tijdvak 7 Flashcards

begrippen (62 cards)

1
Q

Aan het volk van Nederland

A

pamflet geschereven door Joan Derk van der Capellen tot den Pol

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

alleenheerschappij

A

regeringsvorm waarbij alle macht in handen is van een persoon

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Bataafse Revolutie

A

revolutie in nederland tussen 1787 en 1813

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

ambacht

A

handwerk dat wordt aangeleerd om een beroep mee uit te oefenen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

abolitionisme

A

stroming die streefde naar het afschaffing van de slavernij

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Ancien Régime

A

bestuur van frankrijk gebaseerd op de standenmaatschappij en absolutisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

burgerij

A

de burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Bestorming van de Bastille

A

1789 het symbolische begin van de franse revolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

burgerrecht

A

de rechten van de burgers

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

censuur

A

toezicht dat wordt gehouden door een overheid of een andere autoriteit op bijv de media

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

deïsme

A

het geloof dat god de wereld heeft geschapen maar voor de rest zich niet bemoeit met de wereld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Encyclopédie

A

reeks van boeken waarin alle kennis word verzameld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

grondwet

A

de basis voor alle andere wetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Franse Revolutie

A

de revolutie in frankrijk tussen 1789–1799 waardoor er een einde kwam aan het absolutisme

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

guillotine

A

voorwerp voor doodstraf/onthoofding vooral gebruikt tijdens de franse revolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

genootschap

A

vereniging van mensen die genoten genoemd worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

herstel bisschoppelijke hiërarchie

A

het herstel van herstel bisschoppelijke hiërarchie in Nederland

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

ideologie

A

een idee hoe een ideale samenleving eruit zou moeten zien

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

imperialisme

A

Politiek van streven naar gebiedsuitbreiding door het veroveren of afhankelijk maken van andere landen of streken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

industrialisatie

A

het proces van toenemende industrie machines ipv van mensen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

kapitaal

A

het totaal van het vermogen van een onderneming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

kiesrecht

A

het recht om te stemmen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Kinderwetje van Van Houten

A

wet waardoor kinderarbeid onder 12 werd verboden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

klassenstrijd

A

maatschappelijk conflict tussen de verschillende sociale klassen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
kleine luyden
het gedeelte van de lagere burgerij dat behoorde tot de gereformeerde publieke godsdienst
21
liberalisme
politiek-maatschappelijke stroming waarbij vrijheid centraal staat
22
Luddisme
een sociale beweging in engeland die zich verzette tegen de industralisatie en technologische ontwikkelingen
23
marxisme
een ideologische analyse van de samenleving waarbij de klassenstrijd centraal staat
24
modern imperialisme
Een vorm van imperialisme die verband houdt met de industrialisatie en het streven naar beheersing van hele gebieden
25
Monroe-doctrine
het Amerikaanse- en het Europese continent strikt gescheiden dienen te zijn en de staten zich niet in elkaars invloedssferen mengen. om het amerikaanse expansiepolitiek veilig te stellen van de europese invloedssfeer
26
Nationale Vergadering
Het lagerhuis van de franse republiek
27
natuurrecht
de rechten die de mens van nature heeft
28
Nederlands Verbond van Vakverenigingen
een koepelorganisatie van verschillende vakbonden in nederland
29
philosophes
de intulecutelen van de verlichting/rationalisten
30
ontginning
het veranderen van "woeste grond" voor agraisch of industrieel gebruik
31
Opiumoorlog
de oorlogen tussen china en engeland over de invoer en smokkel van opium in china door de engelsen
32
schutterij
lokale militie
32
rationalisme
een filosofische stroming die uitgaat dat rede de voornaamste bron van kennis is
33
privileges
voorrechten
34
reactionair
iemand die vanuit politieke overtuiging een situatie uit het verleden wil herstellen
35
Toleranzpatent
ingevoerd door jozef II waardoor andere religies naast katholiek meer rechten kregen
36
verlichting
een cultureel-fliosofische stroming in europa
37
proletariaat
de werkendeklasse (arbeiders)
37
Verklaring van de Rechten van de Mens en de Burger
de eerste fundamentele nederlandse tekst over grondrechten
38
Realpolitik
pragmatisch en feitelijk politiek handelen
39
Reform Bill
de districten in engeland werden aangepast waardoor de steden beter gerepresenteerd werden
40
Rerum Novarum
boek geschreven door paus leo XIII
41
Rights of Man
boek geschreven door Thomas paine waarin de idealen van de franse revolutie worden verdedigd
42
Rijksdag
Het parlement van duitsland
43
Risorgimento
periode van italiaanse eenwording
44
Romantiek
kunststoming waarbij de nietigheid van de mens en de grootsheid van de natuur centraal staan
45
schoolstrijd
conflict in nederland over de inrichting van het onderwijs
46
Slag bij Gettysburg
een van de grootste veldslagen van de amerikaanse burgeroorlog
47
sociale wetten
wetten die werkeloosheid, armoede, ziekte en ouderdom moeten bestrijden
47
Sociale kwestie
het vraagstuk over de slechte woon- en werkomstandigheden van de arbeiders
48
Staatsgreep
een (poging tot) illigale afzetting van de acutele regering
49
verstedelijking
urbanisatie, toenemend aantal inwoners dat in steden woont
50
verzuiling
de verderling van de samenleving op basis van verschilende op sociaal-culturele situaties
50
verzorgingsstaat
een bestuurlijk systeem waarbij de overheid deels verantwoordelijk is voor het welzijn van haar inwoners
51
Woningwet
wetten voor betere/meer woningen
51
White man’s burden
gedicht over de beschavingsmissie
52
zelfbeschikkingsrecht
het recht op eigen keuze voor het individu