Toepassingen van zouten.

Question 1

Geef de formule en eigenschappen van natriumchloride.

Answer 1

NaCl
= keukenzout of zeezout
- smaakstof
- conserveringsmiddel

Question 2

Geef de formule en eigenschappen van natirumfluoride.

Answer 2

NaF
- in tandpasta met fluoriden

Question 3

Geef de formule en eigenschappen van calciumdichloride.

Answer 3

CaCl₂
- strooizout bij ijzel

Question 4

Geef de formule en eigenschappen van zilvernitraat.

Answer 4

AgNO₃
- wratten verwijderen

Question 5

Geef de formule en eigenschappen van kaliumnitraat.

Answer 5

KNO₃
- salpeter: kunstmest, buskruit en vuurwerk

Question 6

Geef de formule en eigenschappen van calciumcarbonaat.

Answer 6

CaCO₃
- kalksteen, marmer, eierschalen en schelpen

Question 7

Geef de formule en eigenschappen van calciumsulfaat.

Answer 7

CaSO₄
- gips (botbreuken helen + pleisterwerk)

Question 8

Geef de formule en eigenschappen van dinatriumcarbonaat.

Answer 8

Na₂CO₃
= soda
- reinigingsmiddel

Question 9

Geef de formule en eigenschappen van natriumwaterstofcarbonaat.

Answer 9

NaHCO₃
= natriumbicarbonaat of bakpoeder
- in bakpoeder
- in bruistabletten
- als maagzout

Question 10

Geef de wetenschappelijke naam van NaCl.

Answer 10

Natriumchloride

Question 11

Geef de wetenschappelijke naam van NaF.

Answer 11

Natriumfluoride

Question 12

Geef de wetenschappelijke naam van CaCl₂.

Answer 12

Calciumdichloride

Question 13

Geef de wetenschappelijke naam van AgNO₃.

Answer 13

Zilvernitraat

Question 14

Geef de wetenschappelijke naam van KNO₃.

Answer 14

Kaliumnitraat

Question 15

Geef de wetenschappelijke naam van CaCO₃.

Answer 15

Calciumcarbonaat

Question 16

Geef de wetenschappelijke naam van CaSO₄.

Answer 16

Calciumsulfaat

Question 17

Geef de wetenschappelijke naam van Na₂CO₃

Answer 17

Dinatriumcarbonaat

Question 18

Geef de wetenschappelijke naam en GEBRUIKSNAAM van NaHCO₃.

Answer 18

Natriumwaterstofcarbonaat
Natriumbicarbonaat