Thema 6.123 3.1 3.2 Flashcards
(12 cards)
Bij geslachtelijke voortplanting
ontstaat een nieuw organisme uit een bevruchte cel. De bloemen bevatten de voortplantingsorganen van de bloemplant.
bloemdelen
kelkbladeren
kroonbladeren
meeldraden
stamper
meeldraden
mannelijke voortplantingsorganen, bevatten spermacellen
stamper
vrouwelijke voortplantingsorgaan, bevat de eicellen
kruisbestuiving
stuifmeel komt terecht op de stempel van een bloem en een andere plant van de zelfde soort.
buurbestuiving
stuifmeel komt terecht op de stempel van een andere bloem op dezelfde plant
zelfbestuiving
stuifmeel komt terecht op de eigen stempel
bestuiving
de stuifmeelkorrel uit de helmknop van de meeldraad komt terecht op de stempel van de stamper van dezelfde plantensoort.
windbloeiers
door de winf
insectenbloeiers
door insecten
process na bestuiving
1 Bestuiving
2 De stuifmeelkorrel kiemt door middel van het zoete stempel vocht
3 De stuifmeelbuis groeit doorheen de stijl naar het vruchtbeginsel
4 De stuifmeelbuis dringt door het poortje het zaadbeginsel binnen
5 De stuifmeel buis met mannelijke kernen bereikt het zaadbeginsel met de kernen van de eicel
Bevruchting
is de versmelting van een spermacellen met een euvel in het zaadbeginsel. Daarbij ontstaat een bevruchte eicel