thezma 4 Flashcards

(39 cards)

1
Q

compenties

A

geven aan waar iemand goed:
-vaardigheden
-kennis
-capaciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

doorstroom

A

het bedrijf probeert de goede WN’s in het bedrijf te houden. dat gebeurt door WN’s verder te laten ontwikkelen en promotie te laten maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

functiebeschrijving

A

een weergave van taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor een bepaalde functie. (de functie dat je krijgt in de bedrijf)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

instroom

A

het bedrijf zoekt en selecteer nieuwe WN’s. (De meest geschikte kandidaat worden aangenomen en ingewerkt)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

omscholen

A

iemand opleiden voor een andere job dan zijn huidige job.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

personeelsplanning

A

is het proces waarbij het management van een organisatie de bestaande personeelsmiddelen in kaart brengt, de toekomstige personeelsbehoeften om de doelstellingen te realiseren inschat en de acties bepaalt om die personeelsbehoeften

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

sleutelpositie

A

een belangrijke positie binnen een onderneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

sollicitant

A

is een kandidaat voor een job

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

uitstroom

A

er is sprake van uitstroom wanneer WN’s het bedrijf verlaten.
(Dat kan op eigen initiatief zijn/door beslissing van het bedrijf)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

afstudeerbeurs

A

wanneer bedrijven naar hogescholen/universiteiten trekken om WN’s te rekruteren, stellen ze hun vacatures op een afstudeerbeurs voor.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

headhunter

A

een persoon die voor ondernemingen op zoek gaat naar geschikte kandidaten die hoogopgeleid zijn en over specifieke kennis en vaardigheden beschikken voor toopfuncties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

jobbeurs

A

een event of een plaats waar bedrijven samenkomen en hun openstaande vacatures voorstellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

rekruteringskanaal

A

is de manier die bedrijven kiezen om WN’s aan te nemen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

selectiekantoor

A

gaat op basis van een functieomschrijving die ze van een onderneming ontvangt, op zoek naar een geschikte kandidaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

spontane sollicitatie

A

wanneer je een cv en motivatiebrief naar een onderneming stuurt, ook al is er geen specifieke vacature.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

curriculum vitae (cv)

A

een document waarin iemand een overzicht geeft van gevolgde opleidingen, werkervaring en nevenactiviteiten.
bij sollicitatie wordt het cv veelal meegezonden met de sollicitatiebrief.

17
Q

motivatiebrief

A

in die brief toont een sollicitant meer van zichzelf, wie hij is, wat zijn ambities zijn en waarom hij vindt dat de baan bij hem past.

18
Q

sollicitatiebrief

A

in de brief geeft een sollicitant aan dat hij interesse heeft voor een job bij een bedrijf of instantie. (hij licht het cv erin toe.)

19
Q

arbeidsovereenkomst (AO)

A

een beknopte overeenkomst tussen WG en WN waarin staat dat de WG de WN aanwerft. (wg’s en 1 wn)

20
Q

duur: bepaalde

A

geeft wanneer de WN ga stoppen werken (heeft eind datum)

21
Q

aard: arbeider

A

mensen dat met de handen werker
(handen arbeider)

22
Q

aard: bediende

A

mensen dat met de hoofd werker
(hoofd arbeider)

23
Q

duur: onbepaalde

A

je blijft werken zonder te wetten wanneer je ga stoppen.
(heeft geen einddatum)

24
Q

verticale doorstroom I

A

doorstroom van een functie op een lager niveau naar een functie op een hoger niveau

25
diagonale doorstroom /
doorstroom naar een functie op een ander functieniveau en in een ander functie gebied
26
horizontale doorstroom -
doorstroom van de ene functie naar de andere op eenzelfde functieniveau
27
studentenarbeid (overeenkomst)
is een overeenkomst voor jongeren met specifieke bepalingen om de jonge werknemer te beschermen. -proefperiode -650u
28
arbeidsreglement (AR)
is een lang document waarin staat alle plichten en rechten van de WG's & WN's ten opzichte van elkaar staan. het bevaat ook alle namen en adressen die nuttige info bevatten ter bescherming van de WN.
29
Omvang: deeltijds
arbeider/bediende die onder 38u per week werken.
30
Omvang: voltijds
arbeider/bediende die voor 38u per week werken.
31
nettoloon
het deel van het loon dat op de rekening gestort wordt. (de loon dat je krijgt in de eind van de maand)
32
genderkloog/loonkloof
het verschil in loon tussen mannen en vrouwen.
33
bedrijfsvoorheffing
dat bedrag wordt maandelijks van het loon ingehouden als voorschot op de belasting die jaarlijks betaald moet worden. is enerzijds afhankelijk van het loon en anderzijds van de gezinssituatie.
34
brutoloon
is het basisloon. Van dat brutoloon wordt RSZ-bijdrage en Bedrijfsvoorheffing afgehouden.
35
RSZ-bijdrage
is een deel dat afgehouden wordt van het brutoloon. met die bijdrage betaalt de overheid, -pensioenen -werkloosheidsvergoedingen -ziektevergoedingen -kinderbijslag
36
solidariteitsbijdrage
is een bijdrage (2,71%) aan de RSZ voor een studentenovereenkomst. (Een student kan in principe geen beroep doen op de uitkeringen van de RSZ)
37
werkgeversbijdrage
een bijdrage van 25% op het brutoloon die de WG aan de RSZ betaalt
38
hoe bereken je de nettoloon van de bediende
brutoloon - RSZ-bijdrage (13,07%) = belastbaar loon -bedrijfsvoorheffing (bv) =nettoloon
39