Theorieën Flashcards
(58 cards)
Reductie
Thales
= herleiden van veelheid naar eenheid
= ARCHE: water!
=> radicale fysica => gevaar demystificatie
–> leerling: Demokritos: ARCHE = atomen (laatste deelbare eenheid)
Abstractie
Thales
= op zoek naar universele wetten: meetkundige ontdekkingen en rationele verklaringen voor natuurverschijnselen
Principe van voldoende reden
Anaximander
= er gebeurt niets zonder reden en er is altijd een verklaring voor het bestaan en de eigenschappen van iets.
= “aarde beweegt niet in een bepaalde richting, want alle richtingen zijn hetzelfde, dus het heeft geen nut” –> geen voldoende reden om te bewegen
= alles heeft een oorzaak, maar die si niet altijd kenbaar. Er moet niet altijd een oorzaak zijn voor iets om te bestaan, wel een reden
=> ARCHE = apeiron: het onbekende, onbegrensde: er moet iets zijn dat alles gemeen heeft. het “niets” voordat er leven is en het “niets” na het leven, ALLES HEEFT EEN OORZAAK, MAAR NIET ALTIJD GEKEND
Analogie
Anaximenes
= stelde dat lucht (pneuma) de oerstof is waaruit alles ontstaat
= Door analogie met menselijke ademhaling, die leven geeft, concludeerde hij dat LUCHT DE BRON VAN ALLE LEVEN EN VERANDERING IN DE NATUUR is
= Verdichting en verdunning van lucht leiden volgens hem tot de vorming van verschillende materiële vormen, zoals wind, water en steen.
analogie = uitspraak waarbij 2 zaken vergeleken worden
vb. het universum draait als een molensteen
Wet van de niet-contradictie
Parmenides
= iets kan niet tegelijkertijd “zijn” en “niet zijn”
= een bewering en het tegendeel daarvan kunnen niet beide waar zijn op hetzelfde moment en in dezelfde context
= basis in filosofie en logica
=> kan niet weerlegd worden, omdat het de basis is van rationaliteit
WORDING IS UITGESLOTEN
- strikt “zijn” of “niet zijn”, dus “worden” bestaat niet!
- verandering is een ILLUSIE: zintuigen creëren schijnbeeld
- als iets in het verleden was en nu niet meer, gaan we uit van een verandering
- MAAR dat kan ook weerlegd worden, want datgene “is” nog steeds aanwezig in het verleden
- MAAR dan verleden=heden=toekomst, terwijl er net werd gezegd dat dat niet kan
=> CONTRADICTIE
Parmenides lost deze op door het ontkennen van tijd en verandering
Reductio ad absurdum/tegenfeitelijke paradoxen
Zeno Van Elea
= als een veronderstelling leidt tot een absurde situatie, dan is die zonder twijfel fout (reductio ad absurdum)
= Achilles en de schildpad: aannames over beweging en veelheid leiden tot absurde conclusies
Antilogie
Protagoras
LEREN ARGUMENTEREN
=> over alles bestaan tegengestelde argumenten
=> proberen een zwak argument sterk te maken
=> overtuigingskracht en retoriek > objectieve waarheid
SCHEMA VAN PROTAGORAS: POLITICI
=> Demagogie = massa naar een bepaalde kant leiden door halve waarheden, sofismen en bedenkelijke retoriek
Dilemma en Maieutiek
Socrates
= twee situaties die allebei een onwenselijke situatie geven
= MAIEUTIEK: vragen stellen in plaats van antwoord geven –> bevordert kritisch denken = “vroedvrouwtechniek”
GESPREK MET EUTYPHRO
=> ofwel zijn goden AMOREEL (zorgen ook voor het kwade: dood) ofwel NIET ALMACHTIG (goed en kwaad bepaald door natuur)
=> Socrates stelt vragen aan E. en zet haar zo vast in haar eigen argument
=> “iedereen kent de waarheid, het moet gewoon loskomen”
Allegorie
Plato
= hoe mensen kennis en werkelijkheid ervaren
= daagt ons uit om na te denken over onze eigen aannames en de beperkingen van onze (zintuiglijke) waarneming
= grot
TWEE BOODSCHAPPEN
1) Misleiding door politici
=> metafoor boot: niet geleid door iemand die kan navigeren, maar door iemand die het stuur kan vasthouden
2) twee werelden
=> in de grot en buiten
=> zintuiglijke beperkingen!
Essentialisme/accidenten/teleologisme
Aristoteles
ESSENTIE
= de essentie is wat een object maakt tot wat het is
= verzameling van fundamentele eigenschappen die een object of wezen definiëren en zonder welke het zijn identiteit zou verliezen
= essentie van een ding is onveranderlijk en vormt de basis voor zijn natuurlijke doel of functie
ACCIDENTEN
= eigenschappen die niet essentieel zijn voor een object, zonder die eigenschappen is iets nog steeds wat het is
DOEL
= alles heeft een doel
= Teleologische opvatting (telos = doel)
= hoogste goed voor de mensheid: bereiken van het ultieme doel. Daarom moet de mens zich perfectioneren.
Alternativiteit/Principe van alternatieve mogelijkheden
Aristoteles
VERANTWOORDELIJKHEID
= ethiek > juridisch
= slechts moreel verantwoordelijk voor een daad als het anders zou gekund hebben
= Als men de keuze heeft (alternatief) dan moet men kiezen en dan draagt men verantwoordelijkheid
Taxonomie
Aristoteles
CLASSIFICATIE
=> systeem van classificatie van levende wezens
=> obv zichtbare eigenschappen/kenmerken (essentie)
PROBLEEM
=> suggereert hiërarchie
=> schijnbare verbanden (vb. mens en walvis)
Epochè (oordeelopschorting)
Pyrrho
=> mens zal nooit waarheid weten, het zijn slechts meningen
=> zaken die buiten het zintuiglijke kunnen we niet zeker weten –> beter om het los te laten
=> oordeelopschorting is bevrijdend en leidt tot ataraxia (zielsrust).
Regressus ad infinitum + Trilemma
Sextus Empiricus
=> verderbouwend op Epochè
VISIE OP WETENSCHAP
=> natuurfilosofie dient niet om de waarheid te ontdekken, maar wel om dogmatische stellingen te ontkrachten
KRITIEK OP ANDERE FILOSOFEN
=> telkens weer nieuwe argumenten of oorzaken, waarbij elke verklaring weer een andere verklaring nodig heeft, zonder ooit tot een definitief einde of oorsprong te komen (r. ad infinitum)
JUSTIFICATIE VAN DE PREMISSEN
=> verklaren leidt altijd tot een van drie problemen:
1) CIRKELREDENERING: het te bewijzen idee als onderdeel van het bewijs gebruikt
2) REGRESSUS AD INFINITUM: Elke rechtvaardiging vereist een verdere rechtvaardiging, wat leidt tot een eindeloze keten van bewijs.
3) DOGMATISME: men accepteert iets simpelweg als waar zonder bewijs of rechtvaardiging
=> het is onmogelijk om met zekerheid kennis te verwerven
Axiomatiek
Euclides
=> alle wiskundige kennis wordt in een structuur gegoten zodat alles afleidbaar is
=> niet enkel in wiskunde gebruikt
Constructieve Twijfel
Aurelius Augustinus
= als ik me vergis over mijn eigen bestaan, dan is het duidelijk dat ik besta
Poëzie
Aurelius Augustinus
= poëzie gebruiken om mensen te bewegen, dus ook om hun geloof te versterken
Mystiek
Aurelius Augustinus
=> zoektocht naar een directe, persoonlijke ervaring met God
=> stilte zoeken om een intiem contact met God te ervaren
=> overwinnen van de zonden en het zoeken naar een spirituele vereniging met God
STANDPUNTEN ANDERE FILOSOFEN
- Kant: bedreiging voor de rede
- Jaspers: waarschuwt voor overredenering –> veel filosofische teksten bevatten veel mystiek
- Wittgenstein: erkent mystiek
MYSTIEKE ERVARING
- onbetrouwbare kennisbron (gaat ook niet om kennis)
- onuitdrukbaar, onbetrouwbaar en inconsistent
Linguïsme
Johannes Scotus Eriugena
=> Taal = brug tussen het menselijke begrip en de goddelijke realiteit
Leer van de dubbele weg
Ahmad Ibn Rushd
= twee manieren om 1 waarheid te benaderen
1) FILOSOFISCHE WEG: gebaseerd op rede, logica en filosofisch onderzoek, bedoeld voor de intellectuele elite
2) RELIGIEUZE WEG: ook gebaseerd op natuurkundige feiten, dus aanvullend op natuurfilosofie
=> Geloofswaarheden zijn dus nooit contradictorisch aan natuurfilosofische bevindingen
Scholastische methode
Thomas Van Aquino
= combineren van geloof en rede
= 3 stappen:
1) vraagstelling: vraag gesteld met duidelijk verschil in geloof en rede
2) tegenstelling: voor beide kampen argumenten opstellen
3) oplossing: combinatie van geloof en rede
PROCEDURE
1) Lectio (verklarend lezen)
2) Quaestio (vraagstuk)
3) Disputatio (publiek debat)
Scheermes
John Duns
=> zaken zo eenvoudig mogelijk voorstellen, maar inhoudelijk gelijk aan de complexe versie
=> je moet niet een geheel verklaren als je maar een deel nodig hebt
Scheermes: het bestaan van God
Willem Van Ockham
=> God is niet nodig voor kennis over natuur
=> 3 kennisbronnen
1) zelfevidente zaken
2) empirie
3) openbaring (enkel gebruikt om bestaan van God te onderbouwen)
=> als we het bestaan van iets niet kunnen bewijzen door een van die 3, is het bestaan onzeker
Utopie
Thomas More
=> ideale samenleving op een fictief eiland
=> bekritiseert de sociale en politieke misstanden van More’s tijd en biedt een model van een perfecte samenleving (filosofische denkwijze > praktisch voorstel)