Thema 6.123 3.1 3.2 Flashcards

(12 cards)

1
Q

Bij geslachtelijke voortplanting

A

ontstaat een nieuw organisme uit een bevruchte cel. De bloemen bevatten de voortplantingsorganen van de bloemplant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

bloemdelen

A

kelkbladeren
kroonbladeren
meeldraden
stamper

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

meeldraden

A

mannelijke voortplantingsorganen, bevatten spermacellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

stamper

A

vrouwelijke voortplantingsorgaan, bevat de eicellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

kruisbestuiving

A

stuifmeel komt terecht op de stempel van een bloem en een andere plant van de zelfde soort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

buurbestuiving

A

stuifmeel komt terecht op de stempel van een andere bloem op dezelfde plant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

zelfbestuiving

A

stuifmeel komt terecht op de eigen stempel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

bestuiving

A

de stuifmeelkorrel uit de helmknop van de meeldraad komt terecht op de stempel van de stamper van dezelfde plantensoort.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

windbloeiers

A

door de winf

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

insectenbloeiers

A

door insecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

process na bestuiving

A

1 Bestuiving
2 De stuifmeelkorrel kiemt door middel van het zoete stempel vocht
3 De stuifmeelbuis groeit doorheen de stijl naar het vruchtbeginsel
4 De stuifmeelbuis dringt door het poortje het zaadbeginsel binnen
5 De stuifmeel buis met mannelijke kernen bereikt het zaadbeginsel met de kernen van de eicel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Bevruchting

A

is de versmelting van een spermacellen met een euvel in het zaadbeginsel. Daarbij ontstaat een bevruchte eicel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly