar
17
Q
Lesson
A
De les (lessen)
18
Q
After
A
Na
19
Q
For example
A
Bijvoorbeeld
20
Q
Busy
A
Druk
21
Q
Each other
A
Elkaar
22
Q
Therefore/so
A
Dus
23
Q
Unfortunately
A
Helaas
24
Q
Fortunately/Luckily
A
Gelukkig
25
More
Meer
26
Or
Of
27
After that
Daarna
28
Breakfast
Het ontbijt
29
Lunch
De lunch
30
Dinner
Het avondeten
31
Appetizer
Het voorgerecht
32
Main course
Het hoofdgerecht
33
Dessert
Het nagerecht/ Het toetje/ Het dessert
34
To look
Kijken
35
To take
Nemen
36
Guess
Raden/ raad eens waar ik nu ben
37
To sound
Klinken
38
Also
Ook
39
Cold
Koud
40
Next to
Naast
41
There
Er
42
Already
al
43
Almost
Bijna
44
About
Over
45
Below/underneath
Onder
46
I’m hungry
Ik heb trek
47
Perhaps
Misschien
48
Vlakbij
Nearby
49
See you soon
Ik zie je zo
50
Over there
Daar
51
Finished
Klaar
52
Toward/ to
Naartoe
53
Living room
hiuskamer
54
Same/Identical
Dezelfde
55
To use
Gebruiken
56
Meat
Vlees
57
Still/Nevertheless
Still/Nevertheless
58
Affordable Betaalbaar
Betaalbaar
59
Buiten Outside/Beyond
Buiten
60
To choose/select
kiezen
61
Daily/ Every day
dagelijks
62
Changing/ Varying
wisselende
63
Dish of the day
dagschotel
64
Take a look
Kijkje nemen
65
Only/alone
alleen
66
the most
het meeste
67
Upcoming (week)
Aanstaande
68
This (week)
Komende
69
Next (week)
Volgend/e
70
Between 11am and 13pm
tussen 11 en 13.00
71
Call(позвать)
Roepen
72
Pass along(передать)
Doorgeven
73
Call back
Terugbellen
74
Because
Omdat(inverse)
75
Take
Nemen
76
To stay
Blijven
77
Beach
Het strand