Tijdvakken en kenmerken (IJP-toets) Havo 2 Flashcards

1
Q

Welke periode is de Prehistorie?

A

De periode waaravn geen (geschreven) texten van bewaard zijn gebleven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk jaar was ‘‘de jagers en de boeren’?

A

3000 voor C.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de samenlevingstype van Jagers en boeren?

A

Eerst Jagers, daarna agrarische samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Omschrijving van Jagers en boeren samenleving

A

Jagers/verzamelaars trokken rond, verzamelden hun eigen voedsel en jaagden. Boeren woonden op 1 plek en vebouwden hun eigen voedsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Bestuur Jagers en boeren

A

Kleine groepen mensen met een rolverdeling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Goddienst van Jagers en boeren?

A

Natuurgoden, ontstaan van het Jodendom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Welke periode is de Oudheid?

A

De eerste periode na uitvinding schrift

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Welke Jaar(en) was ‘‘Tijd van Grieken en romeinen’’?

A

3000 voor C. - 500

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Samenlevind grieken en romeinen

A

agrarisch-stedelijke samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Omschrijving grieken en romeinen

A

mensen leefden in stadstaten.

Leefden voornamelijk van Landbouw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Bestuur Grieken en romeinen

A

Democratie- Athene
Aristocratie- Andere steden
Republiek, later keizers- Romeinse Rijk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Goddienst Grieken en romeinen

A

Polyheïsme,

Ontstaan christendom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welk Jaar was de tijd van de monniken en ridders?

A

500-1000

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

omschrijving monniken en ridders

A

rijke mensen die land verkopen aan boeren in ruil voor deel van de oogst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

samenleving monniken en ridders

A

agrarische samenleving

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het beestuur van monniken en ridders?

A

feodaal stelsel (leenstelsel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Wat is hofstelsel

A

verzamelnaam voor horigheid

18
Q

Wat is horigheid?

A

boeren die op land wonen in ruil deel van oogst

19
Q

Wat is feodaal?

A

bepaalde gebieden die door leenmannen werden overgnomen van de koning om dat te gaan besturen

20
Q

Wat is een democratie?

A

Het volk beslist mee wat er met het land gebeurd

21
Q

Wat is een Aristocratie?

A

Waar de regering zelf beslist wat er met het land besluit

22
Q

Wat is een republiek?

A

Een ‘‘belangerijk’’ persoon die voor een paar jaar word uitgekozen als ‘‘baas’’

23
Q

Wat is de goddienst van Monniken en Ridders?

A

Christendom, opkomst van de Islaam

24
Q

Welk Jaar was de tijd van de steden en staten?

A

1000-1500

25
Q

Omschrijving van Steden en staten

A

Nijverheid, beroepen waarbij grondstoffen gemaakt of verwerkt worden in een product.
Handel, Deze producten verkochten ze dan weer

26
Q

Samenleving Steden en staten>

A

Agrarisch-Stedelijke samenleving

27
Q

Wat is het bestuur van Steden en Staten?

A

Stadsbestuur,
Vorsten=Stuk land met mensen waar iemand de baas van was
Graven=de baas van een vorst

28
Q

Geloof van Steden en Staten?

A

Christendom

29
Q

Extra informatie Steden en staten?

A

Ze gingen zich vesten rondom markten voor handel

30
Q

Welke periode waren de jagers en boeren?

A

Prehisorie

31
Q

Welke periode waren de Grieken en Romeinen?

A

Oudheid

32
Q

Welke periode waren de Monniken en Riders?

A

Middeleeuwen

33
Q

Welke periode waren de Steden en Staten?

A

Middeleeuwen

34
Q

Welke periode waren de ontdekkers en hervormers

A

Vroegmoderne tijd

35
Q

Welk jaar was de ontdekkers en hervormers

A

1500-1600

36
Q

Omschrijving Ondekkers en hervormers?

A

Ze ontdekten plaatsen waarmee ze handel konden voeren en hun landbouw mee konden uitbreiden. De kerk moest weer terug naar hoe het bedoelt was=Hervormen

37
Q

Samenleving Ontdekkers en hervormers

A

Agrarisch-Stedelijke samenleving

38
Q

Bestuur ontdekkers en hervormers?

A

Stadshouder (bijvb. Karel V)

centralisatie =gebeiden tot 1 plaats maken

39
Q

Geloof ontdekkers en hervormers?

A

Christendom

40
Q

Extra info ontdekkers en hervormers?

A

Dit was rond de tijd van Karel V en Luther gedoe dus hier weet je wel iets van nog!