theorieën Flashcards
(27 cards)
psychodynamische benadering van Freud over socialisatie
Kind wordt geboren met bepaalde driften, id, ego, super ego
sociaal cognitieve leertheorie
leren door observeren/imiteren
gendersocialisatie
aangeleerd gedrag welke het best past bij jouw gender
Gender Schema theorie
Kinderen ontwikkelen hun eigen schema over de gender verschillen op basis van wat ze interpreteren uit de omgeving
Cognitieve development theory (gender typing)
kinderen volgen het model van het zelfde geslacht. ze categoriseren zich dmv haarstijl, kleding naar man of vrouw. ze vinden het belonend als ze zich naar hun gendernormen gedragen.
psychoanalytic theory (gender)
een kind identificeert zich met het ouder van het zelfde geslacht omdat het kind zich seksueel aangetrokken zou voelen tegenover over de ouder van het tegenovergestelde geslacht. het kind is bang voor straf van de ouder van het zelfde geslacht.
sociaal cognitieve theorie (gender)
kinderen gedragen zich naar een geslacht omdat ze daarvoor worden beloond/gestraft
seperatie-individualisatie (freud)
hormonale verandering -> conflicten -> losmaken -> autonomie
evolutionaire theorie
hormonale verandering -> toename conflict, afname verbondenheid -> partner zoeken
maturatie perspectief
cognitieve ontwikkeling -> meer gelijkwaardige relatie
expectancy- violation realignment theorie
discrepanties in verwachtingen -> conflict -> meer gelijkwaardige relatie
interdependence models
ouder en kind zien relatie beiden als wederkerig en blijvend
autonomie-verbondenheid
ondanks toename autonomie blijft verbondenheid bestaan
stage-environment fit model
ouders moeten mate van gedragscontrole laten passen met steunen van de autonomie
sociale domein theorie
morele issues, sociaal-conventionele issues (gezamenlijke normen), verstandelijke issues, persoonlijke issues, gemengde issues, psychological issues: overtuigng kennis over zichzelf en anderen over onthullende aspecten van zichzelf tegenover anderen.
moderate discrepancy hypothesis
kinderen worden aangetrokken door media inhoud die gematigd afwijkt van wat ze kennen, kunnen en begrijpen
educatieve media effecten
media voor vermaak stimuleren academische vaardigheden (sesamstraat)
prosociaal gedrag door educatieve media effecten
meer positieve sociale interacties, minder agressie, meer altruïsme, minder stereotypering
educatieve effecten van games
auditieve en visuele informatie verwerking, hand-oog coördinaten, executief functioneren, werkgeheugen, prosociaal gedrag
The Capacity Model (Fisch)
het werkgeheugen heeft een beperkte capaciteit.
verwerken verhaallijn, verwerken educatieve inhoud, afstand tussen verhaallijn en de educatieve inhoud
desensitisatie theorie (media)
herhaalde blootstelling aan media geweld -> afname fysieke, emotionele en cognitieve respons op echt geweld.
Hyperpersonal theory of communication
online communicatie is positiever socialer en persoonlijker dan offline commmunicatie, omdat er online minder cues zijn.
psychoanalytische theorie (blos) (persoonlijkheidstheorie)
seksuele en agressieve driften, individualisatie: vrienden helpen om individueler te zijn van ouders
sullivan’s theorie
vriendschap belangrijk voor ontwikkeling welzijn, chumpships -> geen eenzaamheid