Theorie PT3 Flashcards
(51 cards)
Polygons
Rechte lijn getrokken door verbonden datapunten met 2 assen
Kan bij Interval en Ratio schalen.
Populatie
Alle individuen waarin een studie geïnteresseerd is. De originele populatie waaruit een sample komt
Probability values:
uitgedrukt in fracties. Kan ook in percentage.
Probability:
de kans op een specifieke uitkomst wanneer meerdere uitkomsten mogelijk zijn. Gegeven als een fractie. Dus de kans van alle opties bij elkaar is altijd 1.
Proportion / Proportie definitie
Relatieve frequentie van een waarde in relatie tot het totale aantal.
Random Sampling:
elk individu uit een populatie heeft een gelijke kans om geselecteerd te worden voor een sample. Resulteert in een simple random sample.
Range:
Verschil tussen hoogste en laagste score.
stap 1 om variability vast te stellen.
Ratio scale
Data met een rangorde, gelijke intervallen én een absoluut nulpunt.
B.v. lengte, gewicht, inkomsten
Real limits
Het bereik waarin de ware waarde van de meting van een interval ligt. B.v. +/- 1.5cm (boven en onder)
Hierbij heb je upper en lower- real limits.
Rekenvolgorde met sommatie
Haakjes
Machten
Keer en delen
Sommatie
Verder optrekken/aftrekken
Relatie Alpha level en Type I error?
Alpha level is de kans dat een experiment in een Type I error resulteert.
Ruwe score (raw)
Onverwerkte score, zoals 40/50 goed. Dus niet omgezet naar cijfer van 1 tot 10.
s =
Sample SD
Sample
Een set van individuen uit een populatie
Sampling error
Verschil tussen waarden berekend in de steekproef en de ware waarden uit de populatie. ontstaat omdat je een DEEL van de populatie meet.
Sampling Error:
natuurlijke meetfout tussen steekproef en populatie.
Scale of measurement
Categorieën die gebruikt worden om een variabele te meten
Score definitie
Score op een test, zoals 85 van de 100. Dit kan verwerkt zijn, b.v. als t-score
Smooth curves worden gebruikt voor …
Populaties
Standaardisatie =
alle ruwe scores omzetten in z-scores. Handig voor hypothese-testing.
Standardized distribution:
een getransformeerde distributie (normale distributie naar z-score) waarbij mu = 0 en SD = 1.
Statistiek
Numerieke waarde die een sample beschrijft, gemeten uit die sample.
Stel je voor dat je toetst of mensen met rode shirts meer complimenten krijgen dan mensen met andere kleuren. Je toetst dit met een sample van N = 200. Wat zijn de 2 hypothesen voor de hypothesetest?
- Nulhypothese N0 = de mensen wie rood dragen krijgen niet meer complimenten dan de andere kleuren.
- Alternatieve hypothese N1 = de mensen wie rood dragen krijgen meer complimenten.
Stem-and-leaf display
Scores opknippen in losse getallen, 1e los.
Dus
1 | 1415
2 | 1266
3 | 87
4 | 55
3 heeft dan: 38 en 37.